NiZA home adres, documentatie, projecten, wie is wie lijst van NiZA publicaties links naar websites in Zuidelijk Afrika, per land of onderwerp email NiZA doorzoek deze site

terug terug

Diamantzoekers in de Lunda's van Angola
Graven naar geluk

Bram Posthumus

Zuidelijk Afrika Jrg. 1, nr 1 (maart 1997)

Wie op een kaart van Angola kijkt, ziet door de noordoostelijke provincies Lunda Norte en Lunda Sul talloze grillige blauwe strepen lopen. Het zijn rivieren en beken met namen als Luachimo, Chicapa en Cuango. De streek is alleen toegankelijk voor avonturiers, bandieten en huurlingen. Zij hebben maar één ding in hun hoofd: rijk worden met de schatten op de bodem van die blauwe strepen. Diamanten, daar gaat het om in de Lunda's.

[Foto: Kadir van Lohuizen]

De VN-waarnemers en een enkele journalist zijn zo ongeveer de enigen in de Lunda's die niet bevangen zijn door de diamantenkoorts. Ze vertellen van de gekte die het gebied - dat minstens vier keer zo groot is als Nederland en vrijwel afgesloten van de buitenwereld - in zijn greep houdt en voor absurde taferelen zorgt. De landingsbaan van Lucapa, de hoofdstad van Luna Norte, is bezaaid met 'afgewezen' diamanten, schrijft Chris Liebenberg in New African. In de sjofele stadjes ziet een VN-waarnemer oude Portugese villa's volgestouwd worden met marmer en stereo-apparatuur, terwijl de schotelantenne schittert op het dak en de Mercedes in de garage staat. De kans is groot dat die villa het eigendom is van een generaal van het Angolese leger of een hoge Unita-man. Zij worden rijk aan de handel in diamanten. Hetzelfde geldt voor de Libanezen die vanuit Zaïre komen in gecharterde vliegtuigen, waarin ook de auto's, de whisky en alle andere westerse luxe in de Lunda's arriveren.

Ondertussen rijzen de prijzen van 'gewone gebruiksartikelen' naar astronomische hoogten: een kip bijvoorbeeld kost tachtig dollar.

Die ene diamant...

Allerminst rijk zijn de talloze gravers en duikers die de grond van de Lunda's omspitten en de rivierbodems afschuimen, op zoek naar die ene diamant die het paradijs in hun leven zal brengen. Liebenberg ziet even buiten Lucapa een maanlandschap van vierkante gaten, "waarin mannen met lange schoppen rondscheppen, op zoek naar de kleurloze stenen die hen het fortuin van hun leven zullen brengen." In de rivieren test iedereen zijn longen tot het uiterste met een tocht naar de bodem, waar zand en modder opgedoken wordt en in wrakkige houten bootjes gekiept. De volgende ploeg probeert daar het geluk te vinden door de troep door een zeef (een houten kistje bespannen met fijn kippegaas) te laten lopen. Garimpeiros heten ze, diamantzoekers, gravers in de modder. Ze kunnen evengoed uit Angola komen als uit Zaïre, maar ook uit Mali, Senegal of Zuid-Afrika. De droom is steeds hetzelfde: een einde aan de ellende en de armoede.

De risico's zijn legio voor de garimpeiros, die eigenlijk iedereen met de echte grote belangen voor de voeten lopen. Mijnmaatschappijen klagen over de vernielingen die ze aanrichten in de gebieden waar ze zelf diamanten willen winnen - maar dan niet met schop en houten kistzeefje, maar met moderne graaf- en zoekapparatuur. Generaals van het Angolese leger en Unita schieten als het even kan de gelukszoekers de Lunda's uit; het zijn tenslotte hún diamanten. De afkeer van buitenlandse gelukszoekers is het enige dat de Angolese regering en Unita, tegenstanders uit de burgeroorlog, verenigt.

"De dood is overal", zegt een garimpeiro tegen Liebenberg. "We gaan dood door ziekte, door malaria, of door de kogels van militairen." En dan zijn er nog de landmijnen die de strijdende partijen achterlieten om hun territorium af te bakenen.

In Luanda pakte de overheid midden vorig jaar tientallen Zuid-Afrikanen, Zaïrezen en West-Afrikanen van de straat, sloot ze op en stuurde ze het land uit, in een operatie met een codenaam die weinig ruimte liet voor twijfel over hoe de gelukszoekers gezien worden: Kanker 2.

