NiZA home adres, documentatie, projecten, wie is wie lijst van NiZA publicaties links naar websites in Zuidelijk Afrika, per land of onderwerp email NiZA doorzoek deze site

terug terug

Vertrouwen in regering daalt snel
Malawi op het smalle pad van democratisering

Madeleine Maurick

Zuidelijk Afrika Jrg. 1, nr 2 (zomer 1997)

In Malawi heeft angst de plaats van humor ingenomen. Het is er nog steeds te gevaarlijk om zomaar vriendschap te sluiten. Politici slepen elkaar voor de rechtbank. De pers is weliswaar vrij, maar journalisten worden toch af en toe met de dood bedreigd. Een reportage uit een land dat na een meedogenloze dictatuur probeert overeind te krabbelen.

[Foto: Nicole Segers] Dertig jaar dictatuur in Malawi eindigde op 17 mei 1994 met de eerste democratische verkiezingen sinds de Britse koloniale overheersing. Dictator Hastings Kamuzu Banda, die zichzelf had benoemd tot 'president voor het leven', liet het land onherkenbaar achter. Ballingen die na vele jaren terugkeren naar Malawi, voelen zich vreemden in eigen land. Zoals Catherine Munthali, momenteel directeur van een vrouwenorganisatie in Malawi, die vele jaren in het buurland Zambia heeft doorgebracht. "Mensen zijn het vertrouwen in elkaar verloren, er is geen intimiteit meer. Toen wij terugkwamen uit ballingschap waren we enthousiast, maar we realiseerden ons na een tijdje dat dit niet meer dezelfde plek is waar we vandaan zijn gekomen." Ze merkt dagelijks in haar werk hoe moeizaam het is om vertrouwen te winnen. In haar ogen is Malawi de humor die het ooit had, kwijtgeraakt.

Banda had zijn land the warm heart of Africa gedoopt, in de hoop misschien dat de Afrikaanse zon overuren zou maken om het gebrek aan innerlijke warmte te compenseren. Malawianen zitten inmiddels zwijgend naast elkaar in de combi's en er heerst een vriendelijke gereserveerdheid. Ze zijn tientallen jaren onderworpen geweest aan een absoluut willekeurige terreur. Elk moment van de dag kon je opgehaald worden, mishandeld of voor lange jaren in de gevangenis opgesloten. Het was een effectief systeem dat nauwelijks ruimte bood voor verzet, omdat mensen elkaar niet meer vertrouwden. Buren, vrienden en familieleden, ze konden allemaal verraders zijn - dus mensen hielden hun mond.

Dat is nog steeds voelbaar. "Wij droegen in die tijd vaak omslagdoeken, met daarop overal Banda's afbeelding gedrukt", vertelt een Malawiaanse vrouw die al tien jaar in het buitenland woont en nu een paar weken op bezoek is. "Het was telkens weer oppassen na het wassen, want voordat je het wist, beging je een misdrijf. Als je zijn hoofd ondersteboven aan de waslijn hing, kon je opgepakt worden. Je mocht zijn hoofd ook niet precies op je billen dragen, want dan zat je er op en dat was een teken van gebrek aan respect." Als ze deze voorvallen vertelt, kijkt ze eerst om zich heen, haar stem zakt tot een fluistering en ze lacht voorzichtig voorovergebogen, met de hand voor haar mond.

[Foto: Nicole Segers]

Haar verhaal symboliseert de gekte van Banda's dictatuur; zelfs het bespreken van zijn leeftijd werd als misdaad aangemerkt. De gevolgen zullen nog generaties lang merkbaar zijn. Banda was een aartsconservatieve leider, die kort na de onafhankelijkheid in 1964 aankondigde dat Malawi één partij, één leider en één regering nodig had en verder geen nonsens. Via zijn Malawian Young Pioneers, een terreurgroep van louter jongens, wist hij een dusdanige angst in het leven te roepen, dat weinig Malawianen daartegen in opstand kwamen. Er bestonden geen burgerrechten, geen politiebescherming en geen onafhankelijke rechtspraak. Politiemensen stonden eerder bekend als notoire martelaars en rechters waren te bang.

Anastazia Msosa, werkzaam in de advocatuur sinds 1975 en rechter sinds 1992, vertelt dat er toen gelukkig vrij veel kwesties waren waarvoor de regering zich niet interesseerde. "In die zaken waren wij dus onafhankelijk. Maar soms werd ons voorgeschreven welke uitspraak wij moesten doen. Alles kon gebeuren, wetten konden worden ingetrokken of aangepast." Zij herinnert zich hoe bang ze altijd was als ze, na een internationale conferentie, weer op Lilongwe Airport aankwam. "Ik was altijd bang om opgepakt te worden. Je wist nooit of je niet gezien was op de verkeerde plek, pratende met de verkeerde mensen."

