![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
![]()
door Lance Mabola Zuidelijk Afrika najaar 2001 Jrg. 5, nr 3 Sizamile is een nietige township buiten Port Nolloth, ingeklemd tussen reusachtige diamantbedrijven. Aids heeft er zwaar toegeslagen. Mavis Ndumane is al ten dode opgeschreven, Earl Richards probeert wanhopig de epidemie te stoppen.
De diamantbedrijven bij Port Nolloth, in het uiterste noordwesten van Zuid-Afrika, hebben bijna een eeuw lang de aarde omgeploegd en er voor honderden miljarden rand aan delfstoffen uitgehaald; de boven alles uitstekende kunstmatige bergen vormen er de zichtbare herinnering van. Het gebied heeft altijd een enorme aantrekkingskracht uitgeoefend op werkzoekenden uit alle hoeken van Zuid-Afrika. De toestroom leidde in 1993 tot het ontstaan van de township Sizamile. De naam betekent Wij hebben getracht - een weerspiegeling van het gevecht dat de bewoners hebben moeten leveren om hun woonplaats naast een vuilnisbelt te herscheppen tot een bewoonbare plek. Tegenwoordig is ten minste een kwart van hen besmet met aids. Toegang tot medicijnen is er niet. In de strijd met de dodelijke ziekte gaat het niet zozeer om de vraag hoe in leven te blijven, maar meer om hoe te sterven. Voor de plaatselijke aidsvrijwilligster Nomzi Ndongeni is het een hels karwei om de mensen zo ver te krijgen dat zij zich laten testen op het hiv-virus. Veel mensen zijn bang dat anderen te weten komen dat ze zich in de kliniek hebben laten testen; het gevolg is dat verreweg de meeste mensen pas beseffen dat zij aids hebben als de ziekte al in een vergevorderd stadium is, wanneer zij naar het plaatselijke ziekenhuis moeten met een bijkomende kwaal. De mensen die er openlijk voor uitkomen dat zij aids hebben, zijn letterlijk op de vingers van één hand te tellen. "De mensen zeggen wat heb je eraan om je te laten testen, als er toch geen medicijnen zijn", zegt Nomzi. Mavis Ndumane is een van de weinigen die hun ziekte niet verbergen. Ze kon in het harde economische klimaat in Sizamile alleen overleven via prostitutie, om de behoeften van de mijnwerkers te bevredigen. In 1995 werd bij haar aids vastgesteld.
"Ik weet niet van wie ik het virus heb, want in die tijd sliep ik met zoveel mannen. Het soort mannen dat niets wil weten van het gebruik van condooms. Zo iemand die zegt dat hij met een condoom niets meer voelt. Als ik een man een condoom laat zien, zegt hij dat ik een duivelin ben", aldus Mavis. Mavis kijkt niet meer ver vooruit. Steeds als zij over haar toestand gaat nadenken, grijpt ze naar de fles. De meeste dagen brengt zij in benevelde toestand door, vol angst voor de nacht waarin zij alleen zal zijn en overweldigd door pijn. Ze heeft een kind, maar het jongetje werd al snel door zijn vader meegenomen. Nu verlangt zij er intens naar haar zoon te zien. De vrees dat zij het virus misschien op hem heeft overgedragen, weerhoudt haar ervan hem te gaan zoeken. "Mijn hart is zo bedroefd. Ik wil niet zijn wat de mensen zeggen. Soms wou ik dat ik dood was", zegt zij. Zij gaat alleen nog Sizamile uit om in de stad haar verzekeringspremie te betalen - de gedachte aan een mooie begrafenis met bloemen en een kist met houtsnijwerk zorgt voor een korte afleiding. De Zuid-Afrikaanse overheid probeert met een programma ter bestrijding van aids ongeveer een kwart van de bevolking in de provincie Noordkaap te bereiken, maar aidshulpverleners weten dat zij al blij mogen zijn als zij de helft van dat streefcijfer halen. "Het grootste probleem is dat de mensen er niet over willen praten, uit angst voor een stigma binnen hun eigen gemeenschap. In de hele provincie hebben wij maar drie mensen die in onze voorlichtingsbijeenkomsten praten over hun eigen ziekte. Er heerst nog steeds een cultuur van zwijgen", zegt Earl Richards, regionaal coördinator van het aidsprogramma van het ministerie van Gezondheidszorg. Het is zijn ervaring dat als het bericht over hun ziekte naar buiten komt, drie van de vijf patiënten zelfmoord plegen. "Je krijgt wel wat te verwerken als je cliënten aan de lijn hebt en even later door de telefoon hoort hoe ze zich een kogel door het hoofd jagen. Dat is voor een hulpverlener traumatisch, want je denkt dat je het in te veel opzichten verkeerd hebt aangepakt", aldus Richards."De depressie loert bij mij om de hoek. Ik heb twee jaar terug geprobeerd zelfmoord te plegen omdat ik de druk niet meer aankon. Je ziet je vrienden, familie, iedereen om je heen doodgaan en het lijkt of het werk dat je doet om dat te stoppen niets uithaalt", zegt hij. Het salarisje dat Richards verdient weegt nauwelijks op tegen de emotionele verwarring waarin hij dag in, dag uit moet leven.