Vooral de relatief goed toegeruste Zuid-Afrikaanse avonturiers zijn weinig geliefd. De reputatie van de huursoldaat kleeft hen aan. Het waren dan ook Zuid-Afrikanen die Unita aan hun militaire successen hielpen in de oorlog, die Angola zwaarder dan ooit tevoren teisterde tussen 1991 en 1994. Het waren de huurexperts van Executive Outcomes, het strategie- en recruteringsbureau voor werkloze Zuid-Afrikaanse militairen, die de regering hielpen aan hun grote terreinwinsten aan het einde van die oorlog.

Zelfs al hebben de blanke gelukszoekers uit Johannesburg en Pretoria niets met de militairen te maken gehad, ze worden met argwaan bekeken, niet zelden ontvoerd en gegijzeld, en keren al dan niet terug, hun gezinnen in verlammende onzekerheid achterlatend. Over de families van al die Afrikaanse gelukszoekers is niets bekend; er wordt niet over geschreven.

Generaals verdelen de buit

"Diamanten zijn geen nationale rijkdom, maar een product dat bepaalde belangen dient", schreef het onafhankelijke weekblad Commèrcio Actualidade in juni 1995 over de edelstenenkoorts. Ze hadden het, behalve over de buitenlanders, ook over de hoge militairen van de beide partijen, die zich verrijken ten koste van het Angolese nationale belang.
"In de Lunda's heerst geen burgerlijk gezag", voegde het blad er nog aan toe, om te besluiten met: "We willen geen gewapende maffiakrachten in Angola."

Maar die hebben het in de Lunda's wel voor het zeggen. Onder de dekmantel van een schijnbaar onoplosbare patstelling, die ervoor zorgt dat Angola sinds november 1994 in de greep van een gewapende vrede vastzit, verdelen de hoge generaals van het Angolese regeringsleger en het Unitaleger de buit.

En die buit is rijk. De getallen spatten van de verslagen af. Iedere VN-waarnemer die in het gebied is geweest, heeft weer een ander cijfer in zijn hoofd om aan te geven hoeveel er per week, per maand, aan de diamanten worden verdiend. Drie dingen staan vast: het gaat om tientallen miljoenen per maand, de bedragen worden uitgedrukt in Amerikaanse dollars, en de Angolese overheid ziet slechts een fractie van die fabelachtige rijkdom terug.

Het waren vooral de militairen die Commèrcio Actualidade aan de schandpaal wilde nagelen, maar zij lijken zich vooralsnog weinig zorgen te maken. Het voetvolk graaft voor ze en de handelaren wachten op ze.

Voorbeelden van de eendrachtige samenwerking tussen officieel gezworen vijanden zijn er genoeg. Twee Nederlandse VN-waarnemers vertelden eind 1995, onafhankelijk van elkaar, hoe Unita- en regeringsmannen de graafgebieden onder elkaar verdeelden: jij de ene oever van de rivier, ik de andere.
"Ze geven elkaar een vuurtje in het midden van de stroom en daarna gaat een ieder weer terug naar zijn eigen kant", zo vatte een van hen de situatie samen. "En 's avonds komen de potten bier en de ruzies, en dan beginnen ze op elkaar te schieten. Dat heeft niets met die oorlog te maken en alles met de diamanten." Wie uit de Lunda's komt, kent het geluid van de knetterende salvo's.

Een oogje dichtknijpen

's Nachts klinken ook de geluiden van overkomende transportvliegtuigen, onderweg van ergens in Zaïre naar de landingsbaan van Luzamba, dat zoals zoveel andere diamantstadjes op geen enkele kaart te vinden is. Met aan boord een Libanese zakenman, die net een pakketje diamanten van een generaal heeft gekocht en dat met vette winst in een Zuid-Afrikaanse, Europese of Braziliaanse stad zal doorverkopen. Met aan boord de wapens voor Unita en luxe-goederen voor de rijken, die nog altijd via Zaïre ingevlogen worden, zolang dat land een oogje dichtknijpt. Niet gehinderd door grenscontroles en douaniers kruisen ze hoog boven de garimpeiros, die wachten tot hun droom uitkomt. Boven de VN-waarnemers, die veel zien maar weinig kwijt kunnen. Boven de bewakers, tot de tanden bewapend, van de villa's van rijke Portugese en Angolese diamanthandelaren en de bewakers van de paar mijnmaatschappijen die het in de anarchie van de Lunda's nog volhouden. Boven de nachtclubs waar de militairen zichzelf en gasten fêteren op een maaltijd, whisky, bier en sigaretten, verdiend op de bodem van die blauwe strepen op de kaart.


terug terug



NiZA home   terug naar boven