NiZA home adres, documentatie, projecten, wie is wie lijst van NiZA publicaties links naar websites in Zuidelijk Afrika, per land of onderwerp email NiZA doorzoek deze site

terug terug

ANC krijgt geen grip op Zuid-Afrikaans mediabestel
Dilemma's van macht, markt en media

Ineke van Kessel

Zuidelijk Afrika Jrg. 1, nr 2 (zomer 1997)

Het grootste dagblad van Zuid-Afrika, de Daily Nation, wordt gedrukt op de persen van Nasionale Pers. De eigen kranten van deze Afrikaner uitgeverij, zoals Die Burger en Beeld, hebben een verschijningsverbod gekregen wegens steun aan de apartheidspolitiek. Een zuiveringscommissie trekt het verleden van journalisten na en beslist over werkvergunningen. Een regeringscommissaris beslist over de papiertoewijzing, waarbij de voormalige verzetsbladen prioriteit krijgen.

Zo is het dus niet gegaan in het Zuid-Afrika van na de apartheid. En toch waren dit soort toekomstscenario's zo'n tien jaar geleden gangbare kost in ANC-kringen. Zoals we nu weten, ziet het medialandschap van het nieuwe Zuid-Afrika er wat anders uit. Niet de politieke krachtsverhoudingen, maar de economische machtsposities zijn bepalend voor de inrichting van het mediabestel, in ieder geval wat de gedrukte media betreft. Nu het ANC eindelijk aan de macht is, heeft de verzetspers het loodje gelegd. Het weekblad New Nation, ooit voorbestemd om uit te groeien tot dagblad van het ANC, moest in mei 1997 de verschijning staken wegens oplopende verliezen.

Anno 1997 is meer dan tachtig procent van de dag- en weekbladmarkt nog steeds in handen van vier grote mediaconcerns, twee Engelstalige en twee Afrikaanstalige. Zij hebben onderling de bladenmarkt geheel verkaveld en zijn ook het grootste deel van de drukcapaciteit, het distributienetwerk en een deel van de advertentiebureaus blijven beheersen. De monopolievorming op de Zuid-Afrikaanse dagbladmarkt is zo ver voortgeschreden, dat er nauwelijks ruimte is voor nieuwkomers.

Hoe is deze paradox te verklaren? Nu de strijd om de politieke macht is gewonnen, heeft de nationalistische beweging geen eigen media meer. Althans niet bij de geschreven media; bij de omroep ligt de situatie wat anders. Weliswaar is de Zuid-Afrikaanse Omroeporganisatie SABC geen staatsomroep, maar de regering kan hier wel rekenen op een overwegend positieve berichtgeving. Misschien verklaart dat de lauwe reactie van het ANC op de opheffing van New Nation. Kranten zijn de belangrijkste informatiebron voor blanken, Indiërs en kleurlingen, maar voor zwart Zuid-Afrika, de achterban van het ANC, zijn radio en televisie de belangrijkste nieuwsbronnen.

Kijkend naar eerdere wisselingen van de politieke macht hadden de toekomstplanners van het ANC wel andere ideeën opgedaan. Want hoe verging het de media in Europa na de Tweede Wereldoorlog en in de rest van Afrika na het dekolonisatieproces?

[Foto: Jan Stegeman]

In Europa luidde het eind van de oorlog allerminst het eind in van de verzetskranten. Integendeel, bladen als Trouw, Het Parool, Vrij Nederland en De Waarheid gingen een periode van grote bloei tegemoet. De eerste jaren na de oorlog werden de oud-illegale bladen Trouw en Het Parool gedrukt op de persen van De Telegraaf, die wegens collaboratie een verschijningsverbod had gekregen. Een Commissie voor de Perszuivering kon journalisten en directeuren een beroepsverbod opleggen als ze fout waren geweest in de oorlog. De Nederlandse regering in ballingschap had niet alleen voorbereidingen getroffen voor een perszuivering, maar zelfs voor een persordening. Kranten zouden alleen een verschijningsvergunning krijgen als ze voorzagen in een geestelijke of maatschappelijke behoefte - een gedachte die duidelijk in strijd was met de grondwettelijke vrijheid van drukpers. De voorgenomen perswet is er nooit gekomen; het vergunningenstelsel werd in 1947 afgeschaft. Maar de gedachte aan ordening was hardnekkig. In 1953 nog, toen de perszuivering een afgesloten hoofdstuk was, deed de Partij van de Arbeid in haar plan 'De weg naar vrijheid' nog voorstellen voor de socialisatie van voorlichting en opinievorming.

