Overige dossiers
  Inhoud
  Inleiding
  Historisch overzicht
     jaren 50
     jaren 60
     jaren 70
     jaren 80
     jaren 90
  Reageer
  Colofon
 
 
 
webdossier 'Nederland tegen apartheid' - jaren '80 (6)

Lagere overheden tegen apartheid

Lokale voorlichtings-, protest- en inzamelingsacties werden in de jaren tachtig in veel plaatsen en op vele fronten ontplooid. Amandla, het blad van KZA, Kairos en BOA, berichtte er vrijwel maandelijks over. Nieuw was dat, vaak onder druk van onderop, gemeentes een eigen rol gingen spelen. Een rol die in de ogen van de centrale overheid soms dicht in de buurt van ‘buitenlandse politiek’ kwam te liggen, waar lagere overheden zich niet mee mochten bemoeien. Maar zij deden het toch.
Burgemeester Van der Sluis van Hilversum in Amandla van februari 1988: 'Ik tank al jaren ESSO en dat bevalt uitstekend.'

Ervaringen met gemeentelijk ontwikkelingsbeleid of het zich uitroepen tot ‘kernwapenvrije gemeente’ waren er al. Nu was bijvoorbeeld de vraag of Rotterdam en Amsterdam het gebruik van hun haven voor het breken van Zuid-Afrika-boycots konden, en wilden, verbieden. Zulk gemeentelijk 'sanctiebeleid' bleef vaak steken in woorden. De angst dat minder scrupuleuze buitenlandse havens de handel zouden overnemen won het dan van het anti-apartheidsstandpunt - of, zoals gezegd werd: ‘de koopman won het van de dominee’.

En de regering trad inderdaad op als gemeenteraden besloten geen zaken te doen met bedrijven met Zuid-Afrikaanse belangen. Hilversum liep in 1987 voorop, toen het niets meer van Shell wilde kopen; het besluit werd direct van hogerhand vernietigd.

Maar tegen de verdrukking in groeide de stroom gemeentelijke initiatieven, van het omdopen van de Utrechtse Paul Krugerbrug in Sowetobrug, via het aanknopen van banden met Zuid-Afrikaanse 'civics' (bewonersorganisaties die een alternatief vormden voor de bestuursstructuur van de apartheid), tot het geldelijk ondersteunen van organisaties op allerlei terreinen in zuidelijk Afrika.

Amsterdam riep zich uit tot ‘anti-apartheidsstad’ en verschafte in januari 1989 onderdak aan een ANC-kantoor (tot dan toe deed de ANC-vertegenwoordiger in Brussel Nederland erbij). In 1988 bundelden tientallen gemeentes hun krachten in LOTA (Lagere Overheden Tegen Apartheid); de organisatie ging na 1993 verder als Gemeentelijk Platform Zuidelijk Afrika.


Klaas komt terug – maar zijn werk gaat door

Uitgeruild onder andere tegen een Zuid-Afrikaanse commando die in 1985 in Angola was opgepakt bij een poging olie-opslagtanks op te blazen, kon Klaas de Jonge in september 1987 eindelijk het voormalige ambassadegebouw in Pretoria verlaten. Als een held werd de wapensmokkelaar voor het ANC door de anti-apartheidsbeweging ingehaald. De vrijlating van de met hem gearresteerde Belgisch-Nederlandse Hélène Passtoors volgde na vele binnen- en buitenlandse acties pas in 1989.
KZA-coöperant Henk Frencken voor de klas in Zimbabwe, 1986

Maar De Jonge en Passtoors waren niet de enige Nederlanders in zuidelijk Afrika die wapens transporteerden. Een van de pijlers van het KZA was het in 1977 opgerichte Bevrijdingsfonds. Dat diende voor de fondsenwerving bij particulieren, bij kerkelijke en ontwikkelingsorganisaties in binnen- en buitenland en bij nationale overheden en Europa, alles bestemd voor de bevrijdingsbewegingen. Toen vanuit het bevrijde Zimbabwe ook de vraag kwam naar docenten, werd het ‘Coöperantenprogramma’ binnen het Bevrijdingsfonds geboren en zo de stap naar ontwikkelingswerk gezet.

Reiny en Klaas van Twillert, KZA-coöperanten in Zimbabwe, zijn nooit tegen de lamp gelopen, en hebben het verhaal over hun medewerking aan ANC-wapentransporten tussen Zimbabwe en Botswana pas jaren later verteld. Onder de tientallen coöperanten waren er meer die dit naast hun gewone docentenwerk deden. Wie en hoeveel het er waren weten de Van Twillerts nog steeds niet precies, en dat "hoorden we ook niet te weten".


