NiZA home adres, documentatie, projecten, wie is wie lijst van NiZA publicaties links naar websites in Zuidelijk Afrika, per land of onderwerp email NiZA doorzoek deze site

terug terug

Zuid-Afrikanen op de vlucht naar Friesland
"Het nieuwe Zuid-Afrika is niet van ons"

Marnix de Bruyne

Zuidelijk Afrika Jrg. 1, nr 2 (zomer 1997)

De chicken run werd het destijds schamper genoemd, de uittocht van blanken uit Zuid-Afrika die de eerste vrije verkiezingen niet durfden af te wachten. In 1993 kwamen er alleen al naar Nederland elfhonderd blanken, meestal op een Nederlands paspoort of als 'aanhang' van een remigrant. Inmiddels is die toestroom verminderd, maar jaarlijks gaat het toch nog om honderden mensen. Op bezoek bij 'nieuwe' Friezen.

"Waarom we Zuid-Afrika hebben verlaten? Hier, lees maar, dan weet je alles. En dit zijn echt niet 'pro-witten'-blaadjes." Gerard (62) legt enkele Zuid-Afrikaanse tijdschriften neer met verhalen over gruwelijke misdaden en de enkele duizenden agenten die jaarlijks in Zuid-Afrika worden gedood. "In Zuid-Afrika lopen de misdadigers vrij rond en zitten de normale mensen achter de tralies", zegt hij, doelend op het ijzerwerk voor de ramen en de hoge hekken om de huizen in de blanke Zuid-Afrikaanse wijken. "En ze zijn vaak zo sadistisch, die zwarte criminelen: een oude man steken ze de ogen uit, om niets."

Gerard, een tanige man met bleekblauwe ogen, is net een week in Nederland. Zijn vrouw Teresa (58), drie volwassen dochters en vijf kleinkinderen kwamen een aantal weken eerder, twee schoonzoons volgen nog. In de bijkeuken van hun Friese nieuwbouwwoning staan nog twee onuitgepakte houten kisten met 'Durban' erop geschilderd en in het tuintje ligt hun zwarte herdershond, die "een beetje vals" is; maar verder doet niets in de woning aan Zuid-Afrika denken. In 1958 vertrok de in Amsterdam geboren Gerard naar Rhodesië, waar hij Teresa ontmoette, met wij hij vier kinderen kreeg. In de jaren zeventig verbleef het gezin jarenlang in Nederland, maar het klimaat en de ruimte van Afrika bleef trekken. Het gezin ging terug, dit keer naar het Zuid-Afrikaanse Port Elisabeth, waar Gerard aan de slag ging als elektricien.

Na de verkiezingen in 1994 had Gerard nog high hopes voor de toekomst en heeft hij het nog twee jaar aangezien. Met Mandela, die een bloedbad had voorkomen, hadden ze immers "niks geen last gehad." Maar "omdat de doodstraf is afgeschaft", weet Gerard, ging het al gauw bergafwaarts met het land. Toch duurde het nog tot hij zélf werd neergestoken "voor mijn ogen open gingen." "Ze misten mijn longen op een haar na, ik bloedde als een rund. Nee, het nieuwe Zuid-Afrika is niet van ons", zegt hij bitter. Zijn vrouw en dochters hadden al jaren eerder te kennen gegeven naar Nederland terug te willen, mede in verband met scholing voor de kinderen.

Er was echter nog een reden voor het vertrek, vertelt Gerard. "Er is een brain drain gaande, waardoor het aantal hoogopgeleiden afneemt. Vorig jaar hebben ze al 148 artsen uit Cuba moeten halen. Nu konden we nog vertrekken en mochten we alles meenemen, maar onder Thabo Mbeki wordt dat misschien verboden. We gaan daar niet op wachten."

De familie van Gerard en Teresa - hun achternaam willen ze niet afgedrukt zien, uit angst dat een doorgedraaide, gewelddadige ex-schoonzoon hen achterna reist - deed een beroep op de diensten van het particuliere remigratiebureau Davids in Naarden, dat terugkerende Nederlanders onder meer aan woningen helpt. Volgens het Centraal Bureau van de Statistiek kwamen er in 1995 bijna zeshonderd Nederlandse en niet-Nederlandse immigranten uit Zuid-Afrika, maar Els Davids van dit bureau denkt dat het om meer mensen gaat. "Zo'n vijftig keer per maand doen gezinnen die uit Zuid-Afrika weg willen een beroep op ons", schat ze. "Allemaal blanken, inderdaad." Streken ze enkele jaren geleden nog al eens in Lelystad neer, nu is Friesland populair om de doodeenvoudige reden dat daar veel woningen beschikbaar zijn.

Zo hielp Davids ook het echtpaar De Snoo. In 1993 kwamen Eveline (66) en Albert (73) terug na veertig jaar in de Vaaldriehoek - in Vanderbijlpark en Vereeniging - te hebben gewoond. Gezeten onder een borduurwerk met springbokken in hun rijtjeshuis in Zwaagwesteinde, vertellen ze hoe de Nederlandse regering na de oorlog emigratie aanmoedigde. De pas regerende Nationale Partij wierf actief onder goed opgeleide blanken, met mooie verhalen over de hoge levensstandaard in Zuid-Afrika. De keus was dan ook snel gemaakt. Eenmaal in Zuid-Afrika bleek de leidinggevende technische functie waar Albert op had gerekend niet beschikbaar. Ook was de relatie met de Afrikaners stroef. "Ze zijn ons altijd blijven zien als buitenlanders, als een bedreiging", zegt Albert de Snoo. "Eigenlijk hebben we ons er nooit thuis gevoeld."