In andere Afrikaanse landen kregen de nationalistische bewegingen die na de dekolonisatie aan de macht kwamen een stevige greep op de media. Zo'n kwart eeuw na de onafhankelijkheid waren de meeste dagbladen in Afrika in handen van de staat. De omroep werd in vrijwel alle Afrikaanse landen een staatsomroep.

Maar Zuid-Afrika is en blijft een geval apart. Dat is het gevolg van een proces van binnenlandse kolonisatie: kolonisten en gekoloniseerden delen hetzelfde grondgebied. Zuid-Afrika's uur van de vrijheid betekende niet de aftocht van de bezetter of het vertrek van de kolonisten naar het moederland. De spelregels van het politieke en economische spel veranderden niet wezenlijk, maar de kring van spelers werd uitgebreid tot alle burgers, zonder onderscheid naar huidskleur.

Maar dat is een constatering achteraf. Vóór 1990 had het ANC uitgesproken ideeën over de noodzaak van een nieuwe orde. De indoctrinatie door de apartheidsideologen zou bestreden worden door heropvoeding, naar het voorbeeld van de denazificatie van het na-oorlogse Duitsland. Net als de nazi's in de Neurenbergse processen, zouden de apartheidspolitici zich moeten verantwoorden voor hun misdrijven. Een perszuivering leek een vanzelfsprekend onderdeel van dit proces. Heropvoedingscentra voor journalisten was wel het minste wat het ANC voor ogen stond, zo hield Chris Hani een groepje Zuid-Afrikaanse journalisten voor tijdens een van de vele Meet the ANC-sessies die eind jaren tachtig werden belegd in Zimbabwe.

De 'onderhandelde revolutie' liet echter geen ruimte voor zuiveringen. Verder dan enkele halfslachtige verklaringen van mediavertegenwoordigers voor de Waarheidscommissie - "We hebben het wel geweten, maar we hadden meer kunnen weten" - strekt het rekenschap afleggen over het verleden niet.

Drie opties

De ANC-top bekeerde zich in adembenemend tempo tot het neoliberale geloof van de jaren negentig. Maar daarmee behoren de dilemma's van macht, markt en media nog niet tot het verleden. Elke organisatie die uit is op macht zoekt middelen om de meningsvorming te beïnvloeden. In theorie had het ANC drie opties: nationaliseren, eigen media oprichten, of invloed verwerven in bestaande mediaconcerns.

Nationalisatie van de media was gelukkig al een gepasseerd station. In de rest van Afrika was inmiddels ruimschoots gebleken dat staatsmedia niet bijdroegen tot ontwikkeling van het land, maar tot verheerlijking van de machthebbers. De politieke dooi in Zuid-Afrika viel bovendien samen met een democratiseringsgolf in de rest van Afrika.

Het ANC heeft wel de oprichting van eigen media overwogen. Een eerder voorbeeld van deze optie was de emancipatiebeweging van de Afrikaners, die via gecoördineerde machtsvorming in het onderwijs, het bedrijfsleven, het leger en de politie, en niet te vergeten de media, met succes de hegemonie van de Engelstalige blanken hadden ondergraven. Sinds de verkiezingsoverwinning van de Nasionale Party in 1948 controleerden de Afrikaners veel meer dan alleen de staatsmacht. Ze hadden tientallen jaren zorgvuldig gebouwd aan hun eigen 'zuil' van Afrikaner macht. Hoewel het zelden hardop wordt toegegeven, hebben de zwarte nationalisten in het ANC wel degelijk zorgvuldig bestudeerd hoe de blanke nationalisten vanuit een achtergestelde minderheidspositie zoveel macht wisten te verwerven.

Ooit had het ANC een eigen krant, Abantu-Batho (Het Volk), opgericht in 1912 in Johannesburg. In 1931 moest de krant wegens geldgebrek werden opgeheven. Pas in de jaren tachtig verscheen na een lange stilte een nieuwe reeks bladen waarin het geluid van de bevrijdingsbeweging werd vertolkt. De meeste van deze alternatieve kranten bleven klein en hadden een lokaal of regionaal bereik, maar New Nation, opgericht in 1986, had een landelijk verspreidingsgebied en haalde rond 1990 de respectabele oplage van rond 80.000, ook al waren de gepubliceerde oplagecijfers wel wat geflatteerd. Net als de meeste andere alternatieve bladen was New Nation grotendeels afhankelijk van buitenlandse geldschieters.

