NiZA home adres, documentatie, projecten, wie is wie lijst van NiZA publicaties links naar websites in Zuidelijk Afrika, per land of onderwerp email NiZA doorzoek deze site

terug terug

Zuid-Afrika blijft steken in symboolpolitiek
Racisme is hier doodgewoon

Opinie door Jonathan Jansen

Zuidelijk Afrika winter 2000/2001 Jrg. 4, nr 4

   Geregeld wordt Zuid-Afrika opgeschrikt door racistische voorvallen. Veel blanken reageren geschrokken. Alsof het uitzonderingen zijn. Zwarten weten dat het bij 'verzoening' vooral om een mooie kreet gaat en dat racisme een dagelijks fenomeen is.

De novemberweek die net voorbij is, was weer kenmerkend voor het Zuid-Afrika van ná de apartheid. Voor mij begon de week in Pretoria, toen ik met twee blanken in de rij voor de geldautomaat stond. Zegt de ene blanke tegen de andere, zo luid dat het wel voor mijn oren bedoeld moest zijn: "Wat soek die kaffir in die lyn?" Wat mij trof, was niet de racistische, retorische vraag, maar het gemak waarmee ze deze stelden in een land waar - in ieder geval op politiek niveau - zwarten de baas zijn. Ik liet het er maar bij; niet uit angst voor de twee potige Afrikaners, maar omdat je het als zwarte Zuid-Afrikaan emotioneel nauwelijks volhoudt om dag in dag uit op zulke dingen te reageren. De dag daarop sloot een blanke slager in Marabastad een zwarte jongen een aantal uren op in zijn koelcel; het joch zou vlees gestolen hebben.

Zo kabbelde de week voort, tot er middenin deze saaie week iets voorviel dat zelfs Zuid-Afrikanen met afgrijzen vervulde. Het televisieprogramma Special Assignment vertoonde een video, afkomstig van de politie, met beelden van een training met honden. Je zag acht blanke agenten hun honden ophitsen tegen drie zwarte mannen. Zij gilden om genade, terwijl het vlees van hun botten werd gerukt. De video was van twee jaar terug, toen wij net ons democratische 'wonder' beleefden. Er werd bij gezegd dat de slachtoffers illegale immigranten uit Mozambique waren.

[Foto: © Graeme Williams/South Photographs
  [ Foto: © Graeme Williams/South Photographs ]

Bijna onopgemerkt werden de avond na de uitzending in een ander televisieprogramma (Third Degree) restaurants en pensions opgesomd die geen zwarten toelaten. En aan het eind van deze week bracht de Sunday Independent op de voorpagina het verhaal van een zwarte Amerikaan, een topman van de investeringsbank J.P. Morgan, die in Johannesburg een klap had gehad van een blanke, terwijl hij ter plekke door twee blanke politieagenten werd uitgescholden. Om het nog erger te maken, waren de dienaren der wet met hun auto tegen de vrouw van de bankier aan gereden, en hadden zij op haar verontwaardiging gereageerd met dreigende taal. Die bankiersvrouw was toevallig de befaamde CNN-verslaggever voor Afrika, Charlyne Hunter-Gault.

Kortom, of je nu een illegale immigrant bent in het bezit van niets anders dan de kleren aan je lijf, of een buitenlandse bankier die poogt Amerikaanse investeerders te verleiden geld te steken in de wankele Zuid-Afrikaanse economie, of een beroemd verslaggever van het grootste mediaconcern van de wereld, of een willekeurige plaatselijke kaffir bij een geldautomaat, als je zwart bent loop je nog immer de kans te worden vermoord, verminkt of beschimpt - en dat niet alleen door uit de kluiten gewassen blanke aanhangers van extreem-rechts, maar door dienaren van de wet. Het blijft riskant om in Zuid-Afrika zwart te zijn.

