Nieuwste ZAM
  Speciale actie
  Abonneren
  Volgende ZAM
  Archief
  Adverteren
  Over ZAM
                            
 
 
inhoudsopgave laatste nummer


20 maart 2003
Zuidelijk Afrika Jrg.7 nr 1 (voorjaar 2003)
Dreigende hongersnood in Zambia afgewend
Vrouwen en kinderen eerst
Görrel Espelund

Dankzij een snelle reactie en een efficiënte verdeling van voedsel is de dreigende hongersnood in Zambia afgewend. Voorlopig. Want de VN waarschuwt voor de kwetsbaarheid van vrouwen en kinderen.
Gratis maal voor Zambiaanse kinderen

Van de eerste tekenen van een dreigende voedselcrisis in zuidelijk Afrika werd melding gemaakt in april 2002. Een stuk of wat maanden later schatte de VN dat, als er niet snel voedsel zou worden uitgedeeld, meer dan 14 miljoen mensen in gevaar waren. En begin dit jaar zou het echt hachelijk worden, vlak vóór de oogst van maart/april. De VN zegt nu dat de toestand zich heeft gestabiliseerd, maar dat er nog geen oplossing voor de langere termijn is gevonden. Het is nog te vroeg om te kunnen vaststellen of de nieuwe oogst de regio minder afhankelijk maakt van uitdelingen van buitenlands voedsel.

“Wij zien mensen niet massaal honger lijden en dood gaan. Dat lijkt erop te wijzen dat het Wereldvoedselprogramma samen met non-gouvernementele organisaties en de overheid de voedseldistributie goed hebben aangepakt”, zegt James Morris, directeur van het Wereldvoedselprogramma (WFP) en speciale afgezant van de secretaris-generaal van de VN voor humanitaire noden in zuidelijk Afrika. Hij was begin dit jaar op missie in vier landen in zuidelijk Afrika om de situatie te beoordelen. In Zambia weet het WFP tussen de anderhalf en twee miljoen mensen te bereiken. Volgens de laatste cijfers lopen 2,7 miljoen mensen gevaar; dat zijn er minder dan eerder geschat. Zimbabwe is het enige land in de regio waarin het aantal hongerende inwoners nog stijgt; de voornaamste reden is president Robert Mugabe's zogenaamde landhervorming, waardoor meer dan de helft van de bevolking op het randje van de hongerdood wordt gebracht.

Het WFP houdt er rekening mee dat het zijn noodoperaties in de regio nog een flink aantal maanden zal voortzetten. “De toestand is veel ingewikkelder dan in 1992, toen de regio zwaar werd getroffen door droogte. Door hiv/aids is de hele toestand op dramatische wijze veranderd. Vrouwen en kinderen zijn het meest kwetsbaar en het is schokkend te zien hoeveel mensen besmet zijn. Als dertig procent van de inwoners van de steden besmet is, dan moet je echt in actie komen”, aldus James Morris.

Morris ondernam de missie samen met Stephen Lewis, de speciale afgezant van de secretaris-generaal van de VN voor hiv/aids in Afrika. Dat zij samen op stap gingen, maakte duidelijk dat de VN de hongercrisis niet uitsluitend ziet als een kwestie van ongunstige weersomstandigheden. “Een gezamenlijke missie als de onze heeft nog nooit eerder plaatsgehad, maar de uitdagingen zijn ook nieuw. Veranderende weersomstandigheden, gezondheidskwesties, landbouwpolitiek, hiv – het zijn allemaal zware vraagstukken voor de getroffen landen in zuidelijk Afrika (Zambia, Zimbabwe, Malawi, Mozambique, Lesotho en Swaziland). Wij moeten dan ook met een buitengewoon antwoord komen op de humanitaire nood. Daarbij moeten de regeringen voorop lopen”, aldus James Morris.

