Beira, stad in opbouw

Door Paul Vugts

Vorige
Volgende hoofdstuk

Wie door Mozambiques tweede stad loopt -na miljoenenstad Maputo volgt Beira op afstand met naar schatting ruim 400.000 inwoners - ziet overal schimmen van het rijke verleden. Brede avenues omzoomd met acacia's en weelderige buitenwijken vol Portugese villa's. Maar nagenoeg alles is vergaan. Van de glooiende architectuur met ruime veranda's is met de verf ook de grandeur afgebladderd. Huizen zijn ingestort, maar worden bewoond.

Tot 1975 ging het de stad economisch voor de wind, maar de Portugese kolonisator had scherp in het oog dat kennis machtig maakt en zorgde er voor dat alle belangrijke posten door Portugezen werden bezet. Toen de Europeanen Mozambique na de Anjerrevolutie hals over kop verlieten (op 25 juni 1975 werd Mozambique officieel onafhankelijk), bleven op alle belangrijke plekken de stoelen leeg. De haven, absoluut inkomstenbron nummer één, zat op slag zonder directie en kader. Hetzelfde gold voor de waterleidingen, het energiebedrijf, aannemers en wegenbouwers. Verbitterde Portugezen richtten ook nog vernielingen aan, waardoor bijvoorbeeld het merendeel van de pakweg twintig flats - soms met dertien etages - nu nog niet over liften beschikt, omdat de schachten toen met beton werden volgestort.

Het marxistisch-leninistische Frelimo (Frente de Libertaçao de Moçambique, dat zich tot '75 tegen de Portugezen verzette en daarna de staatspartij werd) zocht zijn heil in het socialisme, maar als het nieuwe regime het land al naar een hoger plan had kunnen tillen, kreeg het daarvoor niet de kans.

In 1976 werd de terreurgroepering Renamo (Resistência Nacional Moçambicana) opgericht, een beweging zonder duidelijke ideologie, maar met één doel: Frelimo te gronde richten. De bandidos (bandieten, zoals tegenstanders de rebellen noemden) begonnen met steun van Rhodesië en Zuid-Afrika in de daaropvolgende jaren met hun bloedige reeks aanslagen, ontvoeringen, verkrachtingen en verminkingen. Tijdens de ruim zestien jaar durende burgeroorlog die volgde, werd Mozambique economisch en maatschappelijk ontwricht. Beira was als havenstad voor met name het huidige Zimbabwe, Zambia en Malawi van groot economisch belang. De Beira-corridor (een weg, een spoorlijn en een oliepijp naar Zimbabwe) werd door honderdduizenden Zimbabwaanse militairen dan ook streng bewaakt, waardoor Beira een relatief veilige enclave werd in de door Renamo geterroriseerde omgeving.

De havenstad oefende daarmee een grote aantrekkingskracht uit op de deslocados die uit hun dorpen werden verdreven en in het moerasgebied rond de op de kuststroken gebouwde wijken, hun hutjes bouwden uit leem, hout, steentjes en stro. Ook langs de Beira-corridor zijn overal informele nederzettingen ontstaan.

Omdat de huttendorpen op veel te natte grond zijn gebouwd, met grote gezondheidsrisico's tot gevolg, werkt Beira langzaam maar zeker aan de door de Verenigde Naties (VN) ingezette repatriëringsprogramma's. Voor hen die niet terug willen of kunnen naar het platteland, worden buiten Beira nieuwe wijkjes ingericht, al is de schaal nog klein.

In oktober 1992 werd officieel de vrede getekend en na een grote VN-operatie werden twee jaar later voor het eerst democratische verkiezingen gehouden. Sindsdien is de rust weergekeerd in Mozambique. Opvallend is de berusting en zelfs opgewektheid waarmee de Mozambikanen proberen een nieuw leven op te bouwen. In het straatbeeld van Beira herinneren de soms strompelende oorlogsslachtoffers aan het nog verse verleden, maar van diepe haat tussen de partijen die tegenover elkaar stonden is weinig te merken.

