'UNITA ontvolkt platteland Angola'

Onlangs keerde NiZA-medewerker Bob van der Winden terug uit Angola. Hij bezocht daar partner organisatie ADRA om te helpen lokale media op te ztten. Joost Hartog sprak met hem over een verscheurd land.

 

De 38 oorlogsjaren van Angola

regeringssoldaat in Huambo [Foto: Wilco van Herpen] In 1961 begon de MPLA de gewapende strijd voor de bevrijding van kolonisator Portugal. In de loop van de jaren zestig sloten de FNLA en UNITA aan met een eigen gevecht tegen Portugal.

Ondanks een samenwerkingsakkoord ontbrandde na de onafhankelijkheid in 1975 een onderlinge strijd om de macht. Angola werd strijdtoneel van de koude oorlog. Het Westen en het apartheidsregime van Zuid-Afrika steunden UNITA en FNLA, en nog voor de onafhankelijkheid ondernam Zuid-Afrika een invasiepoging in Angola. De Sovjet-Unie en Cuba gaven vervolgens de MPLA militaire ondersteuning.

De strijd om de macht over het vruchtbare, en aan diamanten en olie rijke Angola is sindsdien niet meer opgehouden. Een vredesakkoord volgde in 1991, vrije verkiezingen in 1992. Unita nam geen genoegen met de overwinning van de MPLA en startte een volgende, ongekend bloedige ronde in de oorlog. In 1994 forceerde de VN een nieuw vredesakkoord. De handtekening van UNITA-leider Savimbi bleek wederom geen garantie voor vrede. De oorlog broeide door en laaide in 1998 weer op met een groot regeringsoffensief tegen het - zwaarder dan ooit - bewapende UNITA.

De oorlog heeft Angola aan de rand van de afgrond gebracht. Een land vol mijnen, met miljoenen inwoners op de vlucht. Wie betaalt deze oorlog? Zolang UNITA miljarden blijft verdienen aan illegaal gedolven diamanten zal zij wapens kunnen kopen en soldaten kunnen betalen. De MPLA-regering heeft op haar beurt de olieopbrengsten tot ver in de volgende eeuw al besteed aan wapenaankopen. De grote olie- en diamantenconcerns van deze wereld investeren zo in een van de bloedigste oorlogen van het continent.

'Vanaf het eerste moment dat ik voet op Angolese bodem zette voelde ik de dreiging van de oorlog. Elk moment kon het door de regering aangekondigde offensief tegen Savimbi's UNITA beginnen: je las de spanning van de gezichten van de mensen. Van normaal vervoer over de weg naar Huambo was geen sprake meer. Het leger van UNITA heeft Huambo met geweld omsingeld en vrijwel afgesloten van de buitenwereld. Savimbi hanteert een wrede tactiek: hij ontvolkt het platteland en wil zo de steden overladen met vluchtelingen. Hij hoopt daardoor het land dermate te destabiliseren dat de regering instort.

Vluchtelingen in Huambo

In de stad Huambo, de laatste dertig jaar al drie keer in andere handen overgegaan, leven nu naast de 150.000 inwoners minstens 50.000 vluchtelingen. Ze leven op straat, in de kapotgeschoten huizen, in provisorische kampen. In heel Angola (11 miljoen inwoners) zijn inmiddels miljoenen 'binnenlandse' vluchtelingen.'

Helpt de Angolese overheid de vluchtelingen niet?

'Eigenlijk functioneert de overheid niet op sociaal terrein. De bevolking merkt wrang genoeg alleen iets van de staat als ze mannen ronselt om het leger te versterken. Angola heeft al jaren een oorlogseconomie, en de overheid is vaak onbekwaam en corrupt. Vergeet niet dat ambtenaren van hun salarissen nauwelijks kunnen leven. Organisaties als ADRA bestaan financieel gezien dankzij de steun van donoren uit landen als Nederland en andere EU landen en de Verenigde Staten. Zo helpen we de mensen in Angola die wel bereid zijn op een integere manier zich in te zetten voor hun land. ADRA, ook actief met NiZA tegen de landmijnenproblemen, bereikt met haar werk inmiddels honderdduizenden mensen!

Geeft ADRA alleen noodhulp?

De mensen van ADRA werken veel met ontheemden. Ze geven noodhulp, maar zorgen ook voor landbouwgereedschap en zaden, en bouwen noodscholen en gezondheidscentra. Vanuit die ervaring kwam hun verzoek om steun bij het ontwikkelen van lokale media.

De vluchtelingen in Angola hebben natuurlijk behoefte aan de elementaire dingen: voedsel, veiligheid, water, huisvesting, gezondheidszorg. Maar het zijn ook mensen die de meest vreselijke oorlogsbeelden met zich meedragen, die nergens met hun trauma's en verhalen heen kunnen. Ondersteuning en erkenning daarvan is net zo belangrijk. Daarom heeft NiZA met ADRA een programma opgezet om community publishing te stimuleren, wat je kan vertalen met lokale publicaties, krantjes.

Wat is de bedoeling van community publishing?

'Het mag raar klinken, maar de regering hoeft zich maar weinig aan te trekken van de ellende van de bevolking. De ontheemden, de vluchtelingen, de slachtoffers, hun verhalen vinden nauwelijks een weg naar de door propaganda beheerste dagbladen en radio. In een stad als Huambo zijn overigens landelijke bladen niet te krijgen en plaatselijke bladen zijn er niet, noch een plaatselijke radio.

cursus 'community publishing' in Huambo [Foto: Bob van der Winden]

Het is een cliché, maar bij een oorlog is de waarheid het eerste slachtoffer. Je zoekt naar een manier om de ophitsing en propaganda te doorbreken.

We denken met community publishing daar een begin mee te maken. In het kort komt dat erop neer dat je in je hulpprogramma's ook ruimte maakt om mensen hun verhaal te laten vertellen, om dat op te (laten) schrijven en daar een publicatie van te maken die anderen weer kunnen lezen. Zo kunnen mensen beginnen met het delen van hun vaak gruwelijke ervaringen, en de verhalen worden toegankelijk voor de buitenwereld. Dat betekent erkenning van het leed, de mogelijkheid tot verwerking. Nu worden deze mensen vermalen tussen de strijdende partijen, alsof ze niet bestaan.

Hoe werkt de steun van NiZA in de praktijk?

NiZA voert in principe zelf geen projecten uit, maar helpt organisaties zich te versterken. De bijeenkomsten waar ik aan meedeed dienden als aanjager voor een hele reeks organisaties om met community publishing te gaan werken. Ik heb het samen met drie Angolese collega's opgezet en we hebben met zijn vieren de cursus gegeven aan zo'n dertig tot veertig mensen.

Het is goed om te zien dat organisaties die traditioneel in Angola tegenover elkaar stonden, zoals de katholieke en protestantse kerken, nu beide deelnemen in dit programma. In dit seminar zag je ook dat in de regio zelf heel veel deskundigheid beschikbaar is, als je de brug maar weet te slaan.

De bijdrage van NiZA, onder meer mogelijk gemaakt door de donateursgelden, bestaat uit materialen, drukmogelijkheden, met advies en geld ondersteunen van de partner-organisaties, en het werven van geld bij donoren in Europa. Als de omstandigheden het toelaten gaan we de komende tijd zeker door met dit programma.'