Overige dossiers
  Inhoud
  Inleiding
  Historisch overzicht
     jaren 50
     jaren 60
     jaren 70
     jaren 80
     jaren 90
  Reageer
  Colofon
 
 
 
webdossier 'Nederland tegen apartheid' - jaren '50 (1)

Nasionale Partij wint verkiezingen
Voorpagina Algemeen Handelsblad, 28 mei 1948

In mei 1948 wint de Zuid-Afrikaanse Nasionale Party onder leiding van D.F. Malan de verkiezingen met haar apartheids-programma.
De internationaal gerespecteerde premier J.C. Smuts moet het veld ruimen. Smuts had Zuid-Afrika aan de geallieerde kant door de Tweede Wereldoorlog geleid, en stond mede aan de wieg van de Verenigde Naties. In 1946 kwam hij nog naar Nederland om een eredoctoraat van de Leidse universiteit in ontvangst te nemen.
Jan C. Smuts (1870-1950)
D.F. Malan (1874-1959)

In Nederland zijn de reacties op de verkiezingsoverwinning van de Nasionale Party gemengd. De ‘neutrale’ houding van de nationalisten in de oorlog (anti-Brits en pro-Duits), het antisemitisme en de soms openlijke nationaal-socialistische sympathieën zijn nog niet vergeten. In het voorgenomen apartheidsbeleid bespeuren veel Nederlanders ook directe parallellen met het Duitse nazisme.

Voor de 'stamverwante' calvinistische Afrikaners bestond maar weinig sympathie. De benoeming door de nieuwe Zuid-Afrikaanse regering van Otto du Plessis tot nieuwe Zuid-Afrikaanse gezant in Den Haag leidde tot een diplomatiek incident: de regering-Drees wilde Du Plessis niet accepteren. Maar dit had meer te maken met zijn nazi-ideeën dan met een protest tegen apartheid.
Negen miljoen naturellen wil hij in reservaten streng afgescheiden houden van de gebieden der blanken. Met verbijstering vraagt men zich af, welk een afschuwelijke toekomst deze mensen te wachten staat op de armelijke, dorre gronden die hun zullen worden toegewezen.
Uit: Elseviers Weekblad (1948)


Groeiend begrip

Inmiddels bloeide de Koude Oorlog op en herstelde zich de conservatieve vooroorlogse moraal. Het begrip in Nederland voor het Afrikaner bewind groeide. Er lagen parallellen tussen het Nederlandse strenge verzuilde cultuurpatroon en de moraal van de wederopbouw aan de ene kant, en het conservatieve cultuurpatroon van de Afrikaners aan de andere.

Duitsland was ook niet langer de grote vijand; dat werd de Sovjetunie. Het anticommunistische apartheidsregime werd allengs meer gewaardeerd als bondgenoot en bolwerk van de westerse beschaving. Het PvdA-kamerlid Jacques de Kadt – in 1948 veroordeelde deze nog de overwinning van de nationalisten – meende in 1952 dat afschaffing van de apartheid op korte termijn tot chaos in Zuid-Afrika zou leiden.
Jacques de Kadt (1897-1988)
Daarbij zou alleen het communisme garen spinnen.


Interne kwesties

Zuid-Afrika steunde in de Verenigde Naties als een van de weinige westerse landen het Nederlandse standpunt dat de Nederlandse problemen rond de dekolonisatie van Indonesië en Nieuw-Guinea een 'interne' Nederlandse kwestie waren, waar de VN buiten stond. En zo werd voor de kabinetten-Drees ook het rassenbeleid een interne Zuid-Afrikaanse kwestie.
Willem Drees Sr. (1886-1988)

Nederlandse VN-vertegenwoordigers kregen de opdracht zich niet te scharen achter resoluties tegen de apartheid. Steeds vaker brachten Afrikaanse en Aziatische landen deze in stemming.


