Solidariteit en ruggegraat |
De 'vrouwen van de vijzel', waarmee enkele Amsterdamse vrouwengroepen een uitwisselingsproject hebben, hebben het zwaar te verduren gehad in de afgelopen periode. Toch blijken de vrouwen succesvoller dan hun mannelijke equivalent 'de mannen van het huis'. ![]() ![]() In La de Andorines komt er geen man aan te pas. Ze zijn sterk in de minderheid en de mannen díe er wonen hebben weinig te vertellen. Manuel en de 34 andere leden van de vrouwenbeweging Amai-a-pa-Banda ('vrouwen van de vijzel') nemen alle beslissingen. De emancipatie van de Mozambikaanse vrouwen is noodgedwongen tot stand gekomen. Na de burgeroorlog tussen regeringspartij Frelimo en de rebellen van Renamo, die in 1993 vrede sloten, stonden ze er alleen voor. De echtgenoten waren gedood of gevlucht (en zijn niet meer teruggekomen). Weliswaar streden ook vrouwen in de oorlog die zo'n tien jaar duurde, maar de meesten bleven thuis, rond de vijzel, waar het graan en de maïs worden fijngestampt. De vrouwen hadden elkaar hard nodig en de grotere saamhorigheid leidde uiteindelijk tot de oprichting van de vrouwenbeweging Amai-a-pa-Banda. Nu wordt de beweging financieel gesteund door de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie Bilance. De gemeente Amsterdam verleent eveneens steun, zij het niet met geld, maar met kennis. Hieruit is inmiddels het uitwisselingsproject 'Vrouwen in Ontwikkeling in Nederland en Mozambique' ontstaan (zie hiervoor het decembernummer van dit blad, red.). Amai-a-pa-Banda. De vrouwen van de vijzel, met zo'n zestienhonderd leden, zijn het sterkst vertegenwoordigd in de provincie Sofala. ![]() 'De vrouwen moeten de nieuwe ruggengraat van Mozambique vormen', zegt pater Jos Maertens (64), sinds 1993 coördinator van Amai-a-pa-Banda. De mannen hebben het te lang laten afweten. 'Dat is het enige positieve geweest van de burgeroorlog', zegt 'padre José'. 'De vrouwen zijn sterker geworden.' Volgens Maertens is de beweging het beste te vergelijken met een 'boerinnenbond'. 'Mozambikaanse vrouwen werken op het land, dat is altijd zo geweest. Maar pas de laatste jaren hebben ze zich georganiseerd en maken ze steeds vaker hun eigen keuzes.' De vrouwen van Amai-a-pa-Banda verdienen geen geld met hun werk. De 'bondskas' is geen vetpot, maar daar gaat het ook niet om volgens Maertens. 'De saamhorigheid van de vrouwen, dat is het allerbelangrijkste.' Maertens is minder enthousiast over het 'mannenproject' Apai-a-Muzi, 'de mannen van het huis', waarvan hij ook de coördinator is. Apai-a-Muzi is opgezet om de mannen die terugkwamen van de oorlog op te vangen en te organiseren. Zo werd geprobeerd ook mannen op het land te laten werken. Een grote mislukking. 'Vrouwenwerk', vonden de Mozambikaanse mannen. Bovendien kregen ze er geen salaris voor en dus gingen ze weer op zoek naar een ander baantje. 'De mannen zijn onderling minder solidair dan de vrouwen', zegt Maertens. 'Ze denken altijd eerst aan hun economische belang. Apai-a-Muzi heeft nu 75 werknemers.' Er is inmiddels een garage, een vissersboot en een timmerwerkplaats, maar Maertens vreest dat het mannenproject geen lang leven beschoren zal zijn. Er ontbreekt gewoonweg het geld voor. Amai-a-pa-Banda, daarentegen, groeit nog steeds. Dat wil niet zeggen dat de vrouwen altíjd even solidair zijn. In La de Andorines, bijvoorbeeld, vechten de vrouwen om de gunsten van de weinige mannen. Een man met verschillende vrouwen is hier zeer gebruikelijk. De mannen van Mozambique zijn hun macht nog niet helemaal kwijt, al is het nog slechts de macht van het ondertal. |
![]() |
![]() |
![]() |