|
Etenstijd, een verlaten café in Chitungwiza, eens een van Harare's
townships, inmiddels een complete satellietstad met meer dan een miljoen
inwoners op 20 km van de Zimbabweaanse hoofdstad. De bar is nog enkele
dagen het hoofdkwartier van de nieuwe Associated Newspapers of Zimbabwe,
een initiatief van twee oude rotten in de journalistiek: Geoff Nyarota en
Wilf Mbanga. Nog een paar dagen en ook de computers worden geinstalleerd in
het nieuwe kantoor van de 'Chitungwiza Express', het eerste weekblad, dat
de groep zal lanceren op 11 september 1998. Het kantoor ligt centraal in de
stad, in een winkelcentrum, tussen een bottle store en een nachtclub; het
plein is nog grotendeels ongeplaveid, de transformatie is nog niet voltooid.
'Willowgate'
'Ik ben al jaren met dit plan bezig', zegt Geoff Nyarota, met een zestal
medewerkers gezeten aan de lange bar: rondjes pils vliegen je om de oren,
het avondeten bestaat al weken uit een paar stukken vlees, direct van de
houskool-grill buiten. Geoff heeft het druk. 'Nu eindelijk heb ik de kans
om mijn dromen waar te maken. We starten na Chitungwiza nog dit jaar 4
andere locale weekbladen: in Bulawayo, Gweru, Mutare en Masvingo. Februari
1999 starten we ons dagblad: de 'Daily News'. Toen ik in 1988 het
Willowgate-schandaal blootlegde (de eerste grote corruptiezaak in Zimbabwe)
in de Bulawayo Chronicle, waar ik toen hoofdredacteur was, had ik nog de
illusie dat de regering, mijn eigen vrienden in de bevrijdingsstrijd, de
redactionele vrijheid zou respecteren. Wij dachten toen nog naief, dat de
regering grootste aandeelhouder van alle dagbladen in dit land was geworden
om zwarte journalistiek een kans te geven. Dat liep anders. Ik werd meteen
weggepromoveerd uit elke redactionele verantwoordelijkheid, kreeg een
prachtige managerstitel en dito salaris, en werd vervolgens overal verder
buiten gehouden.
Hetzelfde gebeurde bij Zimbabwe Newspapers met mijn
collega's en opvolgers: Willie Musarurwa, Henry Muradzikwa en Bill Saidi.
Het werd me duidelijk, dat deze regering helemaal geen kritische pers wil.'
Wilf Mbanga, de vroegere manager van Zimbabwe Community Newspapers, ook
eigendom van de regering, valt hem in de rede: 'We hadden dit al veel
eerder kunnen doen, als we niet een meer dan een jaar achter buitenlandse
donoren hadden aangelopen voor steun. We hebben iedereen benaderd, MISA,
CAF, Novib, Cida, OSI, overal kregen we nul op het rekest. Alleen OSI bood
ons tenslotte een heel klein bedrag aan. Om het domweg commercieel aan te
pakken, dat idee ontstond na afloop van mijn reis naar Nederland, waar mijn
vrouw de Prins Clausprijs voor de Zimbabwe Bookfair in ontvangst mocht
nemen. In London hebben we toen gepraat met grote investeerders in de
krantenwereld: de Bank of Scotland, Independent Newspapers of South Africa,
Allied Press, Commonwealth Publishing etc. Daar is toen een consortium uit
voortgekomen, dat - geheel volgens de Zimbabweaanse investeringscode - een
vergunning voor een joint venture heeft verkregen van de regering. Veertig
procent van de 4 miljoen USD, is door Zimbabweanen op tafel gelegd, 60 %
door het consortium. Nu wordt de regering bang, en proberen ze via hun
stromannen in de lokale Herald en Chronicle stemming tegen ons te maken.
