Bezorgdheid over globalisering en vrijhandel flink toegenomen |
Afgelopen jaar kondigden enkele politieke-economische organisaties in zuidelijk Afrika de vrijhandelszones aan. Dit opent de weg naar verdere economische samenwerking en regionale integratie in zuidelijk Afrika. Toch is de bezorgdheid in Afrika over globalisering en vrijhandel flink toegenomen.
![]() | |
Havenarbeiders in Durban, Zuid-Afrika 1999 |
Veel maatschappelijke organisaties zijn bang dat hun eigen SADC*-ministers de gevolgen van de afgekondigde vrijhandelszones onvoldoende doorgronden. Volgens hen moeten er eerst een aantal kwesties diepgaand worden onderzocht. Wat zijn de effecten op sectoren zoals landbouw en industrie voor de werkgelegenheid en de koopkracht van burgers? Wat gebeurt er met basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg en onderwijs? Ook de gevolgen voor het milieu zijn onzeker. Waar kunnen mensen verhaal halen als er straks allemaal nadelige en ongewenste effecten optreden? Allemaal vragen waar geen duidelijke antwoorden op zijn. Maatschappelijke organisaties pleiten daarom voor een gedegen onderzoek naar de effecten van de vrijhandelzones en globalisering.
Pas wanneer een minimumniveau aan ontwikkeling is bereikt en de productiecapaciteit hoger is, zouden SADC-landen zich geleidelijk kunnen openstellen voor regionale economische samenwerkingsverbanden met de EU. Op dit moment zijn de verhoudingen in zuidelijk Afrika zelf zeer ongelijk. Overheersing door sterkere landen, zoals Zuid-Afrika, ligt dan op de loer.
Eind november 2000 kwam een dertigtal maatschappelijke organisaties uit zuidelijk en oostelijk Afrika in Gaborone, Botswana, bijeen, om te praten over het Cotonou-verdrag. Deze overeenkomst is een vervolg op de Lomé-verdragen tussen de EU en de ACP-landen (Afrika, Cariben en Pacific). De Lomé-verdragen boden bepaalde voordelen voor exporten naar de EU en op het terrein van ontwikkelingshulp. Tijdens deze drie dagen spraken de organisaties hun bezorgdheid uit over het verdrag. In de Cotonou-overeenkomst komen de specifieke problemen waarmee Afrika heeft te kampen, te weinig aan de orde. Ook de aids-problematiek, de positie van vrouwen, de veiligheidssituatie in de regio en de schuldenproblematiek zijn in de verklaring opgenomen.
Een dag later vond er in Gaborone een ontmoeting plaats tussen ministers van Buitenlandse Zaken van de EU en van SADC. Programmamanager Henk van den Heuvel heeft bij die gelegenheid aan Minister van Aartsen een exemplaar van de verklaring overhandigd die de maatschappelijke organisaties gezamenlijk hebben opgesteld. Zo hebben alle aanwezige ministers notie kunnen nemen van de bezorgdheid en de vragen van de maatschappelijke organisaties in zuidelijk Afrika over de relatie tussen SADC en de EU, maar er zullen meerdere acties nodig zijn om de boodschap goed te laten doorklinken.
*SADC is een politiek en economisch samenwerkingsverband in zuidelijk Afrika
![]() |
![]() |
![]() |