Lucy Sichone
ZUIDELIJK AFRIKA najaar 1998
In 1995 werd in Zambia een meedogenloze landwet ingevoerd, waardoor negentig procent van de bevolking werd gedegradeerd tot illegale landbezetter. Deze wet leent zich uitstekend om de misvattingen en de hypocrisie van de rapporten van Human Rights Watch en Amnesty International te demonstreren.
Door de landwet dreigen Zambianen massaal verdreven te worden van hun traditionele gronden, zonder recht op enige vergoeding. Overeenkomstig de voorschriften van IMF, Wereldbank en donoren worden zo mogelijkheden gecreëerd voor zogenaamde beleggers. Ogenblikkelijk na de invoering van de wet werd de hulp van mijn organisatie, de Zambia Civic Education Association, ingeroepen om de eerste slachtoffers bij te staan. We zaten midden in de campagne, toen ik werd benaderd door zowel Human Rights Watch als Amnesty International. Ze wilde beide in een rapport aandacht schenken aan mensenrechtenschendingen waarmee ik zelf te maken had of die ik was tegengekomen in mijn werk.
Het verheugde me dat ik de last van deze onmenselijke wet kon delen met organisaties die ik altijd had beschouwd als bondgenoten. De twee organisaties deelden mijn zorgen. Ze erkenden dat het zonder vergoeding beroofd worden van je land neerkomt op een ernstige aantasting van een fundamenteel en onvervreemdbaar recht. Maar ze gaven me te verstaan dat het hun, tot hun spijt, op grond van hun statuten niet was toegestaan om over dit soort rechten te praten. Hun werkterrein beperkt zich tot martelingen, vrijheid van vereniging en persvrijheid. Vanaf dat moment heb ik geweigerd nog langer een bijdrage te leveren aan welk van die rapporten dan ook, omdat ze op geen enkele manier een juiste voorstelling geven van de mensenrechtensituatie in Zambia.
In het Human Rights Watch Report van mei 1998 staat bijvoorbeeld: "De inspanningen van de internationale gemeenschap gericht op verbetering van mensenrechten, bescherming en bestuur in Zambia zijn nog steeds voorbeeldig." Deze bewering deugt niet. Geen spoor van ondersteuning is er te vinden voor deze klinkklare leugen van Human Rights Watch.
Op de landwet van 1995 wees ik al. Maar donoren en internationale instellingen hebben ook de invoering voorgeschreven van maatregelen waardoor negentig procent van de Zambianen de toegang tot gezondheidszorg en onderwijs wordt ontzegd. Dit omwille van de nagestreefde privatisering dan wel liberalisering. Maar ja, rechten op gezondheidszorg en onderwijs komen in de statuten van Human Rights Watch niet voor.
Het rapport uit mei concentreert zich op de gevangenhouding van de voormalige president, Kenneth Kaunda (KK), vanwege vermeende betrokkenheid bij een staatsgreep. Als een van de advocaten voor de verdediging in het proces wegens hoogverraad, bevond ik mij in de rechtbank op het moment dat de staat de aanklacht tegen KK introk. Toen KK de rechtszaal uitliep, stond de hele verzameling buitenlandse journalisten en vertegenwoordigers van mensenrechtenorganisaties op en verdween.
Dit is een demonstratie van wat onze teerbeminde president Chiluba (FTJ) bedoelde, toen hij uitlegde waarom de voorzitter van het Zambiaans Democratisch Congres, Dean Mungomba, nog steeds vastzit terwijl KK weer vrij rondloopt. FTJ's waarheid als een koe luidde: "KK is bekend." Tja, wie bekend is heeft het recht te worden gezien als menselijk wezen. Dean Mungomba en 78 andere aangeklaagden zijn niet bekend, en hebben dus geen rechten.
Ik heb altijd een bloedhekel gehad aan het soort aanbevelingen in de sfeer van: "Zambia moet die en die internationale conventie ratificeren." Zijn dat soort conventies belangrijker dan die welke zijn opgenomen in de grondwet van onze republiek? Artikel 15 van de Zambiaanse grondwet luidt: "Niemand zal worden onderworpen aan marteling of aan een onmenselijke of vernederende wijze van strafvoltrekking of soortgelijke behandeling." Als een dergelijk grondwetsartikel al op geen enkele wijze wordt nageleefd, hoeveel kans is er dan dat het ratificeren van krachteloze conventies ook maar enig verschil zal uitmaken voor de Zambiaanse bevolking?
Intussen loopt het proces wegens hoogverraad nog steeds door. Nu zonder KK en dus maken de mensenrechtenorganisaties zich er niet langer druk om. Vandaar dat deze organisaties niet weten, en dus niet in hun rapporten zullen schrijven, dat van de aangeklaagden en hun advocaten die elke dag samen met hen in de rechtbank zitten, de helft tegen december aan tbc zal zijn overleden.
Kort na het schrijven van deze column overleed Lucy Sichone.
Een in memoriam door Madeleine Maurick
|