Gek geworden

“De mensheid is op moreel gebied de kluts kwijt”
Tijdens hun hele bezoek hebben Morris en Lewis keer op keer de kwetsbaarheid van vrouwen en kinderen onderstreept, zowel voor voedseltekorten als voor hiv/aids. Lewis: “Als je door Afrika reist en ziet hoe oneerlijk het verdeeld kan zijn voor de mensen, denk je wel eens dat de wereld gek geworden is. Dat de mensheid op moreel gebied volkomen de kluts kwijt is. In Zambia heeft de aids-epidemie een vrouwelijk gezicht. De samenleving wordt in Afrika gedragen door vrouwen, maar zij worden door de samenleving genegeerd en verraden. Wat wij nodig hebben, zijn massale campagnes voor de mensenrechten en voor bewustwording wat betreft de gelijkheid van mannen en vrouwen. Als wij de positie van vrouwen in de epidemie niet onder ogen zien, zullen wij de ziekte nooit kunnen verslaan. De houding tegenover vrouwen in Afrika moet grondig veranderen.”

In Zambia zijn er vandaag zo’n 1,1 miljoen wezen als gevolg van hiv/aids. Velen van hen wonen of bij hun grootouders, of samen met hun broertjes en zusjes in een huishouden met een van de kinderen als gezinshoofd. Wat het geval ook is, de weeskinderen zitten altijd in een situatie waarin een gebrek aan middelen vaak uitmondt in een gebrek aan eten. Het Bwafwano Centrum in de Zambiaanse hoofdstad Lusaka, dat weeskinderen opvangt, is een van de instellingen die voedsel ontvangen van het WFP. Het aantal weeskinderen in het centrum is door het toedoen van hiv/aids in vijf jaar verdubbeld. “Als wij hieraan het hoofd willen bieden, moeten wij de hele gemeenschap inschakelen. In ons programma hebben wij 26 huishoudens met een kind als gezinshoofd. De kinderen komen hier voor gratis onderwijs en medische zorg. Ze krijgen in het centrum ook elke dag een maaltijd, maar wij hebben eten nodig voor nog eens 650 kinderen”, vertelt Beatrice Chola, die het centrum in 1996 heeft opgericht.

[ Foto: Erik Miller/iAfrika Photos ]
WFP-pakhuis in Lusaka vol genetisch gemanipuleerde maďs. Deze voedselhulp wordt doorgestuurd naar buurlanden.
Bij een ‘normale’ hongercrisis zijn er in de steden over het algemeen minder voedseltekorten dan op het platteland. Daar is de bevolking kwetsbaar, omdat ze grotendeels bestaat uit boeren die verbouwen voor eigen gebruik. Maar door de stijgende voedselprijzen en hiv/aids heeft de honger inmiddels ook de Zambiaanse hoofdstad bereikt. “Wij zien nu langzamerhand dingen gebeuren die wij nog nooit eerder gezien hebben. Daarom zijn wij begonnen met programma’s in de steden. Hiv treft iedereen overal, en het cruciale probleem van de weeskinderen heeft nog lang niet ten volle toegeslagen”, zegt Sibi Lawson, persvoorlichter van het WFP in Zambia. “Zoiets als een weeshuis bestaat niet in de meeste Afrikaanse landen: bij het overlijden van de ouders neemt de familie de zorg voor de kinderen op zich. Maar dat is nu niet langer het geval. Als wij niets doen, zullen binnen vijf of zes jaar hordes kinderen over straat zwerven. De epidemie pikt de werkende generatie eruit en laat de kinderen alleen achter. Wij moeten verschillende modellen in ogenschouw nemen om deze dreigende crisis te bezweren.”

Investeringen in de landbouw

In een noodsituatie hebben mensen de neiging hun kinderen van school te halen. De eersten die noodgedwongen niet meer naar school kunnen, zijn de weeskinderen. Om te voorkomen dat dit gebeurt, is het WFP begonnen met het verstrekken van schoolmaaltijden: elk kind dat naar school komt, krijgt te eten en krijgt bovendien eten mee naar huis.