Shell geplaagd door nieuwe acties
Ds. Beyers Naudé spreekt op de aandeelhoudersvergadering van Shell, mei 1989

De grote Shell-campagne van KZA en Kairos van rond 1980 had na verloop van tijd als landelijk speerpunt plaats gemaakt voor andere thema’s. Het jaarlijkse anti-apartheidsprotest op de aandeelhoudersvergadering ging wel onverdroten door. De negatieve publiciteit beu zorgde Shell er vanaf 1981 voor, dat Zuid-Afrika niet meer met eigen Shell-tankers bevoorraad werd. Zo werd de oliestroom moeilijker te traceren voor de embargo-onderzoekers van het Shipping Research Bureau.

Het bedrijf zal in 1984 niet blij zijn geweest met de vette koppen op de voorpagina van De Telegraaf: ‘SHELL IN OPSPRAAK – Concern zou olie-embargo Z.-Afrika hebben doorbroken’. De relatie met Zuid-Afrika blééf maar in het nieuws komen, dit keer dankzij het uitlekken van een geheim Zuid-Afrikaans rapport.

Dat noemen wij het ‘Uncle Tom-syndroom’: de pogingen om door het betalen van hogere salarissen aanvaardbaar te maken wat onaanvaardbaar is.

Sean McBride, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede, op de aandeelhouders-vergadering in Den Haag (mei 1983), na mededelingen van de Shell-directie over de goede behandeling van zwarte werknemers in Zuid-Afrika

In mei 1985 werd in Frankfurt, op een sanctiesworkshop van de Wereldraad van Kerken met kerkelijke en anti-apartheidsorganisaties, de basis gelegd voor een herleving van de Shell-campagne. De aftrap was op Sharpeville-dag, 21 maart 1986. De actie breidde zich nu internationaal veel sterker uit, vooral toen vakbonden in de VS zich erachter stelden. Gemeenten werden door de rijksoverheid teruggefloten, maar kerken en andere instellingen zegden hun stookoliecontracten op. Religieuze ordes verkochten hun aandelen, politici, geestelijken, zelfs Shell-werknemers spraken zich uit in advertenties, Shell-topman Van Wachem kreeg geen eredoctoraat van de Technische Universiteit Delft – om kort te gaan: Shell werd een besmette naam.
Sharpeville-dag, 21 maart 1987, de Dam









De campagnevoerders zetten ook het beproefde middel van de consumentenboycot in, maar gaven er een nieuwe draai aan. Er waren de bekende picket-lines bij pompstations, maar automobilisten kregen nu een Alternatieve Tankgids voorgeschoteld met een lijst van ‘apartheidvrije benzinestations’. Het nam enigszins de kritiek van de kant van Shell de wind uit de zeilen, die zei: waarom worden alleen wij aangepakt? In de gids stonden de namen opgesomd van álle oliemaatschappijen met banden met Zuid-Afrika, naast de paar waar ‘schoon’ getankt kon worden.
AABN-bestuurslid Klaas de Jonge in het nauw tijdens de Spektakelblokkade bij Shell Amsterdam, 19-21 april 1989

Op het hoogtepunt strekte de campagne zich wereldwijd uit tot zo’n vijftien landen. KZA drukte Shell-actieposters in tien talen. Tezelfdertijd gingen RaRa en andere radicale groepen buiten de ‘gevestigde’ anti-apartheidsbeweging op gewelddadige wijze Shell-stations te lijf, in Nederland en elders. De RaRa-acties werden afgekeurd, maar samenwerking werd wel gezocht met een nieuw gevormd comité Shell uit Zuid-Afrika (SuZA). Dat laatste probeerde het midden te zoeken tussen de actiemethodes van de hardliners en die van de ‘oude’ comités, die in de ogen van sommigen inmiddels wat versleten raakten. In 1989 organiseerde SuZA een vrolijke ‘Spektakelblokkade’ van het Shell-laboratorium in Amsterdam.


Nederlands racisme

Op een toenemend aantal fronten was de anti-apartheidsbeweging actief, in allerlei hoeken bloeiden initiatieven op. Verbanden werden nu ook gelegd tussen het thema van de apartheid en dat van het racisme in Nederland. Een seminar van onder andere Black People in Holland against Apartheid (BPHAA)begin 1986 ging daarover, en bij een anti-Shell-demonstratie in 1987 op de Dam in Amsterdam – gehouden op Sharpeville-dag, een dag door de VN uitgeroepen tot 'internationale dag voor de uitbanning van rassendiscriminatie' – werden leuzen tegen Shell gekoppeld aan leuzen tegen racisme. Tot de demonstratie was met name opgeroepen door BPHAA en een keur aan Surinaamse, Marokkaanse, Turkse, Kaap-Verdische en andere immigrantenorganisaties. Van de bekende anti-apartheidscomités vroeg op den duur vooral BOA aandacht voor het racisme. Meer dan Nederlanders zich realiseerden bepaalde dat laatste immers vaak de manier van kijken naar de ontwikkelingen in zuidelijk Afrika.


vorige    1   2   3   4   5   6   7   8  volgende