![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Bram Posthumus Zuidelijk Afrika Jrg. 1, nr 4 (winter 1997/98) Voor de oorspronkelijke bewoners was Mosi-Oa-Tunya - de rook die dondert - allerminst een toeristenoord. Het was een plaats voor de verering van voorouders, een heilige plek die met respect en ontzag behandeld diende te worden. Tegenwoordig zijn de watervallen onder de naam Victoria een grote attractie. Dat betekent welkome werkgelegenheid voor de lokale bevolking. De schaduwzijden beginnen echter zichtbaar te worden. Vroege ochtend. In de township Chinotimba, Zimbabwe, zijn de goedkope lokale bussen in grote stofwolken weggerammeld naar Bulawayo, 440 kilometer ver. Vele bewoners zijn te voet onderweg naar de hotels een paar kilometer verderop in Victoria Falls. Daar zitten straks de toeristen te ontbijten. Zij zullen op hun wenken bediend worden door de obers uit Chinotimba (wat net als Mosi-Oa-Tunya 'de rook die dondert' betekent). Rond acht uur klapwiekt de eerste helikopter omhoog van het vliegveldje bij het Sprayview Motel en ratelt naar de beroemde waterval vlakbij, spoedig gevolgd door een colonne één- of tweemotorige toestelletjes. Met enkele tussenpozen zal de lucht tot vijf uur 's middags vervuld zijn van het geronk van de honderdvijftig vluchten die per dag worden uitgevoerd. Wie tussen 65 en 130 Amerikaanse dollar betaalt, mag mee. ![]() Inmiddels hebben de vakantiegangers - Europees, blank Zuid-Afrikaans en Amerikaans - hun petjes, camera's, zonnebrillen en tasjes opgedaan en omgehangen. In korte broek en T-shirt gaan zij op pad. Op een mooie zonnige dag - en er zijn hier erg veel mooie zonnige dagen - drentelen ze van hamburgerbar naar curiosamarkten. Daar vinden ze houten nijlpaardjes, houten girafjes, houten olifantjes - ze worden hier per strekkende meter geproduceerd. En daarna: op naar de kantoortjes van avontuurbedrijven als Shearwater, Rafting Adventures, Wild Horizons, Bundu Safari. De ondernemers prijzen hun waren in veelkleurige folders aan. Vooral Shearwater doet zijn best. De hoogste bunji-jump ter wereld! Wildwaterkanoën! Stroomversnellingsurfen! Wie geld heeft, kan in een avontuurlijke rubberen file door de rivier Zambezi flitsen (125 dollar) of aan een nylondraad van een brug af springen (95 dollar). Welkom in Circus Victoria Falls. Tot 1960 stond hier één hotel. Het ging open in 1904, bestaat nog steeds en heet dan ook zeer toepasselijk Victoria Falls Hotel. In de begintijd was een bezoek een belevenis: in de voetsporen van de eerste blanke toerist - David Livingstone - per stoomtrein van het verre Bulawayo door de eindeloze savanne naar de watervallen die Livingstone zó mooi vond, dat hij ervan zei: "Zoiets moet aanschouwd zijn door de engelen in hun vlucht." De helikoptertripjes heten dan ook Flight of the Angels. Toen het hotel gebouwd werd, duurde een reis van Londen naar Victoria Falls drie weken: zestien dagen met de boot naar Kaapstad, daarna een treinreis van vijf dagen. Livingstone, aan de overkant van de Zambezi in Zambia, was lange tijd de enige uitvalsplaats om de watervallen te bezoeken. Naar Ian Smith's Rhodesië ging iemand met fatsoen immers niet. Livingstone gedijde goed. Een nieuwe burgeroorlog in het zuiden en westen van het onafhankelijke Zimbabwe vormde een nieuwe tegenslag voor Victoria Falls. Maar midden jaren tachtig zwegen de wapens in Zimbabwe en viel de toerismebranche in Zambia ten prooi aan dezelfde langdurige economische crisis die de rest van het land teisterde. ![]() En zo groeien vooral sinds 1990 in Vic Falls de bomen tot in de hemel. Het bezoekersaantal verviervoudigde tot ruim 300.000 in 1996 en het eind is nog niet in zicht. Er