Nieuwste ZAM
  Speciale actie
  Abonneren
  Volgende ZAM
  Archief
  Adverteren
  Over ZAM
                            
 
 
inhoudsopgave laatste nummer


20 maart 2003
Zuidelijk Afrika Jrg.7 nr 1 (voorjaar 2003)
Curator Rory Bester geeft antwoord op vreemdelingenhaat
Mythes over anderen
Darryl Accone


“Dit gáát niet over vreemdelingenhaat, het is een antwoord erop”, benadrukt Rory Bester, maker van de tentoonstelling Kwere Kwere – Journeys into Strangeness. Hij maakte een bloemlezing van de ervaringen van migranten, in verleden en heden, van de Grote Trek via verbanningen tot de komst van vluchtelingen.

Afkeuring van het opwerpen van grenzen, inleving in de trektochten van migranten, inzicht in hoe mensen het hoofd bieden aan ontheemding en een nieuw thuis opbouwen in vreemde landen. Dat zijn de beginselen die de Zuid-Afrikaanse curator Rory Bester hanteerde bij het samenstellen van de zijn tentoonstelling Kwere Kwere – Journeys into Strangeness. De multimedia tentoonstelling – die zijn premičre beleefde in 2000 in Kaapstad en Johannesburg – biedt een historische blik op migratie en identiteit. De vanzelfsprekende aanleiding is de felle vreemdelingenhaat Zuid-Afrikaanse stijl, die wordt gekenmerkt door de demonisering en criminalisering van migranten. Zij worden gehaat, omdat zij anders zijn en een mogelijke economisch bedreiging vormen. De tentoonstelling onderzoekt hoe deze mechanismen werken.

ONWETENDHEID

“De onwetendheid die de angst aandrijft, die op zijn beurt de mythen aandrijft, die op hun beurt de weerstand tegen vreemdelingen aandrijven, is vlijmscherp gevangen in Zola Maseko’s korte film The Foreigner.

In Maseko’s verhaal wordt een West-Afrikaanse fruitventer geplaatst te midden van plaatselijke straat-handelaars en dakloze kinderen, met afgrijselijke gevolgen.”

Met behulp van televisieschermen, videoprojecties en diaseries wil Bester “visuele verbanden leggen”. Hij legt uit: “Zo wordt bijvoorbeeld een televisiejournaal-item uit 2000 getoond over vermoedelijke ‘illegale immigranten’, die worden gefouilleerd en van wie de spullen worden doorzocht. Dat wordt geplaatst naast de foto’s van Ernest Cole uit het midden van de jaren zestig van [zwarte Zuid-Afrikaanse] mannen wier pasboekjes en koffers worden gecontroleerd.”

Bester, nog maar 33 jaar oud, is in academische kunstkringen in Zuid-Afrika zeer gewild en een tentoonstellingsmaker om in de gaten te houden.

“Ik beschik niet over speciale ervaring met migratie die mij tot het samenstellen van deze tentoonstelling heeft gebracht. Behalve dan dat ik, net als elke andere blanke Zuid-Afrikaan, hier ben dankzij de migratie uit de koloniale periode. In mijn geval kwam aan het eind van de zeventiende eeuw de eerste Nederlandse Bester als voetsoldaat naar Zuid-Afrika.”

De kwaadaardigste mythes op grond waarvan migranten in Zuid-Afrika gestigmatiseerd worden, vallen toe aan migranten uit het westelijke en centrale deel van Afrika, signaleert Bester.

“Het primitiefste stereotype van de migrant, speciaal gereserveerd voor een migrant afkomstig uit West- of Centraal-Afrika, is dat deze ziekten binnenbrengt, met name hiv/aids, betrokken is bij handel in drugs, en de banen inpikt die rechtmatig toekomen aan de mannen van hier.”

Ook de negatieve stereotypering in de Zuid-Afrikaanse media neemt Bester onder de loep in zijn tentoonstelling. “Het verhaal waarin een verband wordt gelegd tussen migranten en criminaliteit geniet nog steeds een grote populariteit in de media,” zegt hij.

“In de expositie is een item uit het televisiejournaal te zien waarin precies dat verband wordt gelegd! Het is een feelgood verslag van de inspanningen van de politie om Hillbrow te zuiveren van de misdaad. Er wordt op een gemakkelijke en onnadenkende manier een verband gelegd tussen migranten en drugshandel en andere illegale activiteiten.”