Het tij keerde

De Malawiaanse oppositie opereerde tijdens Banda's dictatuur vooral vanuit het buitenland en had weinig actieve aanhang in eigen land. Niet alleen de onderdrukking, maar ook het hoge analfabetisme, de gebrekkige communicatiemiddelen en de grote armoede vormden een belemmering voor het ontstaan van een effectieve verzetsbeweging. In 1992 kwamen een kleine honderd in ballingen bijeen in de Zambiaanse hoofdstad Lusaka om de mogelijkheden voor democratische veranderingen te bespreken. Sinds het begin van de jaren negentig stond Malawi onder een toenemende druk van de internationale donorgemeenschap om de mensenrechten te respecteren. Om Banda te laten voelen dat de kritiek serieus was - en dat Malawi sinds het einde van de Koude Oorlog haar politieke belang voor het Westen had verloren - werd de geldkraan dichtgedraaid.

In Malawi zelf kwam het protest van katholieke zijde. Acht bisschoppen publiceerden een 'bisschoppelijke brief', waarin zij protesteerden tegen de voortdurende schendingen van de mensenrechten. Deze brief werd op 3 maart 1992 voorgelezen in de kerken. Het regime reageerde hard en de bisschoppen werden gearresteerd. Deze reactie werd internationaal veroordeeld, vooral van kerkelijke zijde. Het protest tegen de voortdurende repressie liet zich nu ook binnenslands niet meer smoren. Het gistte overal in Zuidelijk Afrika en in Zuid-Afrika, de grote vriend van Banda, begon een proces dat het einde inluidde van het apartheidstijdperk.

Het tij keerde definitief en resulteerde in 1993 in een referendum waarin de bevolking zich kon uitspreken voor of tegen een meerpartijendemocratie. President Banda was er al die tijd van overtuigd geweest dat zijn bevolking geen enkele interesse had in andere partijen; hij was immers Malawi en de Malawianen waren van hem. Dit bleek de misrekening van een uitgespeelde dictator. Een grote meerderheid van de Malawianen stemde vóór democratische veranderingen.

Hoop en creativiteit

Malawi veranderde. Er ontstond hoop, creativiteit en een lang niet meer vertoonde levendigheid. De groeiende straathandel zorgde voor een drastisch veranderd straatbeeld. De mensen konden opeens kiezen uit een twintigtal (weliswaar flinterdunne) kranten; onder Banda's heerschappij bestonden er slechts twee regeringskranten. "Vooral in het begin was het spannend, toen we nog vóór de verkiezingen zaten", vertelt journalist Hastings Maloya. "Mensen werden bedreigd en in elkaar geslagen als ze gezien werden met een krant. Maar iedereen wist precies waar je de nieuwe kranten kon krijgen, onder bruggen of bij een spoorwegovergang. Je ging ze dan ergens binnen lezen, op een wc bijvoorbeeld."

Janet Karim is hoofdredacteur van The Independent, de enige krant uit de tijd rond het referendum die nog steeds wekelijks uitkomt. "Je wist toen nog niet welke kant het zou opgaan, wat de mensen zouden gaan stemmen. Wij vochten voor democratische veranderingen. Mijn eigen vader was een vooraanstaand minister in het kabinet van dr. Banda. Hij vond Malawi al een democratie en ik stelde in mijn krant het tegendeel. Dat maakte de relatie tussen mijn vader en mij er niet gemakkelijker op." Karim zegt dat er moed voor nodig was, maar de wens tot verandering was zo sterk geworden, dat mensen hun angst overwonnen.

[Foto: Nicole Segers]
Geen garantie voor democratie

Nu, bijna drie jaar later, is de straathandel verder uitgebreid, zijn er twee dagbladen en ruim tien weekbladen. De hoop en de creativiteit is echter sterk verminderd. Malawi behoort tot de negen armste landen van de wereld, de overlevingsstrijd kost veel energie en het vertrouwen in de nieuwe regering is gedaald. Nog steeds zal vrijwel iedere Malawiaan op straat vertellen dat er vrijheid is, dat iedereen nu alles mag zeggen. Dat is een verworvenheid die duidelijk gewaardeerd wordt. Maar vrijheid van meningsuiting is geen garantie voor democratie. De democratisering in Malawi volgt een smal pad waar nog regelmatig mensen dreigen af te vallen. De vraag dringt zich langzamerhand op of dit pad wel toegankelijk blijft voor iedereen.