Het zal ze niet helpen: om ons stuk te krijgen zullen ze eerst een nieuwe
wet moeten maken, die een meerderheidsbelang van buitenlandse investeerders
in kranten verbiedt. Het is als de waard, die zijn gasten niet vertrouwd:
ze begrijpen nog steeds niet, dat in de westerse pers de journalistieke
onafhankelijkheid is gewaarborgd!'
Stakingen
Het buitenlandse consortium heeft het goed getimed: de oplage van de
regeringsbladen, bij elkaar zo'n 200.000 voor de dagbladen en nog eens
hetzelfde voor de weekbladen, is niets vergeleken bij de mogelijke markt.
Zimbabwe heeft jarenlang een goed onderwijssysteem gehad, de meeste mensen
in de steden lezen Engels, de oplage's kunnen vooral rond Harare
uiteindelijk wel tot tegen de miljoen oplopen, als er maar een goed
attractief journalistiek produkt gemaakt wordt. Dagbladen in Zuidafrika
bewijzen het.
Dat de regering, die haar eigen pers strikt onder controle houdt, bang is
voor het nieuwe initiatief is duidelijk. Het gist ook overal in Zimbabwe.
Schandaal na schandaal wordt blootgelegd door enkele onafhankelijke
weekbladen als de Financial Gazette, de Mirror, de Standard en de
Independent Daarbij zijn ministers, vice-president Nkomo, de vrouw van
President Mugabe betrokken. Kerk en vakbeweging vechten voor een nieuwe
grondwet. Onafhankelijke kandidaten voor het parlement krijgen steeds meer
aanhang. De macht van de partijbonzen binnen ZANU, de heersende partij,
neemt steeds verder af. De druk van onderop wordt ook steeds groter: eerst
rebelleerden de oorlogsveteranen, toen bekend werd dat het meeste geld uit
hun fonds naar corrupte regeringsbonzen ging. De regering wist niets beters
te doen, dan alle werkenden een speciale belasting op te leggen om de
veteranen tevreden te stellen. Toen ging de vakbeweging in staking. Gibson
Sibanda, voorzitter van ZCTU, de verenigde vakbonden: "Wij hebben na deze
idiote gang van zaken besloten het niet meer te pikken. Onze stakingen
hebben weliswaar geleid tot het opschorten van een van de belastingen, maar
voor onze leden is de maat vol. Wij zijn er achter gekomen, dat deze
regering ons al vele jaren heeft laten opdraaien voor hun eigen
zakkenvullerij. Wij willen alle andere belastingverhogingen ook geschrapt
zien; de gewone arbeider in dit land kan van zijn salaris niet eens
rondkomen! Een uitgebreide brief met deze eisen hebben we in juli aan de
President persoonlijk overhandigd. Daar is nog geen enkele inhoudelijke
reactie op gekomen, alleen heeft Mugabe in een toespraak gedreigd ons een
flinke aframmeling te geven. Het lijkt erop, dat hij afstuurt op een
confrontatie. Wij zoeken die niet, maar zullen zeker reageren. Desnoods
leggen we het hele land weer plat, net als in december vorig jaar." .
