![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
door Evelien Groenink Zuidelijk Afrika najaar 1998 Jrg. 2, nr 3
Eind oktober verschijnt eindelijk het eindrapport van de Zuid-Afrikaanse Commissie voor Waarheid en Verzoening. Een terugblik op drie jaren waarin de tranen van commissievoorzitter Desmond Tutu de wereldpers haalden. En waarin de waarheid maar al te vaak onder tafel bleef. Opper-waarheidsonderzoeker Dumisa Ntsebeza riep zichzelf, nadat in KwaZulu/Natal een ondiep graf in het midden van nergens was ontdekt, uit tot 'nationale opgraver'. Hij organiseerde vervolgens een zevental excursies voor hemzelf, zijn collega's, de pers en bevriende politici naar een aantal andere plekken. Het zoeken naar botten en schedels mocht wellicht op zich onderzoekswaarde hebben; de manier waarop een en ander in zijn werk ging was op zijn zachtst gezegd onverstandig te noemen. Buitenlandse hulponderzoekers stonden meer dan eens verbijsterd te kijken hoe de waarheidscommissarissen, samen met plaatselijke provinciale ANC-ministers, zelf de spade ter hand namen en ongehinderd door besef dat mogelijk belangrijk bewijsmateriaal vertrapt werd, enthousiast begonnen te graven. De Zweedse hulprechercheur, door zijn land uitgeleend aan de commissie, had nog nooit zoiets meegemaakt. "Je moet altijd heel voorzichtig zijn op de plek van de misdaad. Je bakent het terrein af en dan ga je er met een kammetje, zoals dat heet, doorheen. Maar hier stond Matthews Phosa (ANC-premier van Mpumalanga, red.) met een bot in zijn hand naar de televisiecamera's te roepen: 'Ik heb het been!' En een ander kwam triomfantelijk met een schedel aanzetten." In plaats van hoofdschuddend af te reizen, bleef de Zweedse hulprechercheur toch betrokken bij het werk van de commissie, al was het dan mopperend en grommend. Want dat is het rare: ondanks alle gebreken, ondanks het absoluut onvolmaakte onderzoek en ondanks de bizarre, circus- en Fellini-achtige aspecten ervan, blijft het waarheidsproces wel fascineren. Onbekend, onbestraftWat de Waarheidscommissie in de drie jaar van haar bestaan hard kreeg, was niet veel meer dan wat anti-apartheidsactivisten altijd wel geweten hadden. Er was een doodseskader op Vlakplaas. De Pebco Drie en de Cradock Vier waren gemarteld en vermoord. Steve Biko was kapotgeslagen. Khotso House was opgeblazen op bevel van de minister van Politie en willens en wetens was een jonge moeder met haar kind gearresteerd om als zondebok te dienen. PW Botha wist overal van. Craig Williamson had de bombrieven georganiseerd die Katryn en Jeanette Schoon en Ruth First doodden, evenals de bom die het ANC-kantoor in Londen vernielde. Moordende agenten hadden zich niet alleen bezig gehouden met het martelen en doodschieten van activisten, maar ook met diamant-, wapens- en drugssmokkel.
