NiZA home adres, documentatie, programmas, wie is wie lijst van NiZA publicaties links naar websites in Zuidelijk Afrika, per land of onderwerp email NiZA doorzoek deze site

terug terug

Zambia zit nog diep in de kast
'Wij kennen dat soort mensen niet'

door Madeleine Maurick

Zuidelijk Afrika zomer 1998 Jrg. 2, nr 2

[Foto: © Nicole Segers]
Josephine
[ Foto: © Nicole Segers ]

Josephine heet hij. Zijn tweelingzus viel op vrouwen, hij op mannen. Zíj is inmiddels gestorven aan malaria en híj probeert zijn geliefde George te vergeten, die twee jaar geleden bij een auto-ongeluk is omgekomen. Een speurtocht van ruim drie weken naar een onzichtbare groep mannen en vrouwen, die er wel is in Zambia maar die niemand kent.

Josephine woont in Kaunda's Square, een ruige township bij Lusaka, de hoofdstad van Zambia. Wij rijden op de dag van ons vertrek in de taxi langs allerlei bars waar hij regelmatig te vinden is. Naast ons zitten Jackie, medewerkster van de mensenrechtenorganisatie Afronet, en Peter, een goeie vriend van Josephine. De taxichauffeur vindt alles best. Onderweg krijgen we te horen dat Josephine eigenlijk Martin heet, dat zijn tweelingzus net een jongen was en hij net een meisje, en dat Josephine enorm teleurgesteld zou zijn als wij hem niet vinden. 'Hij vindt het heerlijk om te worden geïnterviewd', zegt Peter. Na anderhalf uur besluiten wij om terug te gaan naar het hotel, gefrustreerd dat onze wekenlange speurtocht door Zambia naar een homo of lesbo op niets dreigt uit te lopen. Peter zegt door te zullen zoeken en is ervan overtuigd dat hij Josephine binnen het uur zal vinden.

Wij wachten verder in het hotel. Jackie belooft ons bij het afscheid nóg een keer haar vriendin te bellen. Die is weliswaar lesbisch, maar weigert te praten. Ze wilde niet de enige Zambiaanse zijn die ervoor uit zou komen. Een andere lesbische vrouw wilde alleen praten als er geld werd betaald. Daar hadden wij misschien niets op tegen gehad - nood breekt wet - maar Afronet vond het ongepast. Eén homo bleek weer hetero te zijn geworden en de afspraken met enkele anderen werden niet nagekomen. Het hotelpersoneel zag ons in die laatste week steeds vaker in de hal zitten wachten, turend naar onbekende heren.

In Zambia is homoseksualiteit strafbaar. Het levert drie jaar gevangenisstraf op. Het is dan ook niet verwonderlijk dat niemand er openlijk voor uitkomt.

Mensenrechtenorganisaties zien homoseksualiteit niet als een thema, ze hebben er eigenlijk nog nooit aan gedacht. Sommigen beschouwen het als westerse import en weten alleen iets te vertellen over witte buitenlandse mannen die 'het doen' met zwarte jongens in ruil voor geld. En natuurlijk de mannen in de gevangenissen die jonge jongens dwingen tot seks. Maar vrijwillig en tussen twee volwassenen? Nee, dat soort mensen kennen ze niet.

President Chiluba, zo wordt ons verteld, heeft zich nog nooit negatief uitgelaten jegens deze groep onderdanen. Maar aangezien Zambia een christelijke staat is, meent iedereen zeker te weten dat hij een fel tegenstander zal zijn. De homo's testen hem voorlopig nog niet uit. Het gros blijft liever onzichtbaar.

[Foto: © Nicole Segers]
Zijn vrienden en beschermers vinden
homoseksualiteit 'slecht', maar respecteren Josephine. [ Foto: © Nicole Segers ]

Zo niet Josephine. Toen hij dan eindelijk het Pamodzi-hotel in Lusaka binnentreedt, valt er een hoorbare stilte. De gasten kijken zwijgend naar de wat schriele jongen met baseballpet op die, volkomen zichzelf, heupwiegend op ons toeloopt en een langgerekt 'Hi!' laat horen. Hij is samen met zijn twee vrienden Peter en Raymond, beiden overtuigd hetero.

Vooral Peter vindt het belangrijk dat zijn vriend zijn verhaal kan vertellen. De hele wereld moet weten dat Josephine er is en er mág zijn. Hijzelf vindt homoseksualiteit slecht. Hij heeft anderhalf in de gevangenis gezeten en vele homoseksuele verkrachtingen gezien. Hij realiseert zich echter dat homoseksuele liefde iets geheel anders is. Bovendien kán Josephine niet anders zijn dan dat hij is. 'Natuurlijk' hebben ze vroeger vaak genoeg op Josephine ingepraat, waarom hij geen meisjes wilde. Maar Josephine liet duidelijk merken dit soort advies niet op prijs te stellen. 'Als we hem niet konden accepteren, dan moesten we hem met rust laten', vertelt Peter. Ze werden uiteindelijk vrienden voor het leven. 'Hij noemt mij nu sweetheart, kun je je voorstellen, mij!', roept Peter vertederd uit. De angst van veel hetero's om gezien te worden met een homo, lijkt bij hem geheel niet aanwezig. Het is een verademing.