Grondwetswijziging
Morgan Tsvangirai, secretaris generaal van ZCTU voegt daaraan toe: "Wij
zijn tot de conclusie gekomen, dat er voor de vakbeweging niets anders
opzit dan ons in de nationale politiek te mengen. Dat betekent overigens
niet, dat wij zelf zouden willen regeren; we willen alleen goed geregeerd
worden. Daarom hebben we nu met de kerk het initiatief genomen tot het
oprichten van NCA: de National Constitutional Assembly. De NCA houdt op dit
moment een breed opgezette consultatie van met name de grassroots
bewegingen in dit land, over de gewenste grondwetsveranderingen. De
beweging bestaat uit vrijwel alle grassroots en Human Rights groepen in het
land. Op den duur moeten de consultaties leiden tot het democratiseren van
de samenleving en het langzamerhand veranderen van de oligarchie, die het
land nu bestuurt. De regering heeft al moeten instemmen met een
grondwetswijziging, het komt er nu op aan een zo breed mogelijk publiek
voor deze zaak te interesseren. En wij organiseren natuurlijk de meeste
mensen niet alleen in de steden, ook in de landarbeidersbonden. De NCA gaat
nu van start met de civic education die daarvoor nodig is: we hebben al
vele toezeggingen voor steun, en totaal rond de 6 miljoen Zimdollars (0,3
miljoen USD) voor dit doel bij elkaar gebracht. Overigens werken we
regelmatig met de regering samen, bijvoorbeeld met minister Zvobgo, die de
grondwetswijziging moet voorbereiden"
Dat Mugabe zich ook hier bedreigd voelt is duidelijk: buiten de
bedreigingen, die hij de laatste tijd aan het adres van de onafhankelijke
pers heeft geuit - laatst nog op 7 juli toen hij dreigde desnoods
onafhankelijke kranten te sluiten - is hier algemeen het gevoel, dat zijn
militaire inmenging in Congo (Kinshasa) vooral bedoeld is om de aandacht
van de binnenlandse problemen af te leiden.
Simchembu
Om eens te zien, hoe op het platteland de zaken ervoor staan reisden we
naar de provincie Gokwe, zo ver weg van de 'bewoonde wereld', dat we er een
nacht kamperend in een schoolgebouw moesten doorbrengen. Als beloning
krijgen we een van de mooiste sterrenhemels te zien, die ik me kan
herrineren. Verweg bonkt een drum het feestelijke ritme 'bier, bier, bier,
bier, bier,.....' Dichterbij in het andere schoollokaal zit Justin
('Knife') een brief te schrijven: tik..... tik...... tik..... tik.....
tik.....
Simchembu is een nederzetting dicht bij Lake Kariba. Gokwe, het
dichtstbijzijnde dorp met een postkantoor een een telefoon, ligt 150 km.
Verderop - drie uur rijden als je tenminste een auto ter beschikking hebt.
We hebben de mensen in Simchembu gevraagd wat media en communicatie voor
hen betekenen. Dat wil zeggen, de meeste vertellen wat ze ervan vinden, en
dat wordt dan opgeschreven door iemand, die de alfabetiseringscursus met
goed gevolg heeft afgesloten. We willen vooral inzicht krijgen in de
toegankelijkheid van de media voor mensen in de rurale gebieden: 60 % van
de Zimbabweanen woont nog steeds daar!
Hier in Simchembu wordt ons duidelijk, dat er een levensgroot verschil is
tussen de 4 miljoen mensen in de stedelijke gebieden en de 8 miljoen
daarbuiten. Ook de nieuw opgezetten kranten van Geoff Nyarota zullen hier
niet worden gelezen: als mensen al kunnen lezen dan meestal alleen in het
Tonga (zoals hier), het Shona of het Mdebele.
En het zal nog lang duren, voordat er in die talen geschreven wordt, had
Geoff ons al uitgelegd: de koopkracht van de mensen, die geen Engels
spreken wordt zo laag ingeschat dat maar heel weinig adverteerders voor
kranten in Afrikaanse talen te vinden zijn. En dat betekent dat zo'n krant
economies onhaalbaar is. In het Tonga werd tot 3 jaar geleden niet eens
onderwezen op de scholen; er zijn misschien 10 boeken in het Tonga
verschenen de laatste 20 jaar. In feite was het gebied waar we nu zitten
van 1957 (toen de Tonga's hiernaartoe gedeporteerd werden ) tot 1996
volkomen afgesloten van de buitenwereld. "De mensen in de rest van Zimbabwe
dachten, dat wij Tonga's staarten hadden!" , grinnikt Joseph ('Energy')
Mudenda Sibanda, de voorman van het 'Chiyubunuzyo'-project, dat wij
bezoeken. "Pas met dit project, dat vanuit Harare gesteund wordt door ACPD
(African Community Publishing Trust, een van de NCA-leden), zijn wij erin
geslaagd de Tonga's opnieuw 'op de kaart te zetten'. Er waren geen
alfabetiseringscursussen hier, geen kleuterscholen, het gemiddelde inkomen
was hier 25 USD per jaar, en om me tot de media te beperken: wegen zijn er
nog steeds nauwelijks, kranten en andere bladen vindt je hier niet, 5 op de
100 mensen hebben een radio, die vaak Zimbabwe niet eens kan ontvangen, de
dichtstbijzijnde bushalte is een dag lopen, telefoon 15 km verderop,
postkantoor alleen in Gokwe, 1 op de 500 heeft hier een televisie, met geen
of zeer slechte ontvangst. Verder is 85% van de volwassenen analfabeet."