Na de legalisering van het ANC in 1990 gingen deze bladen een voor een ten onder als gevolg van het opdrogen van de subsidiestroom, slecht management, een teruglopende lezersbelangstelling en het onvermogen om over te schakelen naar een bredere, populairdere formule die meer lezers en adverteerders zou trekken. Kort voor de opheffing was de oplage van New Nation gekelderd tot onder de 20.000. Een foto van Nelson Mandela op de voorpagina was niet langer voldoende om de losse verkoop op te stoten.

Nu de anti-apartheidsfondsen voor de media waren opgedroogd, zocht het ANC naar commerciële investeerders. Zo verscheen eerst de Nigeriaanse politicus en mediamogul Moshood Abiola op het Zuid-Afrikaanse toneel, gevolgd door een investeringsconsortium uit Maleisië. Met hun geld zou het ANC mogelijk aan een eigen krant geholpen kunnen worden. Omvorming van New Nation tot dagblad, overname van The Sowetan - het enige dagblad dat zich op zwarte lezers richt - of oprichting van een geheel nieuwe krant passeerden de revue. Maar Abiola verdween in een Nigeriaanse gevangenis nog voordat beproefd kon worden of zijn plannen serieus waren. De Maleisiërs gingen uiteindelijk in zee met Nasionale Pers en niet met het ANC.

De plannen voor een partijkrant zijn nu wel van de baan. De gedachte aan een onafhankelijk uitgegeven, maar met het ANC symphatiserende krant is echter nog niet opgegeven. Moeletsi Mbeki (de jongere broer van vice-president Thabo Mbeki), een van de architecten van eerdere plannen voor een ANC-dagblad, bouwt nog steeds aan een media-imperium dat zowel voet aan de grond wil krijgen in de commerciële televisiesector als in de gedrukte nieuwsmedia.

Kameraad aandeelhouder

Voorlopig worden de meeste vorderingen gemaakt met de derde optie: machtsvorming in de media via het overnemen van aandelen in de 'blanke' uitgeversconcerns. Zo volgen de ontwikkelingen in medialand de algemene trend van black empowerment in Zuid-Afrika. Na het veroveren van de politieke macht richten ANC-prominenten nu het vizier op de economische macht, waarbij de grote uitgeversconcerns een begeerde prijs zijn. Niet zozeer omdat kranten zoveel winst opleveren, maar omdat ze invloed en status verschaffen.
Met kapitaal van de pensioenfondsen van zwarte vakbonden en bijdragen van zwarte ondernemers kreeg het National Empowerment Consortium (van Cyril Ramaphosa) vorig jaar een meerderheidsbelang in Times Media Ltd, uitgever van onder meer de Sunday Times, de Business Day, de Financial Mail en dagbladen in de Oost-Kaap. New Africa Investments Ltd. (van Ntatho Motlana) verwierf een meerderheidsbelang in The Sowetan en nam vorig jaar ook de verliesgevende New Nation over.

Uit welbegrepen eigenbelang zijn de grote concerns best bereid om enkele mediadochters af te stoten. Door zelf mee te werken aan de gedeeltelijke ontmanteling van enkele megaconcerns kunnen de grote ondernemers anti-trustwetgeving voor zijn. Partnerschap met zwarte ondernemers maakt de krantenbedrijven geloofwaardiger voor de zwarte middenklasse en salonfähig voor de overheid, die lucratieve drukorders te vergeven heeft.

Leidt de komst van de 'kameraad aandeelhouder' en de zwarte persbaronnen ook tot kranten die representatiever zijn voor Zuid-Afrika als geheel? Vooralsnog niet. Er zitten meer zwarte gezichten in de Raden van Bestuur. In de redactielokalen verschijnen meer, overwegend piepjonge, zwarte journalisten. Maar tot dusver zit in het middenkader, waar het dagelijks beleid wordt gemaakt, nog weinig beweging. De Engelstalige pers staat niet vijandig tegenover de regering-Mandela. De kolommen getuigen vooral van een gebrek aan verbeeldingskracht. Terwijl ze met de neus bovenop een van 's werelds boeiendste sociale experimenten zitten, leunen de journalisten op het voorspelbare nieuws en de beproefde routine: Lady Di, gruwelijke misdaadverhalen, dekens voor de daklozen, vergaderingen, rapporten en congressen.

Maar de lange mars van zwart Zuid-Afrika door de instituties van het blanke establishment is ook nog maar net begonnen.


terug terug

NiZA home   terug naar boven