De prijs werd uitgereikt door twee partnerorganisaties van het Nederlands instituut voor Zuidelijk Afrika (NiZA), te weten Groundwork en de South Durban Environmental Alliance (SDCEA), een organisatie die aanklachten van direct omwonenden van SAPREF bundelt.
SAPREF is de grootste ruwe olieraffinaderij in Zuid-Afrika en de grootste vervuiler in het zwaar vervuilde district zuid-Durban. Tijdens diverse incidenten lekten de verouderde oliepijpen ruim een miljoen liter olie en schadelijke gassen direct in de leefruimte van de omwonende gemeenschappen.
In plaats van het vervangen van deze pijpen, koos SAPREF voor ontoereikend lapwerk. Ook koos SAPREF ervoor meer mensen aan te nemen die praten met de omwonenden en aldoende de bevolking te verdelen.
Net als de andere genomineerde bedrijven schept Shell ondertussen nog steeds op over haar toewijding aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en het milieu. Advertenties en publicaties claimen de beste praktijken, voortdurende verbetering en betrokkenheid bij gezondheid en veiligheid.
Groundwork zet zich in voor de kwaliteit van leven van de meest kwetsbare groepen in zuidelijk Afrika, door de stem van de bevolking te laten horen bij milieubeleidsmakers. SDCEA is een coalitie van mensen die pal naast de SAPREF raffinaderij wonen en zich uitspreken voor rechtvaardigheid op het gebied van milieuzaken. Beide organisaties nemen deel aan een programma van NiZA dat zich richt op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in grondstoffenexploitatie in zuidelijk Afrika.
zie ook:
SAPREF Corpse Award nomination.pdf (53 Kb)
Lessons Not Learned - The Other Shell Report 2004, 26 juni 2005
