NiZA en Pax Christi zijn teleurgesteld dat Minister Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) weigert bindende kaders te ontwikkelen om bedrijven met malafide praktijken in oorlogsgebieden aan banden te leggen. Ook bedrijven die proberen op een verantwoorde manier in conflictgebieden zaken te doen hoeven niet te rekenen op haar ondersteuning.

Dit werd 29 juni 2004 duidelijk tijdens een Tweede Kamer-overleg met Minister Van Ardenne voor Ontwikkelingssamenwerking en Staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken.
De Kamer had gevraagd om bindende regels om bedrijven aan te pakken die met hun handel conflicten steunen. De focus van het overleg lag echter niet op regels met betrekking tot ondernemen in conflictgebieden. Er werd alleen gesproken over hoe handel kan worden gestimuleerd.

Kamerbrief Ondernemen in Conflictgebieden Care-NL, Cordaid, IRENE, Kerk in Actie, Landelijke India Werkgroep, NiZA, Pax Christi, en Novib 2004-05-28 Chemie Pharmacie Holland mag oorlog Congo financieren Nieuws Fatal Transactions 2004-05-04 Verzoek tot onderzoek mogelijke schending CPH van de OESO richtlijnen 2003-07-04 Persbericht Fatal Transactions 2003-07-04 OESO richtlijnen Publish What You Pay Kimberley Process internet documenten Kimberly Process Shell Nigeria

Pax Christi en NiZA juichen toe dat de Nederlandse overheid de OESO-richtlijnen, die bedrijven moreel binden aan maatschappelijk verantwoord ondernemen, wil verscherpen. Beide organisaties zijn ook ingenomen met de intentie van de Nederlandse overheid om bedrijven in conflictgebieden te behoeden voor het betrokken raken bij conflicten.
Maar dat de Minister hierbij denkt aan evacuatieplannen voor bedrijven en assistentie bij de evacuatie, gaat volstrekt voorbij aan ontwikkelingsdoelstellingen. Voor een Minister voor Ontwikkelingssamenwerking moet de centrale vraag zijn: “Wat kunnen Nederlandse bedrijven doen voor ontwikkeling?”, en níet “Wat kan ontwikkeling doen voor Nederlandse bedrijven?”

De Minister en Staatssecretaris gaven aan dat dialogen met bedrijven vaak tot goede resultaten leiden. Als voorbeelden noemden zij het Kimberley–proces aangaande bloeddiamanten, de vorderingen van Shell in Nigeria en de Publish What You Pay campagne. Echter, al deze initiatieven zijn afkomstig van maatschappelijke organisaties. Deze initiatieven zouden meer impact hebben als de overheid verantwoordelijkheid zou nemen en juridische kaders zou stellen waarbinnen bedrijven moeten opereren.

De vraag van de Kamer om een duidelijk beleid inzake ondernemen in conflictgebieden, kwam voort uit de ontoereikendheid van bestaande (internationale) regels. Zo is er recentelijk door maatschappelijke organisaties een klacht ingediend tegen Chemie Pharmacie Holland, dat handelde met de rebellen in de DRCongo. Volgens de indieners van de klacht handelde dit bedrijf niet in overeenstemming met de OESO-richtlijnen. De Nederlandse overheid verwierp de klacht, omdat het ging om handel, terwijl in de OESO-richtlijnen alleen wordt gesproken over investeringen.

Noot voor de redactie:
Voor meer informatie of interviews kunt u contact opnemen met Judith Sargentini, lobbyist van NiZA, 020 - 5206210 of 06 – 19626029, judith.sargentini@niza.nl.
Jan Heerkens, persvoorlichter van Pax Christi, 030 - 242 84 95 of 06 – 52616753, heerkens@paxchristi.nl.