Mensenrechten
  Beleid
  Thema's
  Partners
  Staf
  Nieuwsbrief
  Links
                            
 
 
1 december 2004
Partnerprofiel: ProPaz
Ex-soldaten werken voor de vrede in Mozambique
Door Berendien Bos

Op 1 en2 december stemde Mozambique voor de derde keer sinds de vrede in 1992 voor een nieuw parlement en president. De oorlog is weliswaar definitief ten einde, maar op lokaal niveau moet de vredesorganisaties ProPaz nog regelmatig als bemiddelaar bijspringen. Van burenruzies tot politiek geladen conflicten, ProPaz predikt de dialoog. ‘De oorlog zit nog ingebakken in onze mentaliteit.’

www.propaz.org.mz

Man slaat vrouw, want vrouw behandelt zijn familie niet goed. Vrouw ruziet met buurvrouw over haar vechtende kinderen. Man drinkt teveel, belandt in het ziekenhuis maar wil de fles niet afzweren. Boer verplaatst zonder overleg het hek tussen het land van zijn buurman en vergroot zo zijn bouwland.

Dit is vredesopbouw in Mozambique anno 2004. In plaats van de "Rijdende Rechter", worden in zulke gevallen in Mozambique de mensen van ProPaz ingeschakeld: mannen en vrouwen die zich neutraal opstellen en proberen mensen te overtuigen hun problemen zonder geweld op te lossen. Want ook al is de oorlog voorbij, meningsverschillen worden nog vaak op de oude manier met wapens of agressie opgelost.

Belangrijk detail van ProPaz-medewerkers: het zijn allemaal ex-soldaten uit de burgeroorlog die eind zeventiger jaren Mozambique in zijn greep hield. Het grootste deel van hun leven leefden ze in een oorlogsmaatschappij vol geweld en agressie: bij twijfel eerst schieten. Nu prediken ze de dialoog en vormen een belangrijke schakel in de rust in gemeenschappen.


Ontevreden ex-soldaten

Toen de burgeroorlog twaalf jaar geleden ten einde kwam, waren de conflicten een stuk heftiger. Het wantrouwen tussen de regeringspartij Frelimo en het rebellenleger van Renamo was enorm. De duizenden soldaten van Frelimo en Renamo zaten na decennia van oorlog zonder werk en toekomst.
Tijdens de vredesonderhandelingen had de internationale gemeenschap miljoenen uitgetrokken voor hun demobilisatie en reïntegratie. In de praktijk sloot dit grote UNIMOZ-programma echter nauwelijks aan bij de behoeften van de soldaten. Anderhalf jaar kregen zij een maandbedrag voor hun onderhoud en konden ze een opleiding volgen tot bijvoorbeeld schoenmaker, bakker of automonteur. Maar daarna moesten ze het zelf uitzoeken, zo was het gevoel onder de soldaten.

ProPaz-trainer Salomão Mungoi

Salomão Mungoi was vanaf het begin betrokken bij de reïntegratieproblemen van de ex-soldaten: ‘Als zij met een eigen plan aanklopten bij UNIMOZ, kregen ze te horen dat ze hun ideeën in een net projectvoostel moesten indienen.’ Daar zaten de soldaten van wie de meesten sinds hun pubertijd hadden gevochten als soldaat, niet op te wachten. De frustraties groeiden en regelmatig namen ex-soldaten mensen in gijzeling.


Wapeninzameling

In reactie hierop hebben twee organisaties van ex-soldaten en gehandicapte soldaten de handen in eengeslagen: via bemiddeling en vredestrainingen probeerden zij de soldaten een nieuwe toekomst te geven als conflictbemiddelaar. Juist soldaten, vonden de initiatiefnemers van dit programma ProPaz, zouden als bemiddelaars een goed signaal afgeven.
Mungoi vertelt het belang van zijn mensen bij de inzamelingsacties van wapens, kort na de ondertekenig van de vrede. ‘Mensen wantrouwden de politie, en weigerden hun wapens in te leveren. Ex-soldaten wilden niet vertellen waar de opslagplaatsen waren. Bovendien wilden de mensen voor hun eigen ogen zien dat de wapens werden vernietigd. Want ze waren bang dat de wapens illegaal zouden worden doorverkocht aan de andere partij.’

Opsporing van mijnen

ProPaz heeft, samen met CCM (Christian Council of Mozambique) en internationale hulporganisaties, veel werk verricht om mensen er van te overtuigen dat de vrede beter gegarandeerd zou worden als zij hun wapens wel zouden inleveren. Het feit dat het juist ex-soldaten waren die deze boodschap kwamen brengen, in plaats van buitenlandse bemiddelaars, heeft veel mensen over de streep getrokken, aldus Mungoi.


