Intro
  Achtergrond
  Projecten
  Jongeren
  Links
  Naslag
                            
 
 
Beira nieuws | agenda | archief (oude website)


20 december 2000
Nieuwsbrief Amsterdam - Beira, winter 2000, jaargang 5, Nr 4
"Jonge Nederlanders weten niet wat lijden is"
Jongerenuitwisseling 2000
Berendien Bos

In het kader van de Amsterdamse stedenbanden met Beira (Mozambique) en Managua (Nicaragua) bezochten vier jongeren uit deze steden Amsterdam. In december ontmoetten zij leeftijdgenoten op enkele middelbare scholen en namen zij deel aan een jongerenconferentie. Als voorbereiding op de jongerenconferentie volgen de Amsterdamse scholieren een lesprogramma bij het vak maatschappijleer. Het thema van het lesprogramma en de conferentie was stads- en plattelandscultuur, onder welke noemer veel subthema’s behandeld zijn.

Vier jongeren uit een grote stad. Nayron (25) en Sandra (21) werken en studeren in Managua, de hoofdstad van Nicaragua. Felix (20) en Antonio (23) zitten op een middelbare school in Beira, de grootste havenstad in Mozambique. Maar (hoofd)stedelijke arrogantie hoef je van hen niet te verwachten. ‘Veel mensen uit Managua vinden plattelanders dom en achtergebleven,’ vertelt Sandra die zelf aan de technische universiteit studeert. ‘Zij kunnen immers niet lezen en schrijven en hebben geen ‘echt’ vak geleerd. Mannen hebben een betaalde baan, terwijl hun echtgenotes voor het huishouden en de kinderen zorgen. In Managua werken veel vrouwen buitenshuis. Daarom vinden stedelingen zich een stuk moderner.’

Maar dit soort vooroordelen kloppen niet, vinden de vier: juist door de moeilijke omstandigheden in de dorpen weten deze mensen wat hard werken is. Er is weinig werk, weinig voorzieningen en mensen moeten het zoveel mogelijk zelf rooien. ‘Daarom zijn plattelanders erg ingenieus en zelfstandig,’ meent Felix. ‘Een meisje dat opgroeit in een gegoed milieu in Beira, heeft in haar jeugd een huishoudster gehad. Op het platteland helpen kinderen van jongs af aan mee in het gezin. Ze halen water, leren koken en schoonmaken,’ zegt Felix.

Gelukszoekers
De laatste jaren is het inwonersaantal van Beira en Managua explosief gegroeid. Bijna de helft van de bevolking in Nicaragua is jonger dan 15 jaar. Beira kent een trek naar de stad. De leefomstandigheden van de meeste inwoners zijn zwaar en slechts een enkeling vindt werk. En toch arriveren elke dag nieuwe gelukszoekers in Beira. Antonio geeft hen weinig kans: ‘Er is te weinig werk, ook voor opgeleide mensen. Veel jongeren kunnen niet naar school omdat er geen geld is. Het enige dat overblijft is bedelen: ze hebben geen huis, ze zwerven rond en moeten stelen om in leven te blijven. Misschien hadden ze op het platteland wel werk in de landbouw gehad.’

Mobiele telefoon
De kansen van de jongeren uit hun eigen land staan in schril contrast met de Amsterdamse scholieren die ze tijdens de uitwisseling hebben bezocht. ‘Bijna iedereen heeft een bijbaantje, maar niet uit noodzaak. Ze werken voor hun mobiele telefoon en om uit te gaan. Wij werken om te kunnen studeren,’ aldus Nayron. Of, zoals Sandra, om haar familie te onderhouden. Overdag werkt ze op een gezondheidscentrum en in de avonduren duikt ze in haar studieboeken. Nayron: ‘Deze generatie hoeft niet te overleven. Zij weten niet wat lijden is.”

Ze zijn onder de indruk van hoe hun leeftijdgenoten uit Amsterdam bezig zijn met hun toekomst. Werk houdt Amsterdamse jongeren niet af van hun studie. ‘Zelfs als ze een joint roken, weten ze nog wat ze doen,’ vult Felix aan. Antonio: ‘Hier weet iemand van 18 vrij goed wat hij wil. Dat is in Mozambique wel anders.’ Hij doelt hiermee op veel jongeren in Beira die geen perspectief hebben en na hun middelbare school niet weten wat ze willen. ‘Ze hangen rond op straat en verdoen hun tijd met spelen en stelen.’

Grote verbazing oogst de vrijheid van de Amsterdamse scholieren. Meisjes mogen tot vroeg in de morgen feesten. Ze geven hun geld uit aan dingen voor henzelf. Leraren zijn niet streng en iedereen kleedt zich op zijn eigen manier. Dat is ondenkbaar in Nicaragua en Mozambique. Daar is de discipline veel groter. Nayron: ‘Als je in Managua je pet ophoudt op het schoolplein, gaan er direct vijf punten van je proefwerk af.’

Grenzen
Echter, na de lofzang volgen direct hun bedenkingen. Kinderen in Amsterdam mogen dan wel alles maar volgens de vier kennen ze hun grenzen niet meer. Antonio vindt niet dat ze de braafheid van hun landgenoten moeten overdrijven.‘Ook in Mozambique maak ik gebrek aan respect mee. Op sommige privé-scholen maken de leerlingen de dienst uit.’ Hij vertelt over een klas die ooit een leraar een week naar huis stuurde. Toen de docent vervolgens niet meer terug wilde komen, dwongen de scholieren hem alsnog aan het werk te gaan. ‘Zij weten dat de schoolbijdrage van hun ouders het salaris van de docent betaalt. Daarom durven ze zich zo te gedragen.’

Lees meer:
Conferentie in 1999

Organisatie:
Ontwikkelingseducatie Stedenbanden Amsterdam: www.ontwikkelingseducatie.nl