NiZA home address, documentation, programmes, who is who list of NiZA publications links to websites on Southern Africa, by country or subject email NiZA search this site

terug terug

Een dag bij de rechtbank in Johannesburg
Wachten op gerechtigheid

door Peter van den Akker

Zuidelijk Afrika voorjaar 1998 Jrg. 2, nr 1

Hij was degene die het lichaam van zijn vermoorde vriend Rudy vond. Bijna twee jaar later was hij getuige in de rechtszaak tegen de mogelijke daders. Kort daarna zat hij een dag op de publieke tribune bij de politierechter. Een confrontatie van Peter van den Akker met de Zuid-Afrikaanse rechtspleging.

Moeders met kindertjes op hun rug, familieleden, vrienden. Een voor een schuifelen zij 's ochtends vroeg door de veiligheidshekjes van het Magistrate's Court; het gerechtsgebouw in het centrum van Johannesburg waar de politierechter zitting houdt. Hof nummer 13 is de plek waar zaken echt beginnen. Verdachten verschijnen er na hun arrestatie voor de allereerste keer voor de politierechter. Een zaal als de vergaarbak van de misdaad en ook de zaal waar het 'kleine werk' door de politierechter wordt afgehandeld. Voor bezoekers, die op de publieke tribune de procedures van een dag willen volgen, is het een ondoorgrondelijk schouwspel. Want behalve wat er voor een dag op de 'rol' staat, worden er á l'improviste ook zaken tussendoor gesmokkeld.

De 'perrons' van het Magistrate Court
[ Foto: © Ellen Elmendorp ]

Het Magistrate's Court is een groot neoklassiek gebouw in het centrum van Johannesburg. De buitenkant is indrukwekkend door zijn monumentale saaiheid. Die wordt ruimschoots gecompenseerd door het interieur. Lange gangen, straten bijna, met marmeren zuilen, roepen de sfeer op van een stationsgebouw. Op de kruispunten van die bepilaarde straten hangen koperen uurwerken, die de indruk van een stationsgebouw versterken. Op de eikenhouten 'perronaanduidingen' leest de bezoeker dat het om een gerechtsgebouw gaat. Achtenveertig rechtszalen telt het hof. In die galerijen van het recht groepen mensen samen onder de uithangborden. Wachtend op de aanvang van zittingen. In de Zuid-Afrikaanse rechtspleging rijdt niets op tijd.

De rol als tombola. 'Gisteren zijn er maar vijf van de negen zaken in behandeling geweest', zegt de informatrice als zij mij de rol van die dag aanreikt. 'En het waren allemaal zwarten!' Haar intonatie onderstreepte die toegevoegde zin, met een dubbele onderlijning van dat woord 'zwarten'. De enige die ik dan aan het begin van een zittingsdag in rechtszaal 13 tref, is meneer Boyse. Zo te zien een keurige blanke heer. Mishandeling en bedrog, lees ik achter zijn naam. Hij moet als eerste aan de beurt komen. Wij zitten op een van de harde banken van een nog lege publieke tribune. Blankes/Whites is daarop in gele letters blijven staan.

Opeens zijn de banken van de krappe publieke tribune gevuld. Er hangt een geanimeerde, zenuwachtige stemming. Alsof er een circusvoorstelling te beginnen staat. De magistraat verschijnt. 'Stilte in het Hof!' blaft de parketwacht. Een zaak kan beginnen. Niet die van meneer Boyse, maar de veroordeling van een viertal autodieven uit Roodepoort. De meest linkse verdachte in de beklaagdenbank is een tengere jongen in een sleets T-shirt. Zijn schouderbladen staan scherp getekend in de dunne stof en het van zijn rug vrijhangende katoen siddert. Het trilt en beeft zolang de magistraat spreekt. Vijf jaar gevangenisstraf luidt de uitspraak. Er gaat dan ook even een siddering door de publieke tribune.

Dan is het toch meneer Boyse's beurt. Papieren worden uitgewisseld tussen aanklager en magistraat. De aanklacht van mishandeling en bedrog blijkt slecht geformuleerd. De zaak wordt geseponeerd. Zichtbaar opgelucht voegt Boyse zich bij zijn advocaat.

Met branie staan opnieuw vier jeugdigen in de verdachtenbank. Zij knipogen en lachen naar hun vrienden op de publieke tribune. Een steekt zijn duim op. Zij moeten zich verantwoorden voor roof. Hun verzoek om op borgtocht te worden vrijgelaten, is nu aan de orde. Het wordt afgewezen. Geschokschouder verraadt woede en teleurstelling. Als de verdachten weer worden teruggeleid naar de cellen, worden vlug briefjes aan de vrienden toegestoken. De parketwachter schijnt niets te zien van deze tersluikse handelingen. Hij ziet evenmin dat een van de jongens op de publieke tribune zich achter het houten schot verbergt, en dan een langwerpig object, gewikkeld in een stuk papier met daaromheen plastic, naar een van de verdachten weet toe te schuiven. Ik zie het wel. Ik vraag mijzelf onnozel af wat het geweest zou kunnen zijn; terwijl ik het weet: een mes!

