Voorwoord

Door Anne-Lize van der Stoel
uit:Beira! - NiZA Cahier 4 (1998)

Terug naar inhoud
Volgende hoofdstuk

De band tussen de gemeente Amsterdam en Beira dateert uit de tijd dat volop gesproken werd over boycots van Zuid-Afrika.

Gemeenten lieten zich in deze discussies niet onbetuigd en kwamen, los van het beleid van de landelijke overheid, met eigen lokale voorstellen tot boycots. Ook in de Amsterdamse gemeenteraad woedde de discussie op welke wijze Amsterdam duidelijk kon maken dat apartheid een verderfelijk gedachtegoed is en bestreden dient te worden.

Sommige fracties in de gemeenteraad deden voorstellen tot uitsluiting van Zuid- Afrikaanse sporters, ofschoon men kon weten dat de landelijke overheid de uitsluiting zou verhinderen. De landelijke overheid koos toen niet voor boycots. Dit was de reden dat andere fracties de boycotvoorstellen niet steunden. Amsterdam zou dan immers een schijngebaar maken, waar de slachtoffers van apartheid geen baat bij hadden.

Er werd gezocht naar een Amsterdamse stap die wél effect sorteerde. Een gesprek met de toenmalige minister voor Ontwikkelingssamenwerking, mevrouw Schoo (oud-lid van de Amsterdamse raad), resulteerde erin dat gekeken werd hoe steden in landen rondom Zuid-Afrika gesteund konden worden. Zuid-Afrika was in de regio immers de toegangspoort voor import van allerlei goederen en Zuid-Afrika verhinderde deze import zoveel mogelijk. Zo ontstond de vraag: op welke wijze kunnen we deze landen steunen in het onafhankelijk worden van Zuid-Afrika? De keuze viel op Beira, omdat Amsterdamse deskundigen een stevig handje konden helpen bij het weer op poten zetten van de vervallen haven daar. De Amsterdamse deskundigheid vergde niet alleen inzet van het gemeentelijk havenbedrijf, maar ook van het Amsterdamse havenbedrijfsleven. Zo kreeg lokale ontwikkelingssamenwerking een breder draagvlak en was het niet alleen een zaak van de gemeenteraad.
De motie met deze strekking werd aangenomen en zo begon de relatie met Beira.

Uit de hierna volgende verhalen blijkt dat het herstel van de haven geen eenvoudige klus was.

Doorzettingsvermogen heeft er wel toe geleid dat de haven weer werkt, mensen er weer hun dagelijks brood kunnen verdienen. Een bewijs dat ontwikkelingssamenwerking tussen steden succesvol kan zijn.

Het havenproject werkte als aanjager voor anderen: de brandweer en het waterleidingbedrijf vonden hun weg naar Beira.

De verhalen laten zien dat in Beira nog veel moet veranderen wil de stad een waar thuis voor velen zijn. De werkgelegenheid staat onder druk door privatisering, die tegelijkertijd noodzakelijk is. Aan het bestuur van de stad valt veel te verbeteren, voor zowel politici als ambtenaren. 'Good governance' lijkt geen gemeengoed. De politieke cultuur is verzuild en doet onvoldoende recht aan politieke verscheidenheid. Er is vrijheid in Mozambique, de democratie verdient echter versterking.

De verhalen in dit cahier vertellen over de moeizame veranderingen, het tekort aan geschoolde mensen en de grote bevolkingsgroep met een uiterst onzekere toekomst. Soms zou je na het lezen van verhalen als deze het bijltje er bijna bij neer gooien: er moet zoveel tegelijkertijd gebeuren onder zware omstandigheden. Niet voor niets schrijf ik 'bijna'. Want je weet dat sociale rechtvaardigheid, kennis van zaken, samenwerking met de mensen daar en doorzettingsvermogen het mogelijk maken dat Beirezen zelf verantwoordelijkheid kunnen gaan nemen. Het zal nog wel enige jaren duren, maar het kan ook in Beira.

Vanaf deze plaats is het meer dan terecht al degenen die zich inzetten voor de mensen in Beira hartelijk dank te zeggen. Zij zijn degenen die politieke woorden onder moeilijke omstandigheden omzetten in daden.
lk hoop dat zij en na hen hun opvolgers dit willen blijven doen.

Anne Lize E.C. van der Stoel,
voorzitter COA
Commissie Ontwikkelingssamenwerking Amsterdam.

Terug naar inhoud
Volgende hoofdstuk