Wat betekent dit in een land dat tegenwoordig leidende figuren afvaardigt naar Noord-Ierland om de blanke vechtersbazen daar advies te geven op het gebied van vrede en onderhandelingen? In een land dat prat gaat op een van de meest vooruitstrevende grondwetten in dit werelddeel? In een staat die een Mensenrechtencommissie heeft ingesteld om onder andere een dam op te werpen tegen racisme en het schenden van de rechten van de mens in Zuid-Afrika? In een land dat de beroemde Commissie voor Waarheid en Verzoening heeft voortgebracht? Wat is er misgegaan?

Die vraag is eigenlijk tamelijk simpel te beantwoorden. Wij hebben ervoor gekozen geen werk te maken van het rassenprobleem. In onze haast om een politieke regeling te treffen 'om verder bloedvergieten te voorkomen', zoals aartsbisschop Tutu het graag uitdrukt, kwam de nadruk te liggen op het in elkaar flansen van een overeenkomst tussen elites. Dit maakte een betrekkelijk vreedzame overgang naar een door zwarten geleide regering mogelijk; en Zuid-Afrika kon er internationaal zijn status van paria mee afschudden.

Maar wat de Zuid-Afrikaanse staat heeft nagelaten, is iets te doen aan het diepgewortelde racisme waarmee al onze maatschappelijke instellingen - kerken, moskeeën, sport, scholen, universiteiten, sport- en gezelligheidsclubs, leger en politie -doordrenkt zijn. Elke dag wordt uit een van deze instellingen wel een geval van racisme gemeld. Miljoenen ondervinden dagelijks uitingen van racisme en alleen de afschuwelijkste incidenten bereiken de media - zoals kort geleden de zwarte die door een blanke achter zijn bakkie werd meegesleept tot hij er het leven bij liet, of het zwarte meisje van wie het gezicht door lachende racisten wit werd geverfd. In beide gevallen werd voorgewend dat het bij deze racistische wreedheden eigenlijk om diefstal ging.

Waarheid? Verzoening? Noch van het een, noch van het ander is sprake
De politicoloog Mahmood Mamdani had gelijk. Waarheid? Verzoening? Noch van het een, noch van het ander is sprake. Van de 'waarheid' zijn alleen stukjes en beetjes naar boven gekomen. Vlak voor de hoorzittingen hebben apartheidsfunctionarissen nog tonnen documenten vernietigd, zegt prof. John Daniel, een van de vooraanstaande onderzoekers van de Waarheidscommissie. En van 'verzoening' is helemaal niets terechtgekomen: de meeste slachtoffers eindigden nog kwader dan zij begonnen, zie bijvoorbeeld de familie van Steve Biko. En vooral werd er door zwarte politici in het openbaar 'vergiffenis geschonken' aan blanke racisten, zoals door minister Dullah Omar die de apartheidsmoordenaar vergaf die had geprobeerd hem om het leven te brengen. Het was in zulke gevallen hoogstens een goedkoop soort verzoening: het racisme dat diep verankerd is in onze instellingen, zoals onze scholen, bleef ongemoeid.

Nog steeds blijven scholen leerlingen afleveren die de sociale vaardigheid missen om met verschillen om te gaan, ze te respecteren of er het mooie van in te zien. Kijk naar het geschiedenisonderwijs: daarin is inhoudelijk eigenlijk nauwelijks iets veranderd sinds de dagen van de apartheid. Modules of cursussen waarin wordt gebouwd aan een antiracistische samenleving ontbreken. Op school leer je nog altijd meer over Europa dan over Afrika, meer over blanken dan over zwarten, en meer over de verschillende rassen - alsof die door de natuur zo zijn geschapen - dan over rassenongelijkheid.

