Economie

De Democratische Republiek Congo heeft in wezen veel economische troeven in handen.

Ten eerste is er de potentiële rijkdom van het land, in de vorm van bodemschatten. Het wrange is dat de opbrengsten daarvan nooit ten goede zijn gekomen aan de gewone Congolees.

Het land is ook zeer vruchtbaar. Tropische producten, maar ook mediterrane en Europese gewassen, gedijen goed in Congo. Koffie, thee, katoen, palmolie zijn belangrijke gewassen en koffie een belangrijke exportproduct. Van een serieus landbouwbeleid is echter nooit sprake geweest.

De ontwikkeling van de economie is sinds de burgeroorlog van 1998 zelfs helemaal naar het tweede plan geschoven. Er is een soort oorlogseconomie ontstaan waarin elke partij naar hartelust graaide.
Foto: Henk Weltevreden

De verloedering van wegen en andere infrastructuur versterkt de neerwaartse spiraal nog extra.

Het officiële inkomen per hoofd van de bevolking is dan ook ontzettend laag, maar een kwart euro per dag. De Congolezen behoren daarmee tot de armste mensen ter wereld.
Kijkend naar dit soort cijfers zou je denken: het land is op sterven na dood: `Congo is niet meer leefbaar’. De werkloosheid is enorm, de lonen stellen door opeenvolgende devaluaties niets meer voor. Deze lonen bestaan vaak alleen maar op papier want ze worden dikwijls niet uitbetaald. Openbare diensten als gezondheidszorg en onderwijs functioneren nauwelijks. Alleen wie veel geld heeft kan zich er toegang toe verschaffen.

Op het puin van de officiële economie is een parallelle economie gegroeid. De zelfvoorzienende landbouw en een wildgroei aan informele handelsbedrijfjes vormen de pijlers van het eigenlijk bestaan.

printversie

Externe links: