'Grande Hotel lijkt nu net de Titanic' |
Toen Ricardo Caldas na 20 jaar weer terugkeerde naar zijn geboortestad Beira werd hij getroffen door de aanblik van het eens zo luxe 'Grande Hotel'. In zijn herinnering speelde er vroeger altijd een chic hotelorkest; nu klonk er slechts muziek uit gammele radiootjes tussen de geiten en het onkruid op de balkons. Ricardo: 'De muziek blijft doorspelen terwijl het hotel langzaam in zee verdwijnt, net als de Titanic.' ![]() ![]() ![]() Toen Ricardo een jaar oud was werd hij verkozen tot 'Rei dos bébé's (koning aller baby's) en mocht hij de hoofdrol vertolken in de reclamecampagne van Nestlé. Hij werd gebombardeerd tot Hollandse baby om de mensen in Mozambique te tonen hoe gezond de ingeblikte melk uit Nederland was. Ironisch genoeg dronk Ricardo altijd moedermelk in plaats van de gecondenseerde melk uit blik die gemengd moest worden met water. Doordat het water in veel gevallen vervuild was werden baby's soms ernstig ziek. Op de lagere school zat Ricardo in een 'gemengde' klas. Hij speelde basketbal met Mozambikaanse en Indiase vriendjes. Een apartheidssysteem zoals in Zuid-Afrika kende men niet, al kwam men zelden bij elkaar thuis. In 1975 liep de spanning in heel Mozambique flink op. Het was het jaar waarin het land onafhankelijk werd van Portugal en jarenlang opgekropte emoties onder de bevolking keerden zich onvermijdelijk tegen de inwoners van Portugese afkomst. Met name de verzetsstrijders van het Frelimo, die lange tijd gevochten hadden voor de vrijheid, gingen over tot grootschalige arrestaties die niet in alle gevallen een duidelijke reden hadden. Ook Ricardo werd het slachtoffer van zo'n 'incident', zoals hij het zelf met gevoel voor understatement formuleert. Op weg naar huis op de motor werd hij aangehouden door Frelimo-strijders. Toen hij zijn identiteitsbewijs niet kon tonen werd hij zonder pardon in de gevangenis gegooid. Zijn broer overkwam hetzelfde. Na bemiddeling van hun vader werden ze beiden een paar uur later weer vrijgelaten. Maanden later hoorde Ricardo van een schoolvriend die een half jaar in een kamp had gezeten, dat het Frelimo veel mensen had opgesloten in geheime kampen. Achteraf is Ricardo dan ook niet verbaasd over het verzet dat ontstond tegen het Frelimo. In augustus 1976 besloot de familie Caldas vanwege de gespannen sfeer te vertrekken naar Portugal. Ricardo ging filosofie studeren aan de Universiteit van Oporto. Om geld te verdienen werkte hij in een bedrijfje en gaf hij zo nu en dan lessen Portugees en filosofie. In 1988 besloot hij naar Nederland te emigreren om een betere baan te zoeken. Na kortstondige baantjes in een houtfabriek en een hotel kwam hij in Amsterdam terecht, waar hij nu alweer een aantal jaren Portugese taal en cultuur doceert aan de Universiteit van Amsterdam en het Tropeninstituut. Daarnaast geeft hij les aan de Volksuniversiteit in Leiden en Haarlem. In zijn huidige werk krijgt hij veel te maken met mensen die naar Mozambique gaan. Zijn taak is om hen voor te bereiden op de taal en de cultuur aldaar. ![]() Ricardo moet bekennen dat hij nu moeite zou hebben om weer te wennen aan het leven in zijn geboortestad. Wat betreft de stedenband tussen Amsterdam en Beira ziet hij veel meer mogelijkheden voor toerisme. Beira zou zich meer kunnen profileren op kunstgebied zoals Amsterdam doet, want creativiteit is er in overvloed. 'Ondanks alle negatieve kanten is Mozambique hoe dan ook een prachtig land', zo besluit Ricardo met een lichte saudade-toon in zijn stem. |
![]() |
![]() |
![]() |