In juni 2007 opnieuw gezinnen uit woningen gezet

Sinds 2001 zijn duizenden gezinnen uit arme wijken van Luanda met geweld verdreven en zijn hun huizen met de grond gelijk gemaakt. Velen kregen geen vervangende woonruimte en hebben tijdelijke onderkomens gebouwd van afvalmateriaal. Daar wonen ze nog steeds.

onderkomens van afvalmateriaal

Na het eind van de burgeroorlog in 2002 kwamen er nieuwe kansen voor het zakenleven en buitenlandse investeringen. Het ministerie voor Stedelijke Ontwikkeling en Milieu kwam met ‘het grootste stedelijke project ooit in Afrika’: de bouw van een nieuwe mega-stad genaamd de Nieuwe Stad Luanda, waar maar liefst vier miljoen mensen moeten gaan wonen. Huidige bewoners van het land waren een sta-in-de-weg en moesten worden verwijderd.

De politie en het leger traden heftig op, sloegen de mensen en schoten in het wilde weg. Wie zich verzette werd gearresteerd. Ook mensenrechtenactivisten, vooral van de organisatie SOS-Habitat, kwamen in de politiecel.

In een rapport van Amnesty International uit 2003 worden de gedwongen huisuitzettingen van de eerste twee jaar gedetailleerd beschreven. Het rapport maakt duidelijk dat de ontruimingen ingaan tegen diverse verdragen over mensenrechten en het recht op een geschikt onderkomen, die de Angolese regering zelf ook heeft ondertekend. Amnesty deed verschillende aanbevelingen aan de regering, waarvan enkele ook zijn opgevolgd. Zo zijn in 2004 een aantal landwetten ingevoerd, die de bewoners grotendeels beschermen. In 2006 gaf de regering openlijk toe dat de ontruimde gezinnen recht op compensatie hebben. Ook beloofde ze de huisvestingsstrategie te herzien met het oog op de behoeften van de stedelijke bevolking.

Maar in een vervolgrapport van begin 2007 stelt Amnesty vast dat ook latere ontruimingen niet volgens de regels zijn verlopen. De klachten blijven hetzelfde: mensen worden niet van tevoren gewaarschuwd, krijgen geen alternatieve huisvesting, er is steeds gewelddadig optreden van politie en militairen, soms versterkt door privé veiligheidsdiensten en mensen worden onterecht gearresteerd en slecht behandeld in de cel.

19 juni 2007
Op 19 juni van dit jaar zijn opnieuw zo'n 400 gezinnen uit hun woningen gezet, waarna huizen en bezittingen vernield werden. Het betrof een lokatie in het centrum van Luanda, waar het grootste hotel van Angola moet komen. Deze keer was het niet de politie gesteund door prive-beveiligingsdiensten, maar een groep zwaar bewapende militairen. Volgens mensenrechtenadvocaat David Mendes duidt dit op betrokkenheid van hoge generaals, die het leger gebruiken om hun belangen te verdedigen. De voorzitter van de bewonerscommissie werd door de militaire politie gearresteerd toen hij in bespreking was met de koepel van mensenrechtenorganisaties. De commissie heeft geprobeerd met de provinciale regering te onderhandelen om tenminste een minimale compensatie te bedingen. Vooralsnog tevergeefs.

printversie

Downloads: