Intro
  Achtergrond
  Projecten
  Jongeren
  Links
  Naslag
                            
 
 
Beira nieuws | agenda | archief (oude website)


24 juni 2000
Zomer 2000 Jaargang 5 Nr 2
Impressie uit Beira
NiZA-medewerkster bezoekt Beira vlak na de cycloon
Nini van Driel

Voor de tweede keer land ik op het vliegveld van Beira. Het is 6 april en Mozambique is aan het bijkomen van de enorme watersnoodramp die het land sinds begin februari heeft geteisterd.

Vanuit de lucht vang ik een glimp op van de delta van de Pungwe rivier die aan de zuidkant van Beira ligt. De rivier is nog steeds enorm van omvang. De stukken land die zichtbaar zijn, worden omringd door water. De stad ligt er vanuit de lucht gezien mooi bij. Een echte stad met flats en asfaltwegen en veel groen, beschenen door de zon en gedomineerd door de zee waar de stad tegenaan leunt. Vanaf die hoogte zie je geen gaten, afgerukte daken, betonrot en verval. Maar ik weet dat de cycloon Eline een spoor van vernielingen heeft getrokken.

Een paar dagen nadat ik in Beira aangekomen ben, ontvang ik emails met de vraag hoe ik Beira heb aangetroffen. Het vreemde is dat ik daar diep over moet nadenken. In september 1999 kwam ik voor het eerst in Beira en ik schrok van de staat waarin de stad verkeerde, namelijk enorm verwaarloosd. De vanuit de lucht imposante flats bleken kaal, verveloos, en onbewoonbaar, hoewel meestal toch bewoond door vele mensen. In de grote Portugese huizen zijn meerdere grote Mozambikaanse families gehuisvest; de huizen worden helemaal uitgewoond. Onderhoud wordt er niet gepleegd. Daar is geen geld voor. Als het in de ene kamer lekt, verhuis je naar de andere.

Voor en Na Eline
Wat was het verschil met vóór de cycloon? Ik denk dat ik nu meer huizen met nauwelijks nog een dak erop zie; de gaten in de wegen zijn beduidend dieper en groter in getal. Dat beeld ken ik vanuit mijn jaren in Maputo: na de regentijd is het altijd treurig gesteld met de wegen die meestal lappendekens zijn van stukjes asfalt. Als de droge tijd aanbreekt wordt de lappendeken weer gestopt. Eerst worden de gaten dichtgegooid met zand en later, als het voorhanden is, met asfalt. Ik zie allemaal kaalgekapte boomstronken. Omgevallen bomen zijn in een wip verdwenen. De mensen weten er wel raad mee met hun hakken en bijlen. Hout is schaars en zo'n omgevallen boom is een gift uit de hemel. Er vallen slachtoffers, er wordt geweend en getreurd, maar het leven gaat door en er moet gegeten worden.

Wie weinig heeft, heeft weinig te verliezen. Veel tijd om bij de pakken neer te zitten, is er niet. De stad is dan ook gevuld met dezelfde mensenmenigte die zich verplaatst van de ene plek naar de andere. Mensen die naar hun winkels en kantoren gaan om te werken; mensen die allerhande spullen op straat proberen te verkopen. Daar is het jongetje dat zich altijd bij de markt ophoudt met de hand van zijn blinde vader op zijn schouder: hij smeekt me om een paar centjes. De jongen op de markt begroet me vol enthousiasme en breed lachend, terwijl hij me zijn groenten aanprijst.

Opnieuw beginnen
Voor de oppervlakkige blik van de vreemdeling lijkt er niet veel veranderd. Lijkt, zeg ik. Want voor mij is het moeilijk het verschil te zien en te voelen tussen ellende en nog meer ellende. Dat hoor en zie ik als ik wat beter kijk en luister. Mensen die beetje bij beetje een huisje bij elkaar gescharreld hadden, zijn dat door de storm kwijtgeraakt. Ze kunnen weer opnieuw beginnen en het zal misschien jaren duren eer ze weer een fatsoenlijk dak boven hun hoofd hebben. Zoveel mensen hebben familie in de overstroomde gebieden; slachtoffers van het water. Voor de gemeente geldt hetzelfde. Weer zoveel verder achterop geraakt. Het is om moedeloos van te worden.

Scholen zwaar getroffen
Amsterdam heeft geld uitgetrokken om haar zusterstad te helpen de geleden schade te herstellen. Reken maar dat dat gewaardeerd wordt. Fantastisch om in nood terug te kunnen vallen op een rijke zus! En wat er allemaal gedaan kan worden voor dat geld! Om te beginnen worden de daken van de vele getroffen scholen aangepakt.

De directeur van het lager onderwijs van Beira, de heer Januário, heeft een inventarisatie gemaakt van de getroffen lagere schooltjes. Op zijn lijst staan 17 scholen. Bij allen heeft de cycloon delen van het dak meegetrokken. Samen met hem bezoek ik een aantal scholen en bekijken we de kapotte daken. Hij heeft een lijst in z'n hand waarop staat wat de scholen aan materiaal krijgen om de daken te repareren. Daar waar het nodig is, pakken ze meteen ook de constructie aan, waardoor het dak stormbestendiger zal zijn.

Mede dankzij de hulp van Amsterdam hervinden de burgers van Beira hun moed. Niet alleen om door te leven, maar ook om te herstellen en te bouwen aan een betere toekomst.