zijn nu 24 hotels en gastenverblijven in en om het stadje. Steeds meer buitenlandse luchtvaartmaatschappijen verdringen zich om rechtstreeks op het krappe vliegveld aan te vliegen. Zimbabwe Express, Air Zimbabwe, Air Botswana en South African Airways zijn tot nu de belangrijkste invliegers. Evans Ndebele is directeur van Zimbabwe Express, de jonge succesvolle concurrent van Air Zimbabwe. Dagelijks verzorgt hij vluchten van Harare en Johannesburg naar Victoria Falls. Zijn droom: Victoria Falls als tussenstop voor toeristen uit Europa die in tien dagen Mombasa, de Kilimanjaro, de watervallen en Kaapstad willen zien. Als het aan hem ligt, wordt dat morgen al realiteit. Middag. In de pakweg twee dozijn horecagelegenheden - de meeste nog geen vijf jaar oud - liggen petjes en zonnebrillen op tafel. Bezoekers overleggen over de vraag waar de dollars uitgegeven moeten worden. De kano? Of dan toch maar bunji-jumpen? Nog een keer met de heli? Een groepje bedelaars heeft zich opgesteld langs de enige looproute van het winkelcentrum naar de curiosamarkt. Dat herinnert de toerist even aan Afrika, dat verder vrijwel onzichtbaar is. Geen 'petjestoerist' komt ooit in Chinotimba - laat staan dat men weet waar het ligt. De Afrikanen zijn er om te bedienen en graag een beetje snel. Bij het winkelcentrum hangt een stel opgeschoten jongens rond. Ze wijzen parkeerplaatsen aan, prijzen zichzelf aan als chauffeur, of verkopen dope. Een cob (in elkaar gedraaid tabaksblad barstensvol geestverruimende grassen) gaat voor nog geen tientje. Het verkoopt en verdient goed, volgens een van hen. De engelenvluchten ronken door boven hun hoofden. De busjes blijven af en aan rijden, van vliegveld naar safaripark, van waterval naar hotel. In 1995 vroegen de nationale overheden van Zimbabwe en Zambia de internationale milieu-organisatie IUCN een paar groeiscenario's voor het gebied rond de watervallen door te rekenen. De toestand blijkt aan de Zimbabwaanse kant in korte tijd behoorlijk kritiek geworden. De onmiddellijke omgeving van de watervallen - een stukje tropisch regenbos - lijdt onder de grote bezoekersaantallen: gemiddeld 470 per dag (met circa acht dollar is de toegangsprijs tot de watervallen te verwaarlozen). Chinotimba is overbevolkt: er wonen naar schatting 30.000 mensen, bijna vier keer zoveel als oorspronkelijk gepland. Het toerisme biedt immers werk - ruim drieduizend banen - en dat betekent migratie. De IUCN sprak ook met de lokale bevolking, die zich vooral stoorde aan de ontheiliging van de plaatsen van voorouderverering, de prostitutie en het gedrag van de toeristen. De grootste klacht gold de geluidsoverlast van de vluchten over de watervallen. Engelen moeten geen lawaai maken. De gemeente zit met de handen in het haar: waar moet de ruimte vandaan gehaald worden voor verdere groei van de snelst uitbreidende stad van Zimbabwe? De gevolgen zijn vooral zichtbaar in Chinotimba. Er is het begin van een sloppenwijk; vuilverwerking is een enorm probleem; de bush rondom het township is vanwege de behoefte aan brandhout flink uitgedund. Aan het toerisme verdient het lokaal bestuur trouwens weinig: de grote verdieners zijn de touroperators en de hotels. De gemeente heeft alleen een eigen camping, een bar en een bungalowpark - en de verplichting om te zorgen voor licht, water en goede wegen. Toeristenbelastingen gaan naar de centrale overheid. Namiddag. In de Mosi-oa-Tunya-bar, naast het gokkastenpaleis van het Makassa Sun Hotel, melden zich de eerste prostituees. Een veel te schaars gekleed Playboy-modelletje hangt tegen een al dronken blanke toerist aan. Even buiten het stadje maakt zich een eerste van de dozijnen boten los die - in