Het land heeft een kleine politieke elite met scherpe onderlinge tegenstellingen. Er zijn drie hoofdrolspelers: het Verenigde Democratische Front (UDF), de Malawi Congrespartij (MCP) en de Alliantie voor Democratie (Aford). De inhoudelijk politieke verschillen zijn vaag. Het UDF wordt menigmaal spottend de 'gerecyclede MCP' genoemd, een verwijzing naar het MCP-verleden van de huidige UDF-president en zijn belangrijkste ministers. In de hoogtijdagen van Banda's dictatuur waren zij politici van naam. De Aford wordt niet echt als politiek alternatief gezien; de partij vaart een onduidelijke koers en fungeert vooral als speelbal in de machtsstrijd tussen het UDF en de MCP.

Bij de verkiezingen in 1994 kwam het UDF als grote overwinnaar tevoorschijn en veroverde 84 zetels van de 177 parlementszetels, net geen absolute meerderheid. UDF-leider Bakili Muluzi werd de nieuwe president van Malawi. De MCP, de partij van Banda, veroverde verrassenderwijs 55 zetels en de Aford kreeg 36 zetels. Het noorden van het land stemde vrijwel geheel op de Aford, het centrum op de MCP en het zuiden op het UDF.

"Het is geen van de partijen gelukt om een nationale identiteit te creëren met een visie die een landelijke uitstraling heeft", zegt Shyly Kondowe, politiek activist en directeur van een mensenrechtenorganisatie. Hij vindt het al weer tijd voor een politiek alternatief, maar dat is niet direct voorhanden. "Wij zitten in een overgangsdemocratie, mensen hebben gestemd voor verandering, maar nog niet voor een politieke richting." Kondowe is niet erg optimistisch over de huidige situatie. Er bestaat weliswaar een prachtige grondwet die democratische rechten garandeert, maar de UDF-regering stimuleert geen actieve participatie van burgergroeperingen. Zij voelt zich er zelfs in toenemende mate door bedreigd.

Parlementaire boycot

"Het UDF heeft bij de verkiezingen vooral politieke macht gewonnen, terwijl Banda en zijn MCP nog steeds grote delen van de Malawiaanse economie controleren", aldus Kondowe. "Tijdens de eenpartijstaat onder Banda was het onmogelijk om de regeringspartij, de regering en de president te onderscheiden." Banda gebruikte deze belangenvervlechting om een eigen imperium op te bouwen, de Press Corporation, dat momenteel meer dan dertig procent van het bruto nationaal product controleert. Hieruit financiert Banda zijn MCP, die, gezien de seniliteit van Banda zelf, feitelijk onder leiding staat van de zeer machtige John Tembo.

Het UDF heeft zich direct na de verkiezingen met een enorme verbetenheid gestort op het onder controle krijgen van deze Press Corporation. Dat is tot op heden niet gelukt. Pogingen om de Press Corporation te nationaliseren, liepen stuk op de - inmiddels goed geregelde - grondwettelijke bescherming van het privé-eigendom. En daarmee blijft Banda hoogstpersoonlijk eigenaar van een groot deel van de economie van Malawi.

De nationalisatiewet vormde de aanleiding voor een negen maanden durende parlementaire boycot. Het UDF had gedacht de wet er dankzij een regeringscoalitie met de Aford simpel doorheen te drukken. Toen echter de Aford na anderhalf jaar uit de regering stapte, dreigde de wet te stranden. Het UDF probeerde vervolgens de oppositie te slim af te zijn en overtuigde een zestal Aford-ministers en een MCP-minister om als 'onafhankelijken' in het kabinet te gaan zitten. Werkgelegenheid is schaars in Malawi en ministers die weglopen uit het kabinet verliezen hun salaris en worden werkloos, concludeert Shyly Kondowe droog. "Je kunt niet aantonen dat ze zijn omgekocht, maar er zijn natuurlijk wel voorzieningen getroffen."

Met deze manoeuvre behield de regering een meerderheid in het parlement - maar verloor tegelijkertijd het noodzakelijke quorum. De Aford en de MCP reageerden woedend en verlieten uit protest het parlement. Zij beschouwden het als een bewuste poging van het UDF om de oppositie te destabiliseren en via een achterdeur een eenpartijstelsel te introduceren.

Deze politieke krachtmeting duurde van juni 1996 tot april 1997 en heeft de politieke besluitvorming niet alleen verlamd, maar ook een nieuw cynisme veroorzaakt. "De besluitvorming is erg autoritair en er vindt weinig overleg plaats. Eigenlijk is het nog steeds dr. Banda's manier van politiek bedrijven, maar dan in een meer open maatschappij", zegt Kings Phiri, historicus op de Universiteit van Malawi. Ook hij is niet optimistisch en maakt zich vooral zorgen over het regionalisme in de politiek. "Er is nog geen oplossing voor. Mensen kijken heel nauwkeurig hoe de gelden verdeeld worden over de regio's. De regering wordt ervan beschuldigd het zuiden te begunstigen."