De Snoo begon, deels noodgedwongen, een eigen bedrijf in machineonderdelen. Het bedrijf deed het goed. Maar "toen De Klerk aan het bewind kwam", vertelt hij, liepen de zaken terug: de formele apartheid kwam ten einde en daarmee de internationale handelsboycot. Machines uit Taiwan, Japan en Zuid-Korea kwamen de markt op tegen prijzen waarvoor De Snoo ze niet kon maken. Het echtpaar besloot het bedrijf te sluiten en de lang gekoesterde droom, terugkeer naar Nederland, uit te voeren. "Er zijn in Zuid-Afrika geen sociale voorzieningen zoals hier", geeft Eveline als verklaring. "De toestand in de ziekenhuizen verslechtert - ze stelen je kleren uit je nachtkastje, als je niet oplet - en bovendien waren al onze kinderen volwassen."

De 83-jarige Eva Dros-Helder kwam een dorp verderop terecht. Begin 1994 besloot ze plotseling terug te gaan naar het land dat ze eenenveertig jaar eerder met haar man had verlaten. Ze trok de deur van haar woning in het "prachtige" Bellville bij Kaapstad achter zich dicht, gaf haar spullen weg, en vertrok met drie koffers naar Nederland. In haar zonnige ouderenwoning in Veenwouden is slechts één aandenken aan het tweede vaderland te zien: een luchtfoto aan de muur van Kaapstad.

Bij Dros was het eveneens de behoefte aan een verzorgde oude dag die haar tot vertrek bewoog. "Als het zo gaat zoals nu in Zuid-Afrika, dan gaat het ouderenbeleid helemaal op de koffie", zegt ze. "En je kinderen moet je niet achterna lopen." Maar anders dan de zeer gelukkige De Snoo's, mist ze het land enorm, vooral de natuur en de mensen. "Ik voel me eigenlijk meer Zuid-Afrikaan dan Nederlander."

Hoezeer zijn de nieuwe Friezen nu voorbereid op de multiculturele samenleving die Nederland inmiddels is geworden? "We zijn geen racisten", weerklinkt het in de drie nieuwbouwwoningen spontaan, nog voor er een vraag is gesteld. Maar de decennia in de apartheidsmaatschappij hebben hun sporen nagelaten en de generalisaties vliegen dan ook al gauw over de salontafels. "De zwartjes tonen geen enkel initiatief", zegt Alfred de Snoo. "Pas als je ze een order gaf, gingen ze aan de slag. En ze namen altijd spullen mee. Men zei altijd: je betaalt ze vijfhonderd rand loon en ze stelen er voor vijfhonderd bij."

Gerard voelde zich in Port Elisabeth thuis tussen alle nationaliteiten (lees: de blanke emigranten in zijn wijk) en vond die apartheidswetten onzin. Maar zoal het tegenwoordig toegaat... "Ze staken de hele tijd, soms maar voor een kwart procent loonsverhoging." Verder zijn tegenwoordig overal zwarte verkopers te zien in de vroeger zo keurige wijken. "Dan ligt er op een tafeltje een koeienkop. Het is zo onhygiënisch."

Eva Dros heeft zich wel zeer nadrukkelijk gehouden aan het advies van haar vader zoveel mogelijk te assimileren: het gedachtengoed der Afrikaners viel bij haar op vruchtbare bodem. Ze kwam wel in de kleurlingenwijken, waar ze als diepgelovige vrouw missiewerk deed, vertelt ze, en was daar getroffen door de "dankbaarheid" van de bewoners. "Maar ik zou mijn dochter niet met een zwarte laten trouwen. Het is toch een andere cultuur." De apartheid, wil ze ook nog kwijt, bestond alleen maar uit het verbod op interraciale huwelijken. "Verder leefden we gewoon door elkaar heen. De apartheid onder zwarten onderling was veel erger."

Ook het oude verhaal dat "alle zwarte leiders" corrupt zijn, verwijzend naar de Mobutu's op het continent, komt weer boven. "Kijk naar Boesak, die hier in Nederland huilverhalen kwam houden, maar wel geld stal van de Denen. En die Tutu woont ook in mooie huizen, hoor." Alleen Mandela, die is haar meegevallen, moet ze toegeven. "Maarre.., ze hadden hem niet voor niets opgesloten, hoor."

Dros houdt haar hart vast voor de toekomst van haar kinderen die daar nog zitten. Ook De Snoo's hebben zorgen om het achtergebleven kroost. "Ze zijn goed terecht gekomen, hoor", zegt Alfred de Snoo. "De een is predikant, de ander stadsklerk. Een kleinzoon zit zelfs in het Springbokkenteam. Maar hun Nederlandse paspoort bewaren ze angstvallig."


terug terug

NiZA home   terug naar boven