Communicatie is.......
Pas toen de UNDP (United Nations Development Programme) in Zimbabwe hun
Poverty Alleviation Plan startte begonnen er langzamerhand veranderingen te
komen. In 1997 begon toen het Chiyubunuzyo-programma van ACPD, tegelijk
met een vergelijkbaar 'pilot'project in Matabeleland. De unieke aanpak van
ACPD, die de dorpelingen hun eigen onderzoek laten uitvoeren, beschrijven
en publiceren heeft tot een enorme verhoging van de eigenwaarde van de
mensen hier geleid. Van het lelijkste bijverschijnsel van grote armoede -
het verlies van zelfvertrouwen - is bij de groep van ongeveer 60 mensen ,
die uit 9 dorpjes hiernaartoe is gereisd om ons uit te leggen, wat
communicatie voor hen betekent, nauwelijks sprake meer. Zij hebben dan ook
eerst nauwgezet onderzoek gedaan, alle families in hun dorpen bezocht,
ondervraagd, radio's geteld etc.
'Onze communicatie is de afrikaanse drum', vertelt iemand uit Kupo, en hij
laat meteen de verschillende ritmes horen, die bij een feest geslagen
worden (bier...bier..) en bij een begrafenis (nju, nju, nju, nju).
'Onze communicatie is de fluit van een antilopehoorn, die mensen onderweg
mee kunnen nemen' , laat iemand uit Vumba horen 'dat is een waarschuwing
voor wilde beesten'.
'Als we al kunnen schrijven doen brieven er maanden over voordat ze
aankomen', legt iemand uit Nenyunga uit, 'daarom zijn mensen uit de stad
altijd te laat voor een begrafenis'
' Sommigen kennen het woord televisie, maar de meesten hebben er nog nooit
een gezien' laat iemand uit Ntobolo ons weten.
'Totdat Chiyubunuzyo hier een boekenkist liet circuleren las niemand bij
ons boeken'
'Nu hebben we het eerste boek in Tonga!' vertelt een van de mbira
(duimpiano)-spelers uit Sabala.
'Onze vertellers kennen veel verhalen, vooral de grootmoeders. Die moeten
worden opgeschreven in boeken'
'Vijf procent van de mensen heeft radio, maar vaak geen batterijen'
'Wij willen graag een betere radio-ontvangst, en programma's in Tonga'
'Wij willen graag de grondwet van Zimbabwe ook in het Tonga kunnen lezen'
'Wij willen graag een postkantoor in het dorp, en een telefoon'
'Kranten moeten hier te koop komen, ook in Tonga'
"Het belangrijkste voor ons, is dat we ooit onze ideeen kunnen toetsen aan
die van de rest van Zimbabwe. Lokale reporters, radio, kranten, magazines
kunnen daarbij helpen, maar we weten dat we daar nog heel veel voor moeten
doen", sluit Joseph 'Energy' af. "Maar kijk eens wat we al hebben bereikt
in de afgelopen twee jaar: doordat we onze rapporten naar alle instanties
hebben gestuurd en van ons hebben laten horen, wordt er nu een hek gebouwd
tegen de olifanten, wordt er een begin gemaakt met kleuterscholen, hebben
we boekenkisten, is er een weg gekomen, zodat de bus dichterbij kan
komen............"
|