Maar precies daar ging steeds de kraan dicht: wat nu precies de netwerken en de bevelslijnen waren via welke de plannen, de wapens, de buitenlandse en de georganiseerde misdaadconnecties liepen, bleef onverteld. In de loop van de drie jaar werd het duidelijk dat niet één radertje van enig belang in het apartheidssysteem daarover uit eigen vrije wil iets nieuws zou vertellen. De moordenaars van Dulcie September, die tien jaar geleden vermoord werd in Parijs; Anton Lubowski, die een jaar na Dulcie doodgeschoten werd in Windhoek; de mysterieuze Afrikaans-sprekende mannen die anderhalf jaar geleden nog (!) bedrijfsgeheimen stalen uit een elektronicabedrijf in Stockholm; de geprivatiseerde handelaars in nucleaire en andere wapentechnologie; de dokters die cholera en andere ziektes verspreidden onder de zwarte bevolking in Angola, Namibië en Transkei; de drugsmiljonairs met hun machtige connecties: zij allen blijven nog onbekend, onbestraft - en vermoedelijk ook nog aan het werk. "Dat is omdat er geen echt onderzoek was", lucht een gefrustreerde onderzoeker zijn hart. "We hadden zestig onderzoekers voor het hele land, die alle schendingen van mensenrechten over een periode van vijfenveertig jaar moesten bestrijken. Maar wij waren voornamelijk bezig met het doorploegen van verklaringen van honderden slachtoffers, die allemaal 'bevestigd' moesten worden. Dat kwam er in de praktijk op neer, dat je voortdurend naar lichamen van vermoorde nabestaanden aan het zoeken was - belangrijk werk, maar het verhinderde je om verder te kijken naar bevelsstructuren. En je werd tussentijds steeds van de ene zaak naar de andere gestuurd. Als je om documenten vroeg, bij het leger of elders, kreeg je steevast nul op het rekest. Van de commissie kregen we geen richtlijnen, geen prioriteiten, geen coördinatie, althans niet waar het onderzoekstaken betrof." Het eindverslag van het onderzoeksteam, dat deel zal worden van het uiteindelijke verslag van de Waarheidscommissie, is "beschamend slecht", zo vertellen ingewijden. "Er zijn zaken die slechts opgesomd worden in de trant van: 'dit is wat mensen beweren, maar er is geen bewijs.' En dat is het dan. Terwijl die beweringen nooit onderzocht zijn." De vergiftigde jasjes waarmee AABN-voorzitter Conny Braam werd bestookt, worden beschreven als een "waarschijnlijke moordaanslag door Zuid-Afrika", terwijl volgens de Engelse krant The Guardian op een van de gesloten zittingen van de commissie is bevestigd dat er wel zeker 'schadelijke enzymen' op Braams kleding werden aangebracht. De chef-onderzoek van de commissie, de KwaZulu/Natalse politieman Wilson Magadla, heeft zijn eigen zittingen blijkbaar niet goed bestudeerd. NachtmerriesNiet alleen de hoofdboeven van apartheid bleven buiten schot. De commissie deed pogingen om het systeem zelf onder de loep te nemen; speciale hoorzittingen waren gewijd aan de medische stand, de media en het justitiële systeem. De tijd was echter te kort en de menskracht niet voldoende om echt, zoals dat heet, te zuiveren. Want zuiveren, dat bleef de kwestie, het twistpunt, de explosieve kern van de voortdurende tegenstellingen in dit land. Zuiveren: het woord riep bij blank Zuid-Afrika, en zelfs bij de nu onder Mandela residerende overheid, meer dan nachtmerries op. "Heksenjacht", werd er steevast geroepen telkens als er zo'n 'structurele' hoorzitting gaande was. De juridische stand - met zijn rechters die talloze activisten ophingen, klachten wegens marteling van tafel veegden, en ongehinderd door stapels bewijsvoering alle verhalen over regeringsmisdaden "kwaadaardige verzinsels" bleven noemen - werd wel in een enkele getuigenis aangeklaagd, maar er kwam geen gericht onderzoek van. De medische stand, ook tot over haar oren verzonken in de mestvaalt van het apartheidsverleden, bleef al evenzeer buiten schot.
