NiZA home adres, documentatie, projecten, wie is wie lijst van NiZA publicaties links naar websites in Zuidelijk Afrika, per land of onderwerp email NiZA doorzoek deze site

terug terug

De greep op de wereldmarkt van een diamantkartel
De Beers is forever

Marnix de Bruyne

Zuidelijk Afrika Jrg. 1, nr 1 (maart 1997)

Landen als Botswana en Namibië zijn economisch voor een belangrijk deel afhankelijk van slechts één bedrijf: het diamantenimperium De Beers, een multinational van Zuid-Afrikaanse huize. Het concern controleert zeventig procent van de wereldhandel in diamanten en is het meest succesvolle kartel ter wereld. Toch zijn er bedreigingen van De Beers' almacht, zoals de stortvloed aan 'illegale' diamanten uit Angola. Op zoek naar het geheim van De Beers.

Central Selling Organisation, Londen
Central Selling Organisation, Londen
Zo'n tien keer per jaar komt ze bijeen, de elite van de diamanthandel. De Central Selling Organisation (CSO), het door De Beers opgerichte handelshuis, ontvangt dan haar vaste cliënten voor een 'zicht' in Johannesburg, Luzern of in Charterhouse Street 17, het CSO-hoofdkantoor in Londen. In dit onopvallende pand aan de rand van het bankdistrict krijgen de uitverkorenen van hun vaste 'makelaar' een kartonnen doos vol ruwe diamanten, gevouwen in kleine envelopjes. Ze hebben de beschikking over een kamer op het noorden, vanwege de lichtval. Daar bekijken ze de hoeveelheid en de kwaliteit van het hen toegedachte monster.

Er zijn nu zo'n 170 mensen die zich 'zichthouder' mogen noemen, onder wie geen enkele Nederlander meer. Het is een eervolle positie, waarvoor je wordt gevraagd als je bedrijf onder meer heeft bewezen voldoende diamanten te kunnen slijpen of verkopen, én als je betrouwbaarheid onomstotelijk vaststaat. De benaming 'zicht' is echter bedrieglijk. Het woord suggereert enige keuzevrijheid voor de koper, maar daarvan is geen sprake. De CSO bepaalt hoeveel diamanten een zichthouder mag kopen, van welke kwaliteit en, vooral, tegen welke prijs.

Vaak mopperen de cliënten in zichzelf, omdat ze bijvoorbeeld liever meer stenen hadden gehad van de kleur river - de meest blauw-witte tint - en minder van de kleur cape, dat richting lichtgeel loopt en aanzienlijk minder waard is. Of omdat ze liever meer stenen van meer dan één karaat (0,2 gram) hadden gehad. Enig overleg met De Beers is wel mogelijk, maar ze zullen een zicht niet snel weigeren, om hun positie als zichthouder niet in gevaar te brengen.

Gearresteerd

De CSO krijgt de meeste van haar diamanten van de De Beers-mijnen - zes in Zuid-Afrika, drie in Botswana, één in Tanzania, plus de diamantwinning in Namibië (langs de kust en in zee) - samen goed voor de helft van de wereldproductie aan diamanten. "In normale tijden", aldus De Beers op zijn eigen website op het Internet, passeert ongeveer tachtig procent van alle verhandelde diamanten ter wereld via de CSO. In waarde vertegenwoordigde dat vorig jaar 4,8 miljard dollar, zeven procent meer dan het jaar ervoor.

De CSO noemt haar werkwijze een single channel marketing system, om het zwaarbeladen woord 'kartel' maar te vermijden. Toch is dat laatste de goede benaming, zeker volgens de definitie van de strenge Amerikaanse handelswetten, die kartelvorming verbieden. Vandaar dat het verhaal de ronde doet dat Nicky Oppenheimer, voorzitter van het CSO-bestuur en vice-voorzitter van het bestuur van De Beers, zou worden gearresteerd als hij voet op Amerikaanse bodem zet. Vandaar ook dat De Beers geen kantoor in de Verenigde Staten heeft, maar haar marketing daar laat verrichten door het reclamebureau J. Walter Thompson.

Nuttig noch zeldzaam

De marketing van De Beers, waarvoor het bedrijf vorig jaar wereldwijd tweehonderd miljoen dollar uittrok, is een van de belangrijkste verklaringen voor haar succes. Sinds het Amerikaanse reclamebureau N.W. Ayer in 1948 de kreet A diamond is forever bedacht voor De Beers, is de vraag naar diamanten met sprongen toegenomen. In de VS bijvoorbeeld steeg de verkoop van diamanten in 1995 met tien procent, vooral omdat de 'solitaire' steen - een enkele diamant in bijvoorbeeld een hanger - daar op het moment erg in trek is. Het is een opmerkelijke prestatie, helemaal omdat een diamant noch nuttig is, noch werkelijk zeldzaam.

