Intro
  Achtergrond
  Projecten
  Jongeren
  Links
  Naslag
                            
 
 
Beira nieuws | agenda | archief (oude website)


9 september 2003
Nieuwsbrief Amsterdam-Beira, jaargang 8, nr.2. Najaar 2003
Leven en werken in Beira
Door Hanny Rennen

Erosie aan de kust bij Beira
Beira toen
Je hebt Nederlanders die hun hart verloren hebben aan deze stad, anderen zijn er in een mum van tijd op afgeknapt. Toen ik er eind 1999 aankwam was ik geshockeerd door de armoede. Een rommelig aandoende stad die voor het grootste gedeelte bestaat uit zelfgebouwde hutjes. Het moet 40 jaar geleden een idyllische stad geweest zijn, waar het goed toeven was, althans, als je aan de koloniale zijde geboren was.

De huidige wijken missen riolering en bestrating waardoor het in regentijd één groot moeras wordt. Geen wonder dat ziektes hier welig tieren. Slechts een klein deel van de bevolking woont in stenen huizen. Dat wil niet zeggen dat die er altijd beter aan toe zijn want veel huizen en flats zijn bijna 40 jaar niet meer onderhouden: alles wat kapot kan zijn is kapot; ramen en deuren zijn verdwenen; elektriciteit en water ontbreken.

Het kostte me moeite om door de totale vervallenheid van de huizen te zien dat er een prachtige architectuur onder zat. Op de ‘geasfalteerde’ wegen moest je tussen de kuilen zoeken naar het asfalt. De mensen maakten een treurige en slecht doorvoede indruk. Ik had moeite met de viezigheid, het trage werktempo, de bureaucratie en de verziekende corruptie.

Beira worstelt met grote problemen: de erosie langs de kust vormt een serieuze bedreiging voor de stad, de lager gelegen wijken lopen onder bij forse regenbui; hygiëne is ver te zoeken, malaria en cholera zijn naast Aids de meest voorkomende ziektes.

Beira nu
Ik werk hier nu drie jaar en de situatie is nog steeds niet rooskleurig. Er is echter ook flink wat veranderd in die tijd. Ik zie weldoorvoede en goed geklede mensen in de stad en het aantal bedelaars en straatkinderen is behoorlijk afgenomen. De meeste wegen zijn goed begaanbaar. Gebouwen zijn opgeknapt, waardoor de Portugese stijl in de architectuur weer zichtbaar wordt.

Mozambique zit qua economische ontwikkeling in een opgaande lijn. Niet iedereen profiteert daar in gelijke mate van mee want de situatie in de lemen wijken is nog bijna hetzelfde. De tijd dat er alleen maar gesproken werd over hoe erg het allemaal is, lijkt bijna voorbij. Ik noem die tijd ‘het bedeltijdperk’. Lokale organisaties en overheid waren meesters in het vragen om geld, zoals de bedelaars op straat dat doen door hun hand op te houden. Nu begint men door te krijgen dat je plannen moet maken met doelstellingen en dat je moet beschrijven hoe je die denkt te bereiken. Dat is een goede ontwikkeling.

Er zit helaas wel een groot gat tussen de eisen die de meeste donoren stellen aan projectbeschrijvingen en dat wat een doorsnee organisatie op papier kan krijgen. Zonder hulp is het opstellen van een projectplan een onmogelijke opgave. Denken en doen sluiten hier niet aan op de hoge eisen die donoren stellen; logica en tempo zijn anders.
Mozambique beseft dat een betere toekomst alleen mogelijk is door het verbeteren van onderwijs. Het aantal scholen wordt uitgebreid en men werkt hard aan de verbetering van het onderwijs.

Er blijft echter nog veel te doen want ongeveer de helft van de bevolking in Sofala, de provincie waar Beira in ligt, kan niet lezen of schrijven. Daarnaast geldt voor 60% van de mensen dat zij leven onder de absolute armoedegrens. Zij zien echter ook de verlokkingen van de westerse wereld: trendy kleding, een supermarkt, de mobiele telefoon, cd’s en computers. Het is (nog) een relatief kleine bovenlaag die toegang heeft tot deze verworvenheden want voor de meeste mensen geldt dat men elke dag zorgen heeft om aan voldoende eten te komen.

Vanuit Amsterdam is met projecten gepoogd een bijdrage te leveren aan de armoedebestrijding in de stad. De ‘nieuwe middenklasse’ moet een voortrekkersrol krijgen om verdere ontwikkeling tot stand te brengen.

Journalistenproject van Asserco
Asserco
In het midden van de stad is Asserco, mijn werkplek, gevestigd. Onder het motto ‘democratie van onder naar boven’, heeft deze organisatie een programma ontwikkeld om overlegstructuren op te bouwen tussen bewoners in de wijken en de gemeente.
In de gemeente Beira wordt de communicatie tussen die twee tot nu toe gekenmerkt door wantrouwen.

Toekomstig bestuur
Op 19 november aanstaande zijn er gemeenteraadsverkiezingen. De lokale ‘heersende macht’ zou er daarna wel eens heel anders uit kunnen zien. Ongeacht de politieke kleur van het gemeentebestuur is een permanente overlegstructuur noodzakelijk om de problemen in de lemen wijken op een duurzame manier aan te pakken.

Amsterdam heeft in het verleden een serieuze poging gedaan om daarin verbetering te brengen door een trainingsprogramma voor de gemeente Beira op te starten.

Inmiddels zijn de ontwikkelingen een stap verder en zijn, vanuit de centrale overheid, in het hele land trainingsinstituten opgezet, die het gemeentelijk functioneren moeten verbeteren. Als met de komende verkiezingen een nieuwe lichting bestuurders aantreedt kunnen deze onmiddellijk getraind worden in het bestuurlijke werk dat hen wacht.