"Het leek er voor mij op dat er geen politieke wil was om de hele ijsberg boven water te krijgen", zegt psychiater Michael Simpson. Hij behandelde in zijn lange activistische loopbaan vele slachtoffers van marteling, eenzame opsluiting en ontvoering. "En ik heb het nog niet eens over dokters die stervende zwarten van hun slegs vir blankes-deur wegstuurden - daar is al helemaal geen beginnen aan. Ik heb het over dokters die gevangenen spuitjes gaven, die assisteerden bij martelingen, die betrokken waren bij biologische oorlogsvoering. Je kunt de gezondheidszorg toch niet democratiseren als niet bekend is wie die dokters zijn? Het zijn vaak mensen van gewicht, die op de nominatie staan voor leidinggevende posities in ziekenhuizen." Maar op de hoorzitting over de gezondheidssector, waarvan Simpson zoveel had verwacht en waarvoor hij samen met andere progressieve dokters was opgeroepen, gebeurde niet veel. "Een paar progressieve dokters getuigden. Er waren ook slachtoffers van, laat ik maar zeggen, slechte dokters. Maar geen enkele slechte dokter werd zelf geroepen om te getuigen. Hun namen mochten niet eens bekend worden. Wij kregen van enkele sinister ogende advocaten te horen dat we vervolgd zouden worden wegens smaad als we de namen van 'hun klanten' zouden noemen. Maar ze wilden niet zeggen wie die klanten dan waren." De commissie verzocht ook al niet om opening van de archieven van de Medische Tuchtraad, terwijl er talloze klachten in dat archief moeten zijn die betrekking hebben op onethisch doktersgedrag in de context van apartheid en oorlogsvoering. Een bezoekje aan het kantoor van de Medische Tuchtraad, met een lijst namen van dokters van wie activisten denken dat ze een onfrisse rol hebben gespeeld, lijdt tot iets opmerkelijks: de computer geeft juist bij deze namen veel minder informatie dan bij 'gewone' dokters. En het computerarchief is het enige register dat voor anderen dan de Medische Tuchtraad zelf toegankelijk is. "Kijk nou", roep ik tegen de interim-secretaris van de interim-tuchtraad, die zo heet omdat ook de oude apartheids-Tuchtraad 'in democratische transformatie' is. "Deze heeft geen adres en de klachten tegen hem zijn ook uitgewist. En bij al deze anderen is dat ook zo." De interim-secretaris, de heer Prinsloo, reageert verbluft en belooft ijverig dat hij "daar eens onderzoek naar zal doen." De kansen op wereldschokkende resultaten van zulk onderzoek lijken echter klein. De oude secretaris van de oude Tuchtraad was dezelfde heer Prinsloo.
Michael Simpsons kritiek op de commissie is ongezouten. Hij stelt de vraag waarom er geen geld was voor behoorlijk onderzoek. "In de wandelgangen hoorde je dat het kantoor van de vice-president (gedoodverfd toekomstig president Thabo Mbeki) steeds verder in het budget sneed." Tegelijkertijd verwijst hij naar de weigerachtigheid van de ANC-regering om zelf schoon schip te maken binnen het overgeërfde staatsapparaat. "In hoeverre zijn machtige ANC-regeerders en hun ambtenaren betrokken geraakt bij het oude netwerk? Tijdens het hele waarheidsproces waren er zoveel apartheids-agenten die verwezen naar hun 'ANC-contacten' en 'ANC-informanten'. En geen enkele keer is gevraagd wie die contacten en informanten dan waren. Er zijn in het werk van de commissie duidelijke taboegebieden geweest." De eerder geciteerde onderzoeker wil achter de slechte resultaten van zijn team niet direct euvele bedoelingen zoeken. "Als er nu alleen problemen waren geweest bij het onderzoek naar bepaalde gevoelige zaken... Maar er ging aan alle kanten zo veel mis, dat ik het alleen maar wijten kan aan gebrek aan management en visie. Dat was natuurlijk wel geluk hebben voor sommige mensen aan de top, die daardoor konden ontsnappen." Een andere expert in onderzoek naar de 'derde macht': "De commissie was gedoemd vanaf het begin. De samenstelling ervan alleen al was te zeer een compromis tussen het ANC en de Nationale Partij. Ervaren activisten, die een idee hadden hoe de bureaucratie van het systeem in elkaar zat en hoe uitgestrekt de tentakels ervan waren, werden uit de commissie gehouden; zij zouden te 'bevooroordeeld' zijn. Er werd gewerkt met mensen, de buitenlanders incluis, die allemaal het wiel nog moesten uitvinden. Die in eerste instantie domweg zelf niet konden geloven wat ze allemaal onder ogen kregen, laat staan dat ze wisten wat ze er mee moesten doen." Wel effectHoezeer de onderzoekspoot van de Commissie van Waarheid en Verzoening ook gefaald heeft, het waarheidsproces heeft in andere opzichten wel effect gehad. De publiciteit omtrent de naar boven gehaalde nachtmerries alleen al betekent dat in Zuid-Afrika niemand meer zeggen kan: "Dat wisten we niet." Ook het drie jaar geleden nog vaak gehoorde excuus "dat het toch oorlog was en dat er aan beide kanten spaanders vielen", hoor je nu nauwelijks meer. Voor ontnuchterd blank Zuid-Afrika was deze Commissie van Waarheid al heel wat.