Ook het gebrek aan opbouw van een civil society zit hem dwars. "Tijdens de overgangsperiode was alles gericht op verandering. Na de verkiezingen is alles opgehouden. Hieruit blijkt een beperkte kijk op democratie. Het had het begin moeten zijn, niet het eind."

Minister van bomen en gras

Politieke ruzies in Malawi worden grotendeels uitgevochten via de kranten en voor de rechtbank. Vooral ten tijde van de parlementaire boycot liepen de emoties hoog op. Een groeiend aantal kranten is inmiddels eigendom van individuele politici, die hun blad vooral lijken te gebruiken om elkaar onderuit te halen. Kranten die gelieerd zijn aan de MCP of de Aford zien overal corruptie en machtsmisbruik; de UDF-gezinden daarentegen constateren vooral bedreigingen voor de democratie. In dit klimaat van wederzijdse beschuldigingen groeit het onbehagen onder de bevolking. Men weet niet meer wat waar is en wat niet. Wat men wél weet, is dat de regering zichzelf onlangs een loonsverhoging van driehonderd procent heeft gegeven, maar zegt geen geld te hebben voor een salarisverhoging van de ambtenaren. Ondertussen vallen er steeds meer gaten in de wegen, ziekenhuizen hebben geen medicijnen, de scholen geen lesmateriaal of leraar. In het noorden gaan mensen dood door droogte, terwijl ze in het zuiden verdrinken vanwege de overstromingen.

Corruptie is een dagelijkse praktijk. "Regeringsambtenaren komen niet naar bijeenkomsten als ze daar niet voor betaald worden. Als je een workshop in de stad houdt zijn ze er niet, maar organiseer je het aan het Malawimeer, dan weet je zeker dat ze komen. Want dat levert een extra toelage op voor reis- en verblijfkosten", aldus Kondowe. Het overvolle kabinet van president Muluzi is regelmatig mikpunt van spot. Een bekende musicus suggereerde onlangs nog de oprichting van een apart ministerie voor de bomen en het gras.

De economische situatie verslechtert. De Malawiaanse kwacha heeft nog maar een vijfde van de waarde van drie jaar geleden. De prijzen, die onder Banda strikt gereguleerd werden, zijn door het UDF vrijgegeven. Het resultaat is veel hogere kosten van levensonderhoud, terwijl de lonen laag zijn gebleven. De onvrede met het UDF groeit; sommigen zien alweer positieve kanten aan het Banda-regime - "behalve natuurlijk de mensenrechten", wordt er veiligheidshalve aan toegevoegd. Het UDF graaft zich steeds dieper in. Er werden geen lokale verkiezingen uitgeschreven, hoewel dat volgens de grondwet allang had moeten gebeuren. De regering zegt dat er geen geld voor is. Maar geldgebrek wordt steeds minder beschouwd als geldig excuus.

Malawianen zijn opnieuw gereduceerd tot toeschouwers. "Wij hebben geen burgemeesters, geen gemeenteraden, er is geen lokale politieke supervisie", zegt Shyly Kondowe. Hij organiseert overal in het land bijeenkomsten om het belang van gemeenteraadsverkiezingen aan de bevolking uit te leggen. Het UDF voelt de groeiende kritiek en heeft beloofd om verkiezingen te houden in augustus. Niemand gelooft het.

Als de huidige regering al niet bereid is tot het houden van lokale verkiezingen, hoe staat het dan met de voor 1999 geplande landelijke verkiezingen? Het staatsportret van Muluzi hangt overal in het land en staat inmiddels ook afgedrukt op de bankbiljetten; dat lijkt er niet op te wijzen dat de president van plan is snel weer te vertrekken. "Slechte gewoonten sterven moeizaam", grijnst Kondowe. "Deze regering raakt steeds verder geïsoleerd. Wij zijn niet ver verwijderd van het Zambiaanse scenario. Daar heeft de regering eerst de oppositiepartijen gedestabiliseerd, daarna is ze doorgegaan met het vernietigen van de niet-gouvernementele organisaties."

De angst voor een verdere aantasting van democratische vrijheden in Malawi wordt gevoed door de toenemende beschuldigingen van de zijde van de regering dat critici CIA-agenten zijn. Ook Shyly Kondowe is daarvan beschuldigd. "De strategie van de regering is om de betrouwbaarheid van leiders in de burgermaatschappij te ondermijnen. Ze is bang voor een groeiend zelfbewustzijn vanuit de basisorganisaties." De krampachtige wijze waarop de regering bovendien vasthoud aan een volledige staatscontrole over de radio, getuigt van weinig democratische aspiraties. In Malawi hoopt men vurig dat de democratische veranderingen sterk genoeg zijn om het land te behoeden voor een nieuwe 'president voor het leven'.


terug terug

NiZA home   terug naar boven