De overheid is een volgende speler in het migratieveld. “Veel van dit soort verslaggeving in de media over migranten weerspiegelt de harde lijn die de overheid tegenwoordig tegenover migranten volgt. Dat komt de overheid en haar organen overigens te staan op de nodige beschuldigingen van corruptie en het schenden van de mensenrechten.” Bester vervolgt: “Deze houding sluit in zekere zin wel aan bij de historisch gewoonte in Zuid-Afrika om migratie en migranten te gebruiken als politieke instrumenten Van de rituele ophemeling van de Grote Trek als overtuigend symbool van de strijd van de Afrikaners in Zuid-Afrika, tot het krachtdadige gebruik van apartheid als middel om de stroom van trekarbeiders te beheersen, staat onze geschiedenis bol van de strijd over de betekenis en de waarde van migratie.”

DE KOFFER

Een koffer is voor Rory Bester het krachtigste symbool voor de ervaring van migranten. Dit symbool speelt een centrale rol in een video van Randolph Hartzenberg, een kunstenaar uit Kaapstad, een van de veelzeggendste onderdelen van de tentoonstelling. Naar het gevoel van Bester weet Hartzenberg in zijn werk, Breadline/Waterline [the first haptic string], “alles te vangen”.

In 4 minuten en 40 seconden zien wij Hartzenberg op een strand bezig een koffer met brood in en uit te pakken. Hartzenberg gooit het brood in zee en ziet dat vervolgens op de inkomende golven terugkomen. En hij probeert de koffer te vullen met zeewater.

“Voor mij is de koffer en de inhoud van de koffer het meest omvattende beeld. Aan de ene kant omsluit de koffer de identiteit van de migrant. Op allerlei manieren beperkt die wat migranten wel en niet kunnen meenemen op hun reis. Aan de andere kant tekent de koffer de migrant als iemand van buiten, iemand die moet worden onderzocht of gefouilleerd.”
Bester onderzoekt in Kwere Kwere niet alleen identiteit en zelfbeeld van ‘onszelf’, de Zuid-Afrikanen. Hij bekijkt daarnaast identiteit en zelfbeeld van de ‘anderen’, de amakwerekwere, vaak aangeduid als ‘illegale vreemdelingen’ zelfs als zij volkomen legaal in Zuid-Afrika verblijven. Wat gebeurt er met migranten die aankomen in een vreemd land?

Bester: “Veel migranten krijgen te maken met vraagstukken van ontheemd zijn en ontwikkeling van een nieuw thuisgevoel. Hoe sterk die kwesties spelen, hangt vaak af van de reden voor migratie en de houding van het gastland tegenover migranten. Een gedwongen migrant, bijvoorbeeld, heeft vaak toegang tot internationaal erkende juridische bescherming.”

Hij blijft echter afhankelijk van de erkenning van zijn vluchtreden door het gastland.

“Als het politieke conflict in zijn land ophoudt te bestaan, dan verliezen die migranten vaak hun vluchtelingenstatus en wordt van ze verwacht dat ze terugkeren naar huis.”

Sommigen willen echter nooit meer terug, stelt Bester, terwijl anderen blijven hopen dat ze op een dag terugkunnen.

“Beide scenario’s beďnvloeden welke aspecten van de oude identiteit worden gebruikt om een nieuwe identiteit te vormen. Is het iemand die geheel wil opgaan in een gastland, zo sterk dat hij of zij niet meer als vreemdeling is te herkennen? Of is het iemand van wie de identiteit een nostalgische huldiging is van een plek waarnaartoe hij of zij niet terugkan?”

Alle migranten zijn ‘anders’, maar sommigen zijn meer ‘anders’ dan anderen, signaleert Bester. Migranten uit de buurlanden van Zuid-Afrika ondervinden over het algemeen minder weerstand dan migranten uit West- en Centraal-Afrika.

Bester vond een verklaring: “Historisch gezien dwong de apartheid migranten uit buurlanden in een stelsel van trekarbeid dat de vorming van permanente buitenlandse gemeenschappen onmogelijk maakte. De meeste van deze trekarbeiders werkten in mijnen en op boerderijen, ver van stedelijke centra. Migranten uit West- en Centraal Afrika daarentegen vestigden zich in de belangrijkste steden van Zuid-Afrika en transformeerden lokale buurten in gemeenschappen met een eigen culturele identiteit. Dat roept weerstanden op, die worden versterkt doordat West- en Centraal-Afrikaanse migranten er anders uitzien: ze hebben een donkerder huid, kleden zich anders kleden, spreken Frans in plaats van Engels.”

‘Vreemde reizen’ en ‘reizen naar het vreemde’, dat is wat Kwere Kwere biedt door middel van een bloemlezing van migrantenervaringen. De tentoonstelling is een weerlegging van vreemdelingenhaat, ook al zegt Bester in zijn bescheidenheid dat de tentoonstelling niet meer biedt dan een ‘antwoord’ op vooroordelen over anders-zijn.