Advocaten vragen om de 'rol' van de dag
[ Foto: © Ellen Elmendorp ]

Mijn gedachten dwalen af. Hier is dus ook de zaak tegen de moordenaars van mijn vriend Rudy Pennings begonnen. Een van de vele die hier in beweging komen, als ballen in een flipperkast. Daarna begon die slome zigzagweg door de poortjes van het recht. Rudy's zaak werd doorverwezen naar het Hooggerechtshof. Dat bevindt zich ook in het centrum van Johannesburg, op loopafstand van het Magistrate's Court. Het is een ongenaakbaar complex van een imposante negentiende eeuwse hal met daarachter foeilelijke hoogbouw, waarin de rechtszalen zijn gesitueerd. Het Hooggerechtshof mist die 'gezelligheid' van het Magistrate's Court. Hier groepen geen gezinnen en vriendenscharen samen in zo'n atmosfeer van een dagje uit, compleet met proviand. Het Hooggerechtshof mist ook die jachtigheid van het andere gebouw. In het Hooggerechtshof is alles stil en onbenaderbaar.

Toen ik er aankwam om in Rudy's zaak te getuigen, werd ik door een veiligheidsbeambte achteloos verwezen naar het grote informatiebord in de hal. Rudy bleek daarop schuil te gaan achter de omschrijving van de wijk waar hij woonde, Kensington, en die van de moord- en roofeenheid die zijn zaak had onderzocht. Ik was degene die Rudy op de eerste paasdag van 1996 in zijn logeerkamer aantrof. Zijn voeten zag ik het eerst. Toen het mes. Rudy lag kaarsrecht op zijn rug. De wimpers van zijn bijna gesloten ogen glinsterden van stroperig geworden traanvocht. Ik boog mij over hem heen. 'Rudy, Rudy jongen? Wat hebben ze met je gedaan!' Het mes stond rechtop in zijn strottehoofd. Pas daarna zag ik de rode plastic handgreep van de schroevendraaier die schuin in zijn hartstreek was geplant. Het T-shirt was er een beetje geplooid, precies daar, waar ook een vuist terecht moest zijn gekomen. Alles golfde weer terug in zaal 4e van het Hooggerechtshof.

Op die lange gang van 4e werden op datzelfde moment andere, niet minder hevige gebeurtenissen uit 1996 afgerold. In de zaal ernaast moest Tshepo aan de rechter voordoen hoe de schietpartij waarin hij betrokken raakte, echt in zijn werk ging. Tshepo was nog een scholier toen hij in 1996 het pistool van zijn vriend mee naar huis nam. Die vriend, een politieman, werd in het café zo dronken dat hij er zichzelf niet meer mee vertrouwde. Op weg naar huis werd Tshepo overvallen. Iemand pakte het pistool van hem af. In het handgemeen werd de overvaller dodelijk getroffen. De vraag was nu wie dat dodelijke schot afvuurde: Tshepo of zijn belager? Hij kreeg een pistool aangereikt van een in de zaal aanwezige politieman. 'Weet u zeker dat het ongeladen is?' vroeg de rechter hem. 'Ik wil geen herhaling van waar de beschuldigde hier voor terechtstaat.' Er werd gelachen.

In weer een andere zaal luisterden de broer en de echtgenote van een slachtoffer naar de getuigeverklaring van de politieman die het langs de snelweg had gevonden.
Doodgeknuppeld en beroofd. Net zoals ik, hadden zij er tien zittingsdagen voor over om gerechtigheid te zien.

Een mensenleven gereduceerd
tot stapels papier,
in beduimelde bruine mappen

Op de trappen van het Hooggerechtshof was de Zuid-Afrikaanse pers op volle sterkte verzameld. In een van de zalen werd de moord op de vader van voetbalster Dr. Khumalo behandeld. In Zuid-Afrika moet je beroemd zijn, wil een tragische gebeurtenis nog enige aandacht krijgen. Voor de meeste moordzaken, die dagelijks worden afgehandeld, lijkt in het Hooggerechtshof geen enkele belangstelling meer. Ook in Rudy's zaak bleef de publieke tribune leeg. Een mensenleven gereduceerd tot stapels papier, in beduimelde bruine mappen.

