Cholera-epidemie goed opgevangen


    MARY-ANN SANDIFORT

       Beira is opnieuw getroffen door cholera. Tegelijk met de heftige regens is deze epidemie losgebarsten. Precies een jaar geleden sloeg de dodelijke ziekte hard toe in Beira. De overheid had geen voorbereidingen getroffen om de van tevoren aangekondigde epidemie in te dammen. Deze keer wordt er geanticipeerd.



    et was voor iedereen in Beira vorig jaar een keiharde les. Wat fout kon gaan ging fout. Om cholera te vermijden deden mensen zoveel chloor in hun drinkwater dat zij dood neervielen. Hele families kwamen bij hun zieke familielid op bezoek in de kleine ziekenhuisjes, ondertussen de zeer besmettelijke ziekte verspreidend. Choleralijders deden hun - besmettelijke - behoefte in akkers met maïs. Verpleegkundigen zweerden bij antibiotica als hét redmiddel, terwijl de richtlijn van de Wereld Gezondheidsorganisatie duidelijk stelt dat alleen water met zout- en suikeroplossingen en infusen helpen. Het rijkere deel van Beira stuurde huishoudsters en tuinmannen naar huis. En Artsen zonder Grenzen stopten de vele doden in prachtige, witte van dik plastic vervaardigde zakken, gaven deze mee aan familieleden en bedachten niet dat het -besmettelijke- plastic nooit mee zou gaan in het graf, maar gebruikt zou worden als dakbedekking.
    Al doende leert men en de voorlichting is dit jaar aardig op tijd. Daarbij komt dat Beira net een polio-inentingscampagne achter de rug heeft, zodat het departement voor de gezondheidszorg veel ervaring heeft opgedaan op logistiek gebied. Om de cholera-informatie goed te verspreiden worden nu posters rondgedeeld en opgehangen en trekt een aantal - -speciaal hiervoor aangestelde - mensen door de stad om voorlichting te geven.

    Ontsmetten [Foto: Wubbo de Jong]

       De Mozambikaanse vrouwenorganisatie Amai Mussananhi houdt vandaag geen vergadering; het merendeel van de leden is op stap met brochures, chloor en zand. Luisa Zenebo is één van hen. Zij loopt door de wijk Manga, blijft naast een waterput staan, maait met haar armen in het rond en roept: 'Weet u al wat u moet doen als u cholera heeft?' Binnen de kortste keren heeft ze tientallen nieuwsgierige mensen om zich heen. Tijd om te beginnen: 'Cholera is een dodelijke ziekte. Wie overgeeft en diarree heeft, moet zo snel mogelijk naar het ziekenhuis. Maar je kunt het ook voorkomen. Door de hygiëne in de gaten te houden. Handen wassen voordat je gaat koken of eten. Poepen in latrines en niet zomaar ergens langs de kant van de weg. En het water dat je drinkt, ontsmetten.' De mensen luisteren aandachtig. Ze haalt de houten deksel van de put, pakt een bamboestok en steekt die in het water. Dan haalt ze deze eruit en laat zien hoe ver het water op de stok reikt: 'Kijk', zegt ze. 'Het water in die put is ongeveer twee meter hoog, dus twee keer mijn onderarm. Dit water is hoogstwaarschijnlijk ook besmet. Zoals in bijna alle waterputten.' Een plastic zakje gevuld met zand en chloor omhooghoudend, gaat ze verder: 'Om de cholera eruit te halen, maak je een paar gaatjes in deze zak en hangt hem in het water. Je gebruikt één zak per meter. In deze put hangen we dus twee zakken. Vervolgens heb je dertig dagen water zonder cholera. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je het niet meer hoeft te koken! Want er zit nog allerlei ander vuil in!'

    Broedplaats

       Er zijn tweehonderd van dit soort voorlichters in Beira. Ze zijn opgetrommeld door verschillende buitenlandse organisaties die, samen met het departement van gezondheidszorg, proberen de cholera-epidemie in te dammen. De activisten krijgen voor hun diensten maïs en kleding. De maïs is afkomstig van het Wereld Voedsel Programma, in het kader van 'Voedsel voor Werk'. De kleding wordt geschonken door ADPP, een van origine Scandinavisch bedrijf dat tweedehands kleding uit onder meer Europa verkoopt en de opbrengsten investeert in lokale projecten.
    Naast de activisten is er ook een schoonmaakploeg van zestig mensen ingesteld. Zij moeten de markten schoonhouden, de broedplaatsen van cholera. Op deze plekken zwerft immers altijd een hoeveelheid rottende etensresten. Cholera gedijt uitstekend in zo'n omgeving. De regens zorgen voor de verspreiding.

    Emmers

       Het gigantische centrum dat Artsen zonder Grenzen vorig jaar samen met de overheid heeft opgezet - een loods in de haven met driehonderd bedden - is weer geopend. Een deel van de spullen van vorig jaar staat er nog, niemand weet waar de rest is. Onder de bedden - houten planken met een gat in het midden - staan dit keer geen emmers om diarree, kots en urine op te vangen. Hopelijk wordt alles dat door het gat komt, meteen opgeruimd. Over het algemeen ziet het er redelijk uit. Patiënten komen binnen, worden geregistreerd, krijgen vervolgens een infuus en worden de loods ingedragen.

    Vandaag zijn er 32 patiënten. Een klein kind is er slecht aan toe, de armpjes en beentjes dun en stokkerig. Maar het heeft nog niet de apathische houding van iemand die het eigenlijk al heeft opgegeven. Voor de rest zitten en liggen patiënten op hun bedden. Er is geen halfdode bij, zoals vorig jaar. De sfeer is rustig, gemoedelijk bijna, ook bij de verpleegkundigen. Het lijkt erop dat Beira inmiddels weet wat er verwacht wordt, wat nodig is om de epidemie in te dammen.

    Mary-Ann Sandifort is freelance journalisten woont in Beira




      naar pagina 2 naar pagina 4