Wederopbouw, dat is waar Beira zich op richt, en daarbij krijgt het net als de rest van Mozambique steun van een wirwar van gouvernementele en non-gouvernementele hulporganisaties. Geschat wordt dat in Mozambique 150 verschillende hulpverlenende instanties actief zijn en een groot deel daarvan houdt zich ook bezig met de havenstad. Finnen, Zweden, Italianen, Noren, Denen, Zwitsers, Nederlanders en Zimbabwanen, overal rijden hun four-wheel-drives en bij verschillende buitenwijken hebben ze hun bewaakte kampementen. Wegens gebrek aan coördinatie werken de hulpverleners vaak verre van efficiënt, maar dat de hulp effect sorteert is onmiskenbaar. De Beira-corridor naar Zimbabwe zal binnen enkele maanden geheel zijn hersteld en mede dankzij de nodige Nederlandse hulp is ook de situatie in de haven stukken verbeterd.

Op last van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank moet Mozambique al haar belangrijke staatsbedrijven privatiseren en overal in Beira is zichtbaar hoe het socialistische verleden wordt ingehaald door een nieuwe kapitalistische economie. Nergens is de omslag duidelijker te zien dan op de zijgevels van de hoogbouw. De schilderingen die vroeger het socialisme verheerlijkten zijn overgeverfd, zodat gigantische billboards nu schreeuwen van bier, cola en vernieuwde wasmiddelen.

Langzaam probeert Beira ook haar oude toeristische verleden te herwinnen. Hoewel de stad nog grotendeels in puin ligt, hebben de Mozambikaanse happy few, de Zimbabwanen, Zuid-Afrikanen en de Indiërs - die grotendeels de middenstand uitmaken - hun nachtleven alweer aardig op poten gezet. Voor wie geld heeft, zijn er voldoende restaurants, disco's, strandtenten en zelfs campings voorradig.

Sinds 1987 werkt een team van experts van Amsterdam Port Consultants, waarvan ook het Gemeentelijk Havenbedrijf deel uitmaakt, aan de wederopbouw van Beira's haven. Nederland, die in de periode van boycots van Zuid-Afrika niet wilde dat geheel zuidelijk Afrika werd getroffen, besloot Mozambique te helpen met de opbouw van haar belangrijke haven in Beira. Toen de Amsterdamse brandweer na de hoofdstedelijke havenexperts vanaf 1988 ook steun ging verlenen en meerdere incidentele projecten van de grond kwamen, vroegen Beira's bestuurders aan Amsterdam wat het precies voor ogen had met de relatie. Uiteindelijk werd, na meerdere missies over en weer - onder meer president Joaquim Chissano kwam naar Amsterdam - in 1993 de stedenband officieel bekrachtigd.

Sindsdien heeft ook Gemeente Waterleidingen Amsterdam de collega's in Beira intensief ondersteund, zijn verschillende jongerenprojecten gehouden en is onderzocht wat gedaan kan worden aan de kusterosie die de Mozambikaanse stad bedreigt, al is dat laatste project na onenigheid met toenmalig minister Pronk van Ontwikkelingssamenwerking naar het ministerie van Buitenlandse Zaken overgegaan. Concreet is tegen de kusterosie nog niet meer gedaan dan het opstellen van masterplannen en dergelijke.

De laatste jaren hebben de besturen van Amsterdam en Beira geen intensief contact. De projecten van de waterleiding eindigen volgend jaar, de brandweer gaat nog minstens een jaar door, maar de toekomstige relatie tussen de zustersteden is voorlopig ongewis. Volgend jaar zal een gemeentelijke missie naar Beira afreizen om de nieuwe situatie - ontstaan na de gemeenteraadsverkiezingen van mei 1998 - in kaart te brengen en nieuwe mogelijkheden te bespreken.

Vorige
Volgende


NiZa Cahier 4 (december 1998)