Gemengd

ProPaz heeft zijn hoofdkantoor in Maputo maar traint teams van bemiddelaars in vier van de tien provincies van het land. De meeste bemiddelaars doen het werk vrijwillig, of tegen een kleine vergoeding. De teams bestaan uit mannen en vrouwen van zowel Frelimo als Renamo. Dit gaat zonder veel problemen, zegt Mungoi: ‘Iedereen weet dat de meeste soldaten gedwongen werden om aan de oorlog mee te doen. Zij kozen niet bewust voor Frelimo of Renamo. Bij ProPaz speelt dat dus ook geen rol.’

Als conflictbemiddelaar van ProPaz hebben zij nieuwe toegang tot de gemeenschap gekregen. Toen zij na jaren van huis te zijn geweest, terugkeerden na de oorlog, was hun vroegere thuis niet meer hetzelfde en zijzelf evenmin. Mensen zaten niet op hen te wachten of hadden op zijn minst hun bedenkingen. ProPaz stond echter al gauw goed bekend in de gemeenschappen en dat straalde af op de ex-soldaten. Zo snijdt het mes aan twee kanten.

ProPaz-bemiddelaar João Cebola (39) uit Nampula (provinciehoofdstad in het noorden van het land) beaamt dit: ‘Vlak na de oorlog was ik een agressieve man, altijd in de problemen. Door de oorlog had ik alles verloren: huis, studie en toekomst. Door de begeleiding van ProPaz ben ik als mens rustiger geworden en zien mensen me in Nampula staan. Ze weten dat ik hen kan helpen om uit de problemen te komen.’


Vluchten of vechten

Maar het werk van ProPaz gaat zeker niet alleen om burenruzies of familievetes: de gevolgen van de oorlog leiden op plaatselijk niveau nog regelmatig tot spanning en onrust. De structuren in een dorp zijn totaal veranderd door de oorlog. Wie heeft er de leiding? Wat moet je met teruggekeerde soldaten? Hoe gaan families om met familieleden die tegen elkaar hebben gevochten?
Mungoi heeft die problemen van dichtbij meegemaakt. Zijn neef werd als tiener tijdens de oorlog ontvoerd door Renamo. Pas in 1999, zeven jaar na de oorlog, kwam hij terug bij zijn familie. In plaats van grote vreugde dat hij nog leefde, reageerde iedereen vol wantrouwen. De meesten familieleden hadden voor Frelimo gevochten en vroegen zich af waar hij al die tijd was geweest. Ze besloten hem de volgende dag aan de politie over te leveren. Voor het zover kwam, was zijn neef al vertrokken. Sindsdien is hij spoorloos. Pas later hoorden ze dat hij in de oorlog gelegerd was in een kamp in Malawi en dat zijn bataljon “vergeten” was door de hoofdleiding van Renamo. Via allerlei omzwervingen was hij op eigen houtje teruggekeerd.

Mungoi begrijpt de reactie van zijn familie wel: ‘In de oorlog denk je niet na. Daar is geen tijd voor. Je moet direct handelen als je dorp wordt aangevallen. Je vlucht of je vecht. Eerst nadenken waarom jou iets overkomt, is er in oorlogstijd niet bij. Dit zit ingebakken in onze mentaliteit. Onze ProPaz-bemiddelaars proberen uit te dragen dat het anders kan.’

In 2000 moest ProPaz alle zeilen bij zetten om een dorpsgemeenschap in Aube (Nampula provincie) te sussen in hun onvrede over de plaatselijke Frelimo-authoriteit. De man had nauwelijks gezag; hij kwam niet uit de gemeenschap, maar was benoemd door Frelimo, die de landelijke verkiezingen in 1999 had gewonnen. Met uitzondering van 33 steden kent Mozambique namelijk (nog) geen lokale verkiezingen.
Uit onvrede hadden de mensen, aangezet door een Renamo-baas in het district, demonstraties georganiseerd, waarbij minstens een Renamo-lid werd gearresteerd. Bij een vervolgdemonstratie voor het politiebureau werden zes mensen doodgeschoten. Renamo-leider Dhlakama moest er zelf aan te pas komen om de acute crisis op te lossen. Daarna is het ProPaz-team van Nampula nog lang bezig geweest met de inwoners van Aube. Cebola: ‘We hebben met hen gesproken dat er andere manieren zijn om problemen met de authoriteiten op te lossen. Niemand wil terug naar de oorlog.’

ProPaz is een partner van NiZA’s Mensenrechtenprogramma.