In zwart Zuid-Afrika zijn de meningen verdeeld: de ene getuige is onbevredigd, de andere is al met al toch opgelucht dat iedereen hem nu gelooft. Wat wel vaststaat, is dat truth commission deel van de nieuw Zuid-Afrikaanse taal is geworden. "Let's have truth commission" hoorde ik laatst een jonge zwarte vrouw, duidelijk in een relatieconflict gewikkeld, zeggen door de telefoon. En dan is er de goede internationale reputatie die Zuid-Afrika met het proces gehaald heeft. Het heeft allemaal uitgebreid in kranten gestaan van Helsinki tot New York. CNN liet de tranen van Tutu zien. Er was toch maar een Waarheidscommissie, klinkt de boodschap na: het land komt er weer bovenop, men bedoelt het goed, je moet er investeren en je moet er op vakantie. Wellicht zelfzuchtig-nationale, niet zozeer ethische overwegingen, maar in deze economisch wankele tijden wel degelijk van belang. En wie let op nationaal belang, heeft meer behoefte aan geldstromen van investeerders dan aan onthullingen die de wankele steunpilaren van de nieuwe regering nog verder zouden doen wankelen. En dan zijn er natuurlijk de internationale repercussies die mogelijk zouden volgen op de volledige waarheid over het Zuid-Afrikaanse staatsterroristische verleden. Hoeveel gaat het Zuid-Afrika kosten als de Zweedse regering besluit het land aansprakelijk te houden voor de schade van de vliegramp waarin VN-secretaris Dag Hammarskjold omkwam? Hoe nuttig voor de nieuwe regering is een getuigenis van Craig Williamson, die zowel hem als de staat problemen zal opleveren met de Engelse autoriteiten? Hoeveel contacten en contracten tussen de Franse en Zuid-Afrikaanse wapenindustrie staan er op het spel als het gaat om de oplossing van de moord op Dulcie September? Hoe graag idealisten ook zouden willen dat de hele waarheid en niets dan de waarheid boven water komt, het is wel allemaal wat erg riskant. Maar doorgaan alsof dit nu alles was, brengt ook gevaren met zich mee. Enkele niet aan de commissie verbonden onderzoekers hebben er reeds voorzichtig op gewezen, dat er betrokkenheid van politie en leger lijkt te bestaan bij niet alleen de georganiseerde drugs-, diamant-, wapens- en gestolen-auto-handel, maar zelfs bij de recente golf van aanvallen en moorden op blanke boeren. De overblijfselen van het systeem, of dat nu militaire veiligheidsagenten zijn, fascistische rechters, autokapende criminelen of de doodseskaders van Richmond, doen het nieuwe Zuid-Afrika nog steeds veel schade. "Er zou een Waarheidscommissie voor misdadigers moeten komen", suggereert een bevriende ANC-activist. "Amnestie in ruil voor het aanwijzen van de hoofddaders. Het zou echt kunnen werken, want er zitten per slot al heel veel echte misdadigers in de gevangenis. Dus je hoeft niet zoveel meer te onderzoeken." Maar het is niet waarschijnlijk dat zo'n commissie er, midden tussen de opgegraven botten, toestromende toeristen en het nieuwe image van de Afrikaanse renaissance, ooit komen zal. |
![]() |
![]() ![]() |