Inleiding
  Verkiezingen
     Kandidaten/partijen
     Opinie
  Feiten
     Korte geschiedenis
     Kaart Zambia
  Economie
     Mijnbouwindustrie
     Opinie
  Hiv/aids
  Civil Society
  Partners NiZA
 
  Overige dossiers
 
 
 
Enkele feiten over de Zambiaanse economie

Oftewel: koper en de rest

Bij de onafhankelijkheid in 1964 beschikte Zambia over een hoog ontwikkelde kopermijnbouw, een smalle industriële basis en een weinig ontplooide landbouw. Het gros van de bevolking verbouwde met eenvoudige middelen zijn eigen voedsel.

Zolang de wereldmarktprijs voor koper hoog was, en dat was tot 1973, ging het Zambia goed en kon het land bouwen aan een verzorgingsstaat. Vanaf dat jaar ging het mis: niet alleen de koperprijs daalde, het vervoer werd duurder door stijgende olieprijzen en er ontstonden problemen met de uitvoer doordat dit via Angola en het toenmalige Rhodesië niet meer mogelijk was. De productie daalde en investeringen in de sector vonden niet meer plaats.
kinderen in de copperbelt

Chiluba zette in de jaren negentig een omvangrijk hervormingsprogramma in, waaronder privatisering van de mijnbouwsector. Een aantal mijnen kwam in Indiase en Chinese handen. De nieuwe bazen maakten zich met massaontslagen en lage lonen niet geliefd bij de mijnwerkers. De koperprijs steeg maar betere levensomstandigheden voor de mijnwerkers bleven uit.

Chiluba beloofde ook stimulering van de kleinschalige landbouw en privatiseerde staatsbedrijven. De gehoopte stroom buitenlandse investeringen kwam echter niet op gang.
Ook kwam er geen alternatief voor het staatsopslag- en opkoopbedrijf in de privésector met als resultaat dat vele overschotten van het platteland de markt niet meer bereikten.

Onder Mwanawasa gingen de landbouwhervormingen door en de meeste landbouwgrond die in handen was van de staat is verdeeld onder Zambiaanse en buitenlandse boeren.
Door grote droogte had het land in de jaren 2000 tot 2003 echter voedselhulp uit het buitenland nodig.

printversie