Inleiding
  Feiten
  Geschiedenis
  Economie
     Olie
     Diamanten
  Politiek
  Goed bestuur
     Ontruimingsacties
  Partners NiZA
  Wist u dat?
  Kaart Angola
 
  Overige dossiers
 
 
 
Over de economie van Angola

Angola rekent dit jaar op een economische groei van 35 procent, een wereldrecord.
Het toverwoord is olie. Angola heeft bewezen reserves van ruim 8,8 miljard vaten.
Zelfs Duitse banken zijn nu bereid leningen te geven en dat is vrij uniek voor Afrika.
Het merendeel van de Angolese bevolking heeft er echter geen profijt van.

De manier waarop de buitenwereld met Angola is omgegaan, kan het beste omschreven worden als ‘plundering’. Eerst van mensen, tegenwoordig van olie en diamanten. Net als vroeger doet de lokale elite nadrukkelijk aan het grote graaien mee. Honderden miljoenen aan olieinkomsten raken ieder jaar zoek.
Foto: Rafaël Marques

De landbouw is onderontwikkeld. Dat was in de koloniale tijd anders. Toen was het de op drie na grootste koffieproducent ter wereld en exporteerde ook katoen, tabak, sisal en suiker.
Bij de onafhankelijkheid in 1975 vertrokken de Portugezen en masse. Uit frustratie vernielden ze een deel van de infrastructuur.
Er was geen Angolees kader om de vertrokken professionele krachten te vervangen.

De economische terloorgang werd nog versneld door de burgeroorlog en de politiek van nationalisatie, geënt op het sovjetmodel. Bij gebrek aan managers was dit soms ook pure noodzaak. De diamantindustrie werd staatsbedrijf en de landbouwsector werd gecollectiviseerd. Rond 1985 maakte de MPLA een draai richting privatisering. Het hervormingsplan voorzag ook in toetreding tot de Wereldbank en het IMF. Drie activiteiten bleven onder staatscontrole: importen, diamanten en de olieindustrie.

Angola importeert tegenwoordig voedsel uit Portugal en Zuid-Afrika. Door de jarenlange burgeroorlog is landbouw op veel plaatsen zelfs onmogelijk gemaakt: het plattelland nog ligt bezaaid met landmijnen die opgeruimd moeten worden.

China
China heeft Angola 4 miljard dollar geschonken voor het verbeteren van de infrastructuur. Een van de projecten betreft de aanleg van de spoorlijn van Katanga in Congo naar Benguela aan de kust. Aan de spoorlijn werken Chinese specialisten en Chinese arbeiders.
Ook op veel plaatsen in Luanda en daarbuiten zijn duizenden Chinezen bezig met de aanleg of verbetering van straten en wegennet. Allemaal in dezelfde blauwe overalls en etend uit dezelfde lunchblikken.
De werkloosheid onder Angolezen is groot maar Chinese arbeiders zijn goedkoper…

printversie


Downloads:
Uit het blad ZAM, 2002: hetgatvantweemiljard.doc (34 Kb)