Josephine ontpopt zich tijdens het gesprek als een jongen die trots is op zijn homoseksualiteit, maar die slechts met moeite zijn geheimen prijs wil geven. Het is alsof erover praten bedreigender is dan het te zijn. Peter bemoeit zich met het gesprek als Josephine beweert dat hij geen last heeft van discriminatie. 'Je kunt eerlijk zijn, vertel ze nou wat er gebeurt!', dringt hij aan. Ze kennen elkaar van school. Alledrie zijn ze opgegroeid in de Copperbelt, de streek van de kopermijnen. Josephine gedroeg zich 'toen ook al als een meisje', vertellen zijn vrienden. Hij werd geplaagd en geïsoleerd. Ook door zijn twee huidige vrienden. Later, toen ze elkaar opnieuw tegenkwamen in Lusaka, besloten ze vriendschap te sluiten.

'Mensen haten hem', vertelt Peter, 'ze willen niet dat hij zich zo gedraagt. Als hij in ons stamcafé Mwai-Wathu is, slaan ze hem vaak. Hij roept dan mij voor hulp.' 'De mensen kennen mij', zegt Peter, zelfbewust van zijn eigen kracht. Hij is Josephines beschermer in de township. 'Dan gaan we bij hem zitten, zodat hij met rust gelaten wordt.'

De hele wereld moet weten dat Josephine er is en er mag zijn

Josephine zelf zit ondertussen bij dit gesprek alsof het hem allemaal niet aangaat. Hij wordt niet agressief behandeld, heeft hij ons net verteld, en knikt bevestigend als Peter zegt dat hij geen spieren heeft om mee te vechten. Josephine vecht soms wel met vrouwen, dat geeft hij grif toe. 'Als ik naast hun mannen zit, dan denken ze dat ik iets wil, dan worden ze jaloers.' Peter vult aan dat Josephine altijd een stukgeslagen flesje bier gebruikt om zich te verdedigen. 'Hij komt nog eens in de gevangenis', verzucht Peter, maar Josephine zegt dat hij juist heel veel geduld heeft als mensen vervelend tegen hem doen. 'Heel soms, als het mij allemaal te veel is, dan word ik driftig', besluit hij.

Josephine geeft aan dat hij moe is en niet meer wil praten. Peter grijpt in en zegt, wijzend op het cassettebandje: 'Nee Joshi, het bandje is nog niet vol, we moeten doorpraten.' Josephine leeft weer helemaal op als we hem vragen naar zijn avondkleding. Hij kleedt zich overdag als een man, maar 's avonds trekt hij iets 'extravagants' aan. 'Ik heb één lange jurk, één minirok en een legging', vertelt hij trots. Zijn hand glijdt liefkozend over zijn eigen lijf. Het is duidelijk welke outfit de voorkeur heeft.

Josephine zegt ná George geen man meer te hebben gehad. Later in het gesprek blijkt zijn leven er iets anders uit te zien. Hij schaamt zich over zijn betaalde vrijages. Telkens weer laat hij de naam van zijn geliefde George vallen, om er zeker van te zijn dat wij begrijpen dat dit zijn enige grote liefde is geweest. Het lijkt alsof het openlijk toegeven van betaalde seks een vorm van ontrouw is aan de nagedachtenis aan zijn vriend. Zuchtend en aarzelend komt er een rijtje namen van mannen die hem 'zo nu en dan sponsoren.' Peter legt het voor de zekerheid nog maar eens aan ons uit: 'Ze gebruiken hem soms.' Zelf leveren deze verdiensten van Josephine hen af en toe iets extra's op, een biertje of een avondje stappen in de discotheek.

Josephine vertelt over zijn relatie met George. Twee jaar woonden ze samen, ze reisden naar Zanzibar, Zuid-Afrika en Denemarken. Het was een heerlijke tijd, waaraan een abrupt einde kwam toen George alleen op familiebezoek naar Zuid-Afrika ging en onderweg een ongeluk kreeg. De volgende ochtend om zes uur klopte Georges broer op de deur bij Josephine. 'Ik kon het niet geloven, ik ben dezelfde dag naar Zuid-Afrika gegaan om bij de begrafenis te zijn.' Als Josephine soms down is, dan verschijnt George in zijn dromen en beleeft hij opnieuw die tijd die hij nu zo vreselijk mist. 'Hij was mijn echtgenoot, mijn man.'


terug terug

NiZA home   terug naar boven