alweer een file - de Zambezi bovenstrooms zullen afglijden voor de booze cruise. Voor 25 dollar kun je vanachter je pilsje (merk: Zambezi) of cocktail de zon zien ondergaan. In het Victoria Falls Hotel staat ondertussen het zoveelste marimbabandje het vakantievolk te begeleiden, dat langs overvloedig voedsel laveert. Andere toeristen gaan een beetje 'etnisch eten' bij de Ilala Lodge of naar de Wimpy Bar. Een zware toeter kondigt het vertrek aan van de nachttrein naar Bulawayo. Rugzakken en petjes verdwijnen in de eerste en tweede klasse-coupés, het gewone Afrikaanse volk zit voor het overgrote deel in de goedkope en volle economy class. Even later is de zon ondergegaan en verstomt het geronk van bootmotoren. Het IUCN-onderzoek heeft duidelijk gemaakt, dat het verstandig zou zijn om een rem te zetten de onstuimige groei van Victoria Falls. Het ziet er echter naar uit dat dezelfde overheden die de studie aanvroegen, aan de conclusies geen boodschap hebben. Veteraan-journalist David Martin kent een anekdote over een bijeenkomst van Zimbabwaanse en Zambiaanse ministers van Toerisme, nabij Livingstone. De Zimbabwaanse minister zei de plannen voor meer hotels aan zijn kant van de rivier te betreuren. Daarop stond zijn Zambiaanse collega op, liep naar het raam, wees de nieuwste hotels aan de overkant van de rivier aan en vertrok naar Lusaka. Deze burenrivaliteit is nog maar een deel van het probleem. Zeker in Zimbabwe is de factor huidskleur niet te onderschatten. In de toeristenindustrie is, net als in veel andere sectoren in de economie, de invloed van blanken overheersend. Maar net als in andere sectoren zijn in de toerismebranche zwarte managers en zakenmensen - het kaliber Evans Ndebele - bezig met een langzame, maar zekere opmars. In de Zimbabwaanse politiek geldt iedere buitenlandse bemoeienis met de toerismebranche uit milieu-oogpunt als "alweer een voorbeeld van een blank complot tegen een arm Afrikaans land dat het eindelijk een beetje goed begint te doen." Bijkomende handicap: de Zimbabwaanse milieubeweging bestaat voor een groot deel uit mensen die het behoud van diersoorten belangrijker vindt dan de magen van de Afrikaanse bewoners. Vic Falls is een brandpunt van deze belangenstrijd. Avond. De vakantiegangers nestelt zich met petjes, volle magen en onstilbare dorst in de nieuwste aanwinst van Victoria Falls, de Explorer's Bar. Barkeepers uit Chinotimba lopen af en aan, terwijl het publiek bestellingen brult door de geluidsmuren die worden opgetrokken door beroemdheden als Oasis en de Spice Girls. Bier is er overal, maar de prijs voor een pilsje verschilt nogal: van 80 cent in de campingbar en Chinotimba, waar de lokale bevolking drinkt, tot het zevenvoudige in de hotels. Maar daar komen dan ook alleen rijke mensen: blanken en de nieuwe Afrikaanse elite. Later op de avond komt in het Sprayview Motel de disco op gang. Het motel ligt vlakbij Chinotimba en vormt een van de schaarse schakels tussen het blanke toeristencircuit en de bewoners. Boven de halfduistere dansvloer flitst een driekleurig lichtorgel, in de maat met de onafgebroken lome, simpele beat van de nieuwste rage die Zuidelijk Afrika orkaansgewijs heeft veroverd: kwaito, Zuid-Afrika's antwoord op de techno. Jong Chinotimba vindt het prachtig en draait soepel door de ruimte. De prostituees arriveren voor zaken met het allengs bezopener toeristendom. Buiten schijnt de maan en als je maar ver genoeg wegloopt naar het nu uitgestorven Circus Victoria Falls, hoor je de krekels zingen. Dan kun je hem eindelijk weer ongestoord beluisteren: Mosi-oa-Tunya. De rook dondert nog steeds, maar de concurrentie wordt met de dag zwaarder. |
![]() |
![]() ![]() |