"Het geld dat ze me betalen betekent op dit moment niets voor mij. Ik spendeer het grootste deel ervan trouwens aan mijn cliënten. Gisteren ging ik op bezoek bij een vrouw die in een krakkemikkige hut woont met gaten in de muren. Twee kinderen zaten huilend bij haar bed. Maar ze huilden niet omdat ze snapten dat hun moeder doodging, maar van de honger." Richards en zijn twee collega's hebben in de afgelopen drie jaar 51 vrijwilligers opgeleid tot hulpverleners, terwijl 24 zorgvuldig geselecteerde opbouwwerkers een trainingsprogramma van een half jaar hebben doorlopen. Het testen op het hiv-virus is vergemakkelijkt door de invoering van snelle testapparatuur, waardoor de uitslag al binnen tien minuten bekend is. Een test in het laboratorium kost op dit moment meer dan honderd rand, terwijl een test met de nieuwe snelle methode minder dan een rand kost. De grote diamantbedrijven zijn inmiddels bij het aidsproject betrokken en hebben alle een aidsbeleid op poten gezet. Elk bedrijf draagt de verantwoordelijkheid voor bewustwordingscampagnes in het gebied dat aan het bedrijf is toegewezen. Elke mijn heeft tegenwoordig ook een speciale medewerker die zich fulltime bezighoudt met de uitvoering van het aidsbewustwordingsbeleid. Talloze obstakels staan een goed verloop van het project in de weg. Het is vrijwel ondoenlijk een gebied te bestrijken met een straal van duizend kilometer. En de meeste mensen weten niets van hiv en aids. "Overal worden wij gevraagd iemand mee te brengen, zodat de mensen kunnen zien hoe iemand met aids eruit ziet. Maar als je dat doet, schep je alleen maar misverstanden, omdat het lijkt alsof er met aids wel te leven valt", zegt Richards. "Konden wij maar iedereen bereiken, maar op dit moment ben ik de enige die rondreist." In Port Nolloth heeft de gemeenteraad plannen in de maak om een caravan tussen de stad en Sizamile te laten rijden voor hiv/aids-onderzoek en het verstrekken van vertrouwelijk advies. De seksbranche in de streek is sterk veranderd sinds Mavis Ndumane er zes jaar geleden uit is gestapt: klanten willen tegenwoordig liever jonge meisjes, die vaak als concubine worden onderhouden. "In het weekeinde komen mensen hier 's avonds met extravagante auto's rondrijden en feestvieren, tot misschien wel vijf uur 's ochtends. Op maandagmorgen kun je de meisjes zien terugliften naar Springbok of Okiep. Dan nemen ze die ziektes mee", zegt een oudere zakenman die hier woont en ook een shebeen (huiskamerkroeg) runt. "Mijn jongste patiënte die ik heb zien sterven was een twaalfjarig meisje, dat vanaf haar negende in de prostitutie had gezeten, gedwongen door haar ouders", vertelt Earl Richards van het ministerie van Gezondheidszorg. Maar de bewustwordingsprogramma's over aids en seks lijken toch iets te hebben opgeleverd, vertelt hij: vroeger deed een plaatselijke shebeenhouder een maand met een doos met honderd gratis condooms, nu moet hij die doos elke week vervangen. De gedachte aan de jonge meisjes in de seksbranche blijft Mavis kwellen. "Tegenover mij in de straat zie ik hoe jonge meisjes van tien, elf, twaalf jaar met korte rokjes tot hun heupen zodat je hun slipje kunt zien, sexy staan te doen alsof ze volwassen vrouwen zijn", zegt Mavis. Zij staart naar de overkant, en alleen de tranen die haar over de wangen rollen verraden wat er door haar heengaat. "Ik kan maar beter gaan. Het doet zo'n pijn. Ik wacht op Jezus", zegt ze. ![]() |
![]() |
![]() ![]() |