Wat het ook is waarmee de zwarte politici van Afrikaans Nationaal Congres zich hebben beziggehouden, in elk geval niet met het helpen opbouwen van een werkelijk niet-raciale samenleving. Hardnekkig stellen de ANC'ers, van Nelson Mandela tot op de laagste niveaus, dat Zuid-Afrika uit vier 'naties' bestaat - blanken, Indiërs, kleurlingen en zwarten, maatschappelijk gezien ruwweg in die volgorde van belangrijkheid. Dat heeft ertoe geleid dat zich in de geesten van de mensen het denkbeeld heeft genesteld dat er van elkaar te onderscheiden 'rassen' bestaan. Men hoeft alleen maar de gemeenteraadsverkiezingen in de Westkaap te volgen, om te ontdekken waartoe het zaaien van een dergelijke raciale verdeeldheid logischerwijze leidt. Het 'Afrikaanse' ANC dingt er met de 'witte' Democratische Alliantie om de gunsten van de zogenaamde 'kleurlingen', de grootste bevolkingsgroep. Kleurlingen worden opgezet tegen zwarten, terwijl hun etnische achtergronden zozeer vergelijkbaar zijn, dat de puristen van de apartheid erdoor in verwarring werden gebracht. Zo dragen de politici bij aan het creëren van gevaarlijke breuklijnen binnen de zwarte bevolking.

Wil je iets doen aan het racisme in de instituties, dan zijn politieke verklaringen van weinig nut. Sterker nog, zij kunnen de zaken zelfs verergeren. Neem de landelijke racismeconferentie kort geleden, bijeengeroepen door de Zuid-Afrikaanse Mensenrechtencommissie. Honderden zwarte Zuid-Afrikanen ontmoetten hier de top van de politiek en het zakenleven: een spectaculair vertoon van macht op dé vergaderplek voor de elite, het uiterst luxueuze Sandton Convention Centre. De ene na de andere ster-spreker kwam vertellen dat er in onze maatschappij sprake is van racisme en dat de blanken dit feit onder ogen moeten zien. Het ene na het andere geval van racisme werd opgedist. Vol afgrijzen verliet ik het elitaire spektakel. Wat een verspilling van tijd en geld!

De aanpak van het racisme kan niet in de handen gelegd worden van conferenties van de elite of van academici. Het is een kwestie van bloed, zweet en tranen in onze openbare instellingen zelf: in cafés en schoollokalen, kerkbanken en stadions, bij de mensen thuis en in de collegezalen. Dáár moeten de burgers zelf de initiatieven nemen om het racisme aan te pakken. Niet alleen politiek spektakel bij de wereldbekerfinale rugby in 1995 met Mandela gehuld in een rugbytrui van de Springbokke (met één zwarte speler in een ploeg van vijftien). Begonnen moet worden in de kleedkamers waar racistische, homofobe schimpscheuten te horen waren toen Zuid-Afrika in de finale moest spelen tegen de Nieuw-Zeelandse rugby-ster Jonah Lomu, een Maori.

Wij leven in een land waar symboolpolitiek nog steeds belangrijker is dan een praktische strategie. Zo zal van onze schoolkinderen misschien gevraagd gaan worden dat ze trouw zweren aan 'mijn land Zuid-Afrika', om ze zo te doordringen van bepaalde waarden. Antjie Krog zat in de commissie die dit voorstelde. Het ging niet om enigerlei bijdrage van haar kant aan de uiteindelijke aanbevelingen (zelf zegt zij dat zij de discussies alleen maar heeft uitgezeten); van belang was uitsluitend dat kon worden gewezen op het feit dat een vooraanstaande Afrikaner deel uitmaakte van het gezelschap. En zo kunnen wij doorgaan.

Het racisme bloeit, maar wij blijven doen alsof het probleem zichzelf zal oplossen als we maar genoeg juiste symbolische gebaren maken. Wat wij echter moeten doen, is openlijk het gesprek aangaan over racisme in de woon- en werkomgeving van de mensen. Scholen zouden elke week een open bijeenkomst moeten organiseren over problemen, ervaringen en strategieën voor de aanpak van het racisme. Dat zal niet gaan zonder tranen en pijn. Het is echter de enige weg om het rassenprobleem uit te bannen.

Jonathan Jansen is hoofd van de vakgroep pedagogie van de Universiteit van Pretoria.

terug terug

NiZA home   terug naar boven