Op bezoek bij Amsterdamse scholen


    HENK VAN DEN HEUVEL

    Luís Januário, directeur van de sector onderwijs in Beira, bezocht in oktober een paar dagen Amsterdam. Hij was op uitnodiging van de steden Bristol en Gothenburg naar West-Europa gekomen. Alix Hughes coördineert namens de gemeente Bristol de stedenband met Beira. Hij begeleidde de Mozambikaanse onderwijsdirecteur bij dit bezoek aan Amsterdam, dat aan het eind van diens 'Europese tournee' plaatsvond.

    p het stadhuis maakte Januário kennis met de Amsterdamse gemeenteraadsleden en werd er gesproken over de onderwijssituatie in Amsterdam en Beira. Samen met Hughes bezocht hij vervolgens een aantal scholen, om te zien wat onderwijs in de multiculturele hoofdstad van Nederland in de praktijk inhoudt. Januário was bijzonder enthousiast over de ervaringen die hij in Amsterdam heeft opgedaan. Vlak voor zijn vertrek naar Schiphol wilde hij in een vraaggesprek nog één en ander aan de Beira Nieuwsbrief toevertrouwen.

    Wat was het doel van uw bezoek aan Amsterdam?

        'Met dit bezoek hoop ik contacten te leggen met verschillende instanties en personen om informatie uit te wisselen, nieuwe ideeën op te doen en mogelijkheden te onderzoeken voor samenwerking met de steden waar Beira een bijzondere band mee heeft. Natuurlijk ben ik daarbij vooral in het onderwijs geďnteresseerd. Ikzelf ben al meer dan 15 jaar in het onderwijs werkzaam, de eerste 6 jaar op het platteland en de afgelopen 9 jaar in de stad zelf. Er zijn veel problemen in het Mozambikaanse onderwijs, maar er gebeuren ook veel goede dingen, zelfs met relatief weinig middelen.'

    Welke problemen zijn er in Beira op onderwijsgebied?

        'Wij kampen nog steeds met de gevolgen van de burgeroorlog. Veel schoolgebouwen zijn vernield en noodzakelijke vooorzieningen ontbreken, zoals toiletten op scholen en lesmaterialen. Het opleidingsniveau van leraren is over het algemeen beperkt; daar komt maar heel geleidelijk verbetering in. De Mozambikaanse overheid probeert hier iets aan te doen, maar er is niet zoveel geld beschikbaar. We gaan echter niet met de armen over elkaar zitten wachten. We praten met de ouders en vragen om hun vrijwillige medewerking. Samen met oudercomité's herstellen we klaslokalen met gebruik van lokale materialen. De school gaat er op vooruit, maar ook de ouders raken meer betrokken bij het onderwijs van hun kinderen.
    Een apart probleem vormen de binnenlandse vluchtelingen die tijdens de burgeroorlog in Beira een heenkomen hebben gezocht. Onze infrastructuur is niet ingesteld op grotere aantallen leerlingen, we hebben er gewoon niet genoeg scholen en onderwijzers voor.'

    Luís Januário

    Willen deze mensen nog wel terugkeren naar hun oorspronkelijke woongebieden?

        'Ja, ze willen wel teruggaan. Dat is ook nodig want in de stad heerst er een grote werkloosheid, dus mensen slagen er nauwelijks in om hun gezinnen te onderhouden. Er zal dan eerst gezorgd moeten worden voor basisvoorzieningen op het platteland, zoals veilig drinkwater, eerstelijns gezondheidszorg, winkels en scholen. Daar wordt aan gewerkt, maar het gaat nog niet snel genoeg.'

    Zijn er nieuwe ontwikkelingen gaande in het onderwijs in Mozambique?

        'In juni hebben we voor het eerst gemeenteraadsverkiezingen gehad en dat maakt de weg vrij voor de versterking van het lokaal bestuur. Voorheen werd alles bestuurd vanuit de centrale overheid in Maputo. Nu zal de gemeente zelf oplossingen voor problemen moeten vinden.'
    Het Ministerie van Onderwijs in Maputo geeft nu ook meer ruimte om zelf beleid te ontwikkelen. Vroeger was alles uniform geregeld voor het hele land. Nu kunnen we meer dingen ondernemen waarvan wij denken dat die beter in de lokale context passen.'

    Hoe is uw bezoek aan Amsterdam verlopen?

        'Allereerst wil ik zeggen dat ik zeer dankbaar ben dat ik hier te gast kon zijn. Ik heb veel belangstelling gekregen van mensen van de gemeente, scholen en van particuliere organisaties. Zo heb ik een bespreking gehad met de heer Grondel, de Amsterdamse wethouder van Onderwijs, en met een aantal gemeenteraadsleden die woordvoerders zijn op onderwijsgebied van de PvdA, VVD en GroenLinks. En ik heb mijn counterpart de heer Dullemans gesproken, die over het onderwijs in Amsterdam gaat. Daarna heb ik drie scholen bezocht (De Parel, de Esperit groep en de Spaarndammer) en gepraat met mensen van de Stichting Ontwikkelingseducatie Stedenbanden Amsterdam (OSA). Een vol programma, maar erg boeiend.'

    Wat betekent de stedenband met Amsterdam, Bristol en Gothenburg voor u?

        'Het is interessant om vergelijkingen te maken tussen Beira en haar zustersteden en van elkaar te leren. Je ziet bijvoorbeeld dat het onderwijs in Beira niet alleen een zaak is van overheidsinstanties. De gemeente Beira rekent ook op steun van NGO's. In Beira heb je bijvoorbeeld particuliere instellingen zoals FUMASO en SOTOMASA die zich inzetten voor verbetering van het onderwijs. In Amsterdam tref ik organisaties als OSA en NiZA aan die zich betrokken tonen. Dat is het mooie aan een stedenband: er zijn verschillende vormen van samenwerking mogelijk. Er kan sprake zijn van een samenwerking tussen een Amsterdamse en een Mozambikaanse gemeentelijke instantie, maar ook tussen een Nederlandse particuliere instelling met een gemeentelijke instantie of met een particuliere organisatie in Beira.

        In Gothenburg werken we al lange tijd nauw samen met de Zweedse organisatie ARO. Zij hebben geholpen bij de bouw van drie klaslokalen en wij ontvingen een computer, een fax en een kopieerapparaat. Een Zweedse deskundige heeft een paar jaar in Beira gewerkt om ons bij deze dingen te helpen. Momenteel geeft ARO ons advies ten behoeve van de institutionele ontwikkeling van onze onderwijsinstelling in Beira. Een andere Zweedse organisatie stuurt ons regelmatig tweedehands kleding op. Voor een deel verspreiden wij dat onder arme ouders van leerlingen die buiten de stad wonen en voor een deel verkopen we die kleding. Met de opbrengst daarvan betalen we alfabetiseringslessen en algemeen onderwijs voor volwassenen. Wij proberen zo vooral de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen te verkleinen. Vooral vrouwen hebben te lijden gehad van de gevolgen van de burgeroorlog.'

    Heeft het bezoek aan Amsterdam voor u voldoende opgeleverd?

    'Absoluut! Natuurlijk vloeien hier niet meteen nieuwe projecten uit voort, maar dat kan nog komen. Wethouder Grondel heeft zich in ieder geval welwillend opgesteld. Ik ben blij met de contacten die ik in Amsterdam heb kunnen opdoen. Het doel van het bezoek is voor mij bereikt.'



      naar pagina 3 naar pagina 5