De toedracht van Vusile's misdaad werd minutieus ontleed op basis van precies die mappen en onder het harde licht van TL-buizen in een lege zaal 2a. Vusile stond niet, zoals Tshepo, bedeesd in de verdachtenbank. Hij leek zeker van zijn zaak. Want een ruzie berustte nog slechts op zíjn lezing. Zijn vriend die er ook bij betrokken was, werd een maand na Vusile's arrestatie door iemand doodgeschoten. In het spel tussen aanklager en verdediger, werd Vusile's zaak, net als bij Rudy, in zulke kleine stukjes geknipt, dat de werkelijkheid waarom het ging leek te vervagen.

Het is de taak van de verdediger om getuigen onderuit te halen, door tegenstrijdigheden in zijn of haar verklaring bloot te leggen. Met politieambtenaren als getuigen, is dat voor de verdediging vaak scoren voor open doel. Onvoorstelbare blunders maakt de Zuid-Afrikaanse politie. In Rudy's zaak moest een van de twee verdachten worden vrijgelaten wegen gebrek aan bewijs. Hij legde zijn volledige bekentenis af tegenover een onbevoegde politieman. Dan kan zo'n document niet als bewijsstuk tot de rechtbank worden toegelaten. 'Maar u kent de procedures toch wel!?' hield de rechter aan de betrokken politieman voor. 'Jawel, edelachtbare. Maar het was druk. En mijn superieur was er niet om die bekentenis af te nemen. Toen heb ik het maar gedaan!'

Een ander terrein waarop Zuid-Afrikaanse verdedigers kunnen oogsten, is dat van de veeltaligheid. In Zuid-Afrika worden elf talen gesproken en in strafzaken kan een verdachte daar met een beetje geluk mee wegkomen. Of een getuige kan als onbetrouwbaar worden neergezet. Dat laatste overkwam bijna een van de getuigen in Rudy's zaak. In het kruisverhoor van de verdediging kwam zijn mondelinge verklaring die hij via een tolk in zijn eigen taal, Zulu, aflegde, haaks te staan op zijn eerdere tegenover de politie in het Engels afgelegde getuigenis. Het semantische gegoochel van de verdediging werd door de rechter uiteindelijk niet geaccepteerd.

Meer succes had de verdediging met de volledige bekentenis van de enig overgebleven en Portugees sprekende verdachte. Die was met behulp van een tolk in het Engels opgesteld. Daar bleek niets van te deugen. De politiebeambte had er maar een slag naar geslagen en bleek onder kruisverhoor slechts te beschikken over een kreupele kennis van de Portugese taal. Weer verdween een vitaal bewijsstuk uit de rechtszaal.

De openbare aanklaagster had mij tevoren al gewaarschuwd. De roofmoord op mijn vriend Rudy was een 'dunne' zaak. De rechter kon zich slechts baseren op aanwijzingen, zoals een vingerafdruk van de enig overgebleven verdachte en het feit dat hij in Rudy's gestolen auto had rondgereden.

'Voor u kon er dus nog wel eentje bij', merkte de rechter droogjes op. In zaal 4d van het Hooggerechtshof stond Joman terecht voor moord. Weer beschreef deze mannetjesputter via zijn tolk een wat uit de hand gelopen ruzietje in een café. Hij had daar met zijn vriend zitten snoeven over de vraag wie de meesten had doodgemaakt. Negentien, pochte die vriend. Joman kwam niet verder dan negen. Toen viel er een schot.

Na tien zittingsdagen in zaal 4e van het Hooggerechtshof was de rechter toegekomen aan zijn vonnis tegen de enig overgebleven verdachte van de roofmoord op Rudy. Van opzij zag ik de wang glanzen van Santiago Aramal. Hij liet zijn tranen de vrije loop toen de rechter de uiteengeplozen gebeurtenis weer samenvatte in al zijn gruwelijkheid en de strafmaat op hem liet neerdalen. Ik zag Santiago verkruimelen, met die tranen over zijn wang. Ik zag Rudy weer liggen. Volledig bij bewustzijn, vastgebonden, liggend op zijn rug. In zijn eigen huis, wachtend op wat komen zou. Dat mes, die schroevendraaier. Veertig jaar gevangenisstraf! Er was recht gedaan.

In Hof 13 probeer ik weer het verloop van nieuwe zaken te volgen. Die waarbij de gerechtspsychiater zichtbaar gehaast zijn beweegredenen geeft voor nader zielkundig onderzoek van een gestoorde verkrachter en een autodief; een jochie nog. Die laatste hoort het allemaal geamuseerd aan en gaat dan schaterlachend af naar het cellenblok. Makosini, beschuldigd van roofmoord, is de laatste verdachte van een dag in Hof 13. Zijn zaak wordt doorverwezen naar het Hooggerechtshof. Makosini heeft het postuur van Santiago. Hij draagt een witte spijkerbroek. Op zijn rechter achterzak zie ik het logo van modeontwerper Versace.


terug terug

NiZA home   back to top