'Welwillendheidsbesoek'

De twee landen groeiden naar elkaar toe. De nieuwe Zuid-Afrikaanse premier Malan bracht in 1949 Nederland een welwillendheidsbesoek aan Nederland. Weliswaar gaf Koningin Juliana hem op Soestdijk te verstaan, dat zij nooit Zuid-Afrika zou bezoeken zolang daar apartheid heerste, maar minister-president Drees en minister van Buitenlandse Zaken Stikker ontvingen hem vriendelijk.
Eerste speciale emigrantenvlucht van de KLM in 1954

Drees vertelde aan een Zuid-Afrikaanse verslaggever hoezeer hij zich al als jongen tijdens de Boerenoorlog bewust geworden was van de stamverwantschap tussen beide landen. Naar aanleiding van het bezoek kreeg de KLM uitgebreide landingsrechten in Zuid-Afrika en werden de belemmeringen voor de toenemende Nederlandse emigratie opgeheven. De benoeming van gezant Du Plessis werd ingetrokken.


1952: Cultureel verdrag Nederland - Zuid-Afrika

In 1951 werd besloten de wederzijdse diplomatieke vertegenwoordiging de status te verlenen van ambassade. De bekroning van de toenadering was het cultureel verdrag, dat op 31 mei 1951, de ‘Uniedag’ in Zuid-Afrika, in Den Haag werd ondertekend. De aanhef spreekt van de vriendschappelijke betrekkingen en de beoogde uitwisseling en samenwerking tussen "beide volken" - maar het is duidelijk dat dit aan Zuid-Afrikaanse zijde uitsluitend betrekking had op de blanke inwoners, met name de Afrikaners. Op grond van dit verdrag zou geen enkele zwarte Zuid-Afrikaan ooit Nederland kunnen bezoeken.

Het is de leer van het Herrenvolk, die Malan in Zuid-Afrika tracht te verwezenlijken met een koud fanatisme, dat gespeend is van mededogen met de zwakkere medemens. Wat Hitler in Europa is mislukt, wil Malan in Zuid-Afrika er door drijven
Uit: Vrij Nederland
De enige tegenstemmers in 1952 in de Nederlandse Tweede en Eerste Kamer tegen de goedkeuring van het cultureel verdrag waren de fracties van de CPN. En buiten het parlement kwam het enige kritische geluid nog van het weekblad Vrij Nederland. De meeste andere bladen, ook de socialistische, aanvaardden inmiddels de stamverwantschap en vriendschap tussen Nederland en blank Zuid-Afrika.

Dat de mythe nauwelijks meer hoefde te worden aangeblazen, bleek bij de herdenking in 1952 van de komst van de Nederlander Jan van Riebeeck naar Zuid-Afrika, driehonderd jaar tevoren. Het feest werd in Nederland uitbundig meegevierd.
Postzegels ter herhenking van Jan van Riebeeck (1619-1677)
En toen Drees in 1953 Zuid-Afrika officieel bezocht, noemde hij voor een blank massagehoor "Nederland de moeder en Zuid-Afrika de volwassen dochter".

In het ‘feestjaar’ 1952 startte in Zuid-Afrika een grote geweldloze ongehoorzaamheidscampagne tegen de apartheidswetten (‘Defiance Campaign’). Duizenden zouden worden opgepakt. Een nieuwe wet in 1953 stelde ook het organiseren van dergelijk protest strafbaar.

1954: Prins Bernhard bezoekt het Voortrekkersmonument in Pretoria

Anders dan zijn vrouw zag Prins Bernhard er geen been in Zuid-Afrika te bezoeken. In 1954 voerde hij er gesprekken over economische en defensieaangelegenheden. Hij zag in Zuid-Afrika "geen enkel ongelukkig gezicht" en vond het een "zeer goed land voor landverhuizers". De prins vertolkte zo het standaardverwijt aan degenen die langzamerhand weer kritische geluiden lieten horen: ‘wie er niet geweest is, kan er niet over oordelen’.

Een mens heeft geen recht een oordeel over de apartheidspolitiek van Zuid-Afrika uit te spreken als men de redenen, die daartoe aanleiding hebben gegeven, niet kent
Prins Bernhard over apartheid


 


home      1   2  volgende