Maar eten geven aan degenen die honger hebben – in diverse centra, op school of op het platteland – is slechts een kortetermijnoplossing, een noodmaatregel om de mensen er weer bovenop te helpen. Zodat zij hun kinderen niet langer van school halen, niet langer massaal naar de steden trekken op zoek naar een beter leven, en niet langer hun hele bezit verkopen om aan eten te komen. James Lewis op de laatste dag van zijn bezoek aan Zambia: “Een oplossing op de lange termijn vereist investeringen in de landbouw, een grotere verscheidenheid van verbouwde gewassen en methodes om water te besparen en waterbronnen te beschermen. De Zambiaanse president Levy Mwanawasa zoekt het in de goede richting; wij hebben gesproken over voeding en gezondheid maar ook over landbouwbeleid.”

Kort na de VN-missie heeft de Zambiaanse regering een nieuw landbouwbeleid gelanceerd om de hardnekkige voedseltekorten en de afhankelijkheid van de export van delfstoffen aan te pakken. De regering stelt 190.000 hectare landbouwgrond beschikbaar aan commerciële boeren die investeren in de verbouw van maďs, groente, fruit, bloemen, koffie en tabak. “Als een investeerder 10.000 hectare wil hebben en kan aantonen dat hij de capaciteit heeft om die grond te bewerken, dan zullen we hem dat land schenken”, zei onderminister van Financiën Patrick Kalifungwa. “We willen ervoor zorgen dat al ons land benut gaan worden.” Het ontbreken van een landbouwtraditie wordt als een van de oorzaken van de voedseltekorten in Zambia gezien; slechts 2,7 miljoen van de 18,2 miljoen hectare bebouwbaar land is in gebruik. Het nieuwe landbouwbeleid is ook bedoeld als stimulans voor boeren om meer droogteresistente gewassen te verbouwen. Daarnaast heeft de regering 2 miljoen dollar gereserveerd voor het ontwikkelen van de infrastructuur in de landbouwgebieden.

Op korte termijn is de hongersnood in Zambia is afgewend, constateerde James Lewis tot zijn opluchting. Gerust op de toekomst is hij niet. “De mensen hebben weer te eten, maar de situatie is nog steeds zeer ernstig.”

[ Foto: Erik Miller/iAfrika Photos ]
“Houdt Zambia GM vrij”. Leuze bij organische boerderij buiten Lusaka.

Voedselhulp geweigerd

De voedselhulp aan Zambia ondervond aanvankelijk vertraging omdat de regering de verspreiding van genetisch gemodificeerd (GM) voedsel verbood.

De voedselvoorraad van het Wereldvoedselprogramma (WFP) bestaat vooral uit GM-mais uit de Verenigde Staten, zodat het besluit van de Zambiaanse regering een logistieke nachtmerrie veroorzaakte. “Wij hadden voedsel in voorraad en lagen zelfs voor op schema, maar toen moesten wij midden in de operatie een draai maken. Dat heeft ons maanden lamgelegd. Inmiddels is het gelukt niet-gemodificeerd voedsel te kopen uit landen als Tanzania en Zuid-Afrika”, zegt Richard Ragan, directeur van het WFP in Zambia. Een van de redenen die de Zambiaanse regering aanvoerde om verspreiding van GM-maďs te verbieden, is haar angst voor aantasting van de biodiversiteit als deze maďs in Zambia zou worden aangeplant.

Al met al lag er zo’n 18.000 ton GM-maďs in de WFP-pakhuizen in Zambia. Dat moet nu allemaal worden vervoerd naar buurlanden die deze maďs wél willen verspreiden, op voorwaarde dat de maďs wordt gemalen voordat het wordt uitgedeeld – dit om te voorkomen dat de bevolking de maďs gaat planten in plaats van opeten.. Begin februari was al zo’n 5000 ton naar Malawi vervoerd – de eerste keer in de geschiedenis van het WFP dat voedsel een land uit wordt gebracht ten tijde van een voedselcrisis.


Foto's: Erik Miller/iAfrikaPhotos