Inleiding
  Actueel
  Verkiezingen
     Bedreigingen
     Betrokken partijen
     PEPSA
  Media
     Partners NiZA
  Economie
     Grondstoffen
     Fatal Transactions
     Partners NiZA
  Goed bestuur
  Feiten
     Geschiedenis
     Kaart Congo
  Quiz!
  Webdagboek
  Fotogalerij
  Links
 
  Overige dossiers
 
 
 
Dunia

alle dagboekenfragmenten
zie ook www. henkweltevreden.nl


Verkiezingsdagboek van Henk Weltevreden - nr. 05 - Rotterdam, 20 december 2006

In den beginne in 1885 schiep Leopold II Congo Vrijstaat en haar wetten. En Leopold Lodewijk Filips Marie Victor, prins van Saksen-Coburg-Gotha, hertog van Brabant, zag dat het goed was er hield er stevig huis. Congo Vrijstaat was woest en ledig en de geest van rubber en ivoor zweefde over het weelderige oerwoud.

Kabila is herkozen. Een zegen voor de democratie. Een overwinning voor de westerse technologie. Computers en logistiek in de weelderige jungle van Congo. Zelfs de Batwa, de Pygmeeën konden stemmen.

‘Stem voor de kip en niet voor de vogel, want die vliegt weer weg!’ schreeuwt een vrouw op straat in Kinshasa tijdens de campagne. Ze houdt met beide handen trots haar T-shirt recht tot ver over haar immense heupen. De mannen om haar heen kijken gretig naar haar immense boezem, het strak getrokken gezicht van Jean-Pierre Bemba Gomba grijnst. De slogans zijn nog feller tijdens de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in Congo op 29 oktober 2006. Politiek op de spits is moddergooien.

Kabila is een vogel, volgens de Bemba-strijder. Hij kan zo van dag op dag Congo in de steek laten, immers, Joseph Kabila zou uit Rwanda, Tanzania komen. Kabila is geen Congolees, wat moet die man hier?

Abdoulaye Yerodia Ndombasi, een van de vier vice-presidenten uit het kamp van Kabila riep ooit pardoes de bewoners van Goma op om mensen die Rwandees spreken het land uit te gooien. In augustus 1998 zou de toen vijfenzestigjarige Yerodia, volgens het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, Congolezen hebben opgehitst om het Tutsi’s ‘gespuis’ te doden. ‘Exterminer la vermine Tutsi.’

De Partij van de Arbeid van België nodigden Yerodia uit voor hun 1 Mei feest in 2002. Yerodia’s advocaat vond dat niet zo slim, dus bleef het bij een bericht van Yerodia: ‘De belangrijkste tegenstelling van het moment is die van het grote complot tegen Congo, dat van het land een melkkoe van het imperialisme wil maken. Dat complot wil Congo dwingen zich aan de dictaten van de Wereldbank te onderwerpen. De Rwandezen mogen het land niet blijven bezetten. We moeten ervoor zorgen dat de revolutionaire strijd van Kabila, die ons in staat stelde Mobutu omver te werpen, wordt voortgezet. Dat proces komt vandaag steeds meer onder druk te staan. We moeten verhinderen dat de aanhangers van Mobutu met de handen in de zakken en fluitend naar Kinshasa kunnen terugkeren.’

Zucht. Media, media, ik vraag u, hoe kan Congo ooit stabiel worden?

Enkele voorbeelden.

De media van Bemba tonen vaak vreselijke beelden van slachtingen in de Equateur Provincie, moord en verderf door de troepen van politiek tegenstander Joseph Kabila voor hij president werd. Er is geen Bemba-hand in eigen boezem.
Op hun beurt tonen de media van Kabila lijken van politieagenten nadat een menigte supporters van Bemba aan het plunderen was geslagen.

In de laatste fase van de presidentsstrijd, net na de uitslag van de tweede ronde, bleek Kabila eigenlijk al herkozen.

Maar zijn residentie ligt op nog geen kilometer van het werkadres van Bemba. Het zijn de legertjes die elkaar afhouden, prikken en irriteren. Het doet je denken aan het jaar 1500, ridder Floris van Roozemond en zijn vriend de fakir Sindala.

De Garde présidentielle van Kabila, die alleen gehoorzaamheid aan hem schuldig is, opereert niet onder commando van het leger. Het zijn zo’n vijf- tot zesduizend man in Kinshasa. In heel Congo meer dan veertienduizend.

Bemba op zijn beurt heeft twaalfhonderd man, waarvan achthonderd in de buurt van Kinshasa, volgens de Internationale Crisis Groep op basis van gesprekken met de EU en VN-experts.

En dan de MONUC en de EUFOR. Ze zijn er zijn nog steeds in Kinshasa met groot vertoon. De mensen worden in de gaten gehouden vanuit de lucht met drones, spionagevliegtuigjes die onbemand zijn.

Onlangs stortte er een neer. Een Congolese vrouw verloor daardoor het leven. Er zou een onderzoek komen. Ik heb dat onderzoeksresultaat nergens kunnen lezen.
De MONUC heeft zeventienduizend man in Congo. Hun uniformen zijn gloednieuw. Hun wagens zijn perfect. Ze logeren vaak in de duurdere hotels in de stad. De jonge meisjes verkopen zich voor een habbekrats op sommige straathoeken. De MONUC stelt contact van de militairen strafbaar, maar je ziet nooit patrouilles in de buurten waar die meisjes zich verkopen. Ook niet in de restaurants en hotels waar de MONUC-mensen de bloemetjes buiten zetten met de lokale vrouwen en meisjes. De burgers zien het tandenknarsend aan en het beeld dat je met het westen alleen maar zedenverwildering binnenhaalt, is weer versterkt. En in dit land wil het westen dus democratie?

Eli Claude, een lokale pastor in Goma fluistert me Genesis in het Swahili in de oren.

‘Mwanza. Genesis, kent u dat?’

‘Tuurlijk,’ twijfel ik.

‘Mungu is God, dunia is aarde,’ gaat Eli Claude verder. ‘In den beginne schiep God de hemel en de aarde. Katika mwanzo Mungu aliumba mbingu na dunia.’

Ik frons.

‘Mungu creëerde Congo’ fluistert Eli, ‘en niemand anders, hoort u dat?’

Aan het einde schiep de Westerse Wereld verkiezingen en democratie in Congo Kinshasa. De bevolking van Congo was woest en ledig maar de geest van Leopold, goud en colton zweefde nog altijd vrolijk over het rijkelijk geplunderde oerwoud. En Joseph Kabila zag dat het goed was voor hem en maakte een scheiding tussen de oost en west Bantoes weer even ongedaan.

© Henk Weltevreden 20 december 2006



alle dagboekenfragmenten