Een andere reden voor het succes van de CSO vormt de slimheid van haar grondleggers Cecil Rhodes en, vooral, Ernest Oppenheimer. Rhodes was tijdens de diamant rush vanaf 1870 een kopjewalloper, iemand die van de ene naar de andere diamantheuvel (kop) trok om de vondsten van de delvers op te kopen; het is nog steeds het Zuid-Afrikaanse woord voor tussenhandelaar in diamanten. Al snel kocht hij zich in in de mijn op het land van de gebroeders De Beer. Zodra hij ook een directiezetel had verworven, begon hij de ene na de andere concurrent op te kopen. In 1888 werd de laatste rivaal in Zuid-Afrika uitgeschakeld en zag De Beers Consolidated Mines Limited het licht. Rhodes liet vervolgens tien Londense diamanthandelaren het marketingbeleid bepalen en stemde de productie van De Beers daarop af.

Nieuwe diamantvondsten elders in Afrika deden de diamantprijzen echter kelderen, waardoor het bergafwaarts ging met De Beers. Tot Oppenheimer in 1929 aantrad als voorzitter van het bestuur. Met zijn grote vermogen (via goudwinning van zijn bedrijf Anglo-American verkregen) kon hij alle mijnen in Zuid-Afrika en het huidige Botswana en Namibië onder zijn controle brengen en het monopolie herstellen. Hij was de oprichter van de CSO in zijn huidige vorm; twee van zijn nazaten zitten nog steeds in het bestuur van De Beers en de CSO.

Steeds meer mijnen

"De Beers heeft in Zuidelijk Afrika altijd heel slim geopereerd", zegt George Hamel (50), een van de drie beëdigde edelstenentaxateurs in Nederland. "Via zowel vriendelijke als onvriendelijke overnames en een ingewikkeld netwerk van agenten, die soms onder een dekmantel aandelen aankochten, verwierven ze steeds meer mijnen." Hamel geldt als een De Beers-kenner bij uitstek. In de jaren zeventig werkte hij bij de Amsterdamse diamantair Drukker, die een De Beers-licentie had voor industriediamant. Hij had toen geregeld te maken met De Beers en nog steeds heeft hij contact met Londen. Zo werd op hem een beroep gedaan toen de ontvoerder van Gerrit Jan Heijn een deel van het losgeld in geslepen diamanten wilde hebben. "Ik zag erop toe hoe ze werden gemerkt. De Beers leverde de stenen en heeft ze na de arrestatie van de ontvoerder netjes teruggekregen."

De Beers heeft ook altijd een scherp oog gehad voor de markt en de wereldpolitiek, aldus Hamel. "Ze sloten een contract met Stalin - kun je je voorstellen: zo ongeveer het meest kapitalistische bedrijf dat met Stalin samenwerkt - en onderhandelden met Jeltsin over een nieuw contract toen Gorbatsjov nog aan de macht was. Ze wisten al precies met wie ze in zee moesten gaan."

Rusland, de derde diamantproducent in de wereld en goed voor 26 procent van de omzet van de CSO, is op dit moment overigens een van De Beers' zorgenkindjes. Eind 1995 liep het contract af tussen de CSO en Rusland, en Rusland dreigde het niet te verlengen. De Russen wilden een groter deel van de opbrengst en voldoende aanvoer voor de eigen slijperijen. De CSO eiste op haar beurt beëindiging van de levering van Russische ruwe diamanten buiten de CSO om aan slijpcentra in New York, Antwerpen, Bombay en Tel Aviv. Een akkoord hierover werd door Rusland niet geratificeerd, waarna De Beers op 1 januari 1997 de aankoop van de Russische edelstenen staakte. Inmiddels zijn nieuwe onderhandelingen gestart, die naar verwachting snel een nieuw akkoord zullen opleveren. De Beers moet water in de wijn doen door de Russen de eerste keus te laten voor hun eigen slijperijen, maar Rusland zal binnen de CSO blijven.

Problemen in Afrika

Ook in Afrika heeft de CSO problemen gehad. In 1981 verbrak Zaïre zijn contract. Meteen installeerde de CSO opkopers in de buurlanden, waardoor de smokkel uit Zaïre toenam. Tegelijkertijd bracht ze grote hoeveelheden op de markt van hetzelfde soort diamant dat Zaïre levert. Het land kon de eigen stenen niet kwijt en zag zich in 1983 gedwongen terug te keren naar de CSO.

Andere Afrikaanse landen dreigden met opstappen omdat ze een groter deel van de opbrengst wilden, maar steeds weer slaagde de CSO erin ze binnenboord te houden. Botswana, dat altijd al voor vijftig procent mede-eigenaar was van de De Beers-mijnen, eiste en kréég extra investeringen en de belofte van De Beers een eigen slijperij op te zetten. Namibië wilde na de onafhankelijkheid in 1990 een aandeel in De Beers' mijnen; dat lukte uiteindelijk in 1994, op dezelfde voorwaarden als Botswana. Onlangs heropende de kleine Williamson-mijn de deuren in Tanzania. Een kwart van de opbrengst gaat naar de staat, driekwart naar De Beers.

Angola, waar De Beers tot 1985 zorg droeg voor winning en verkoop van alle diamanten, is een heel ander verhaal. De massale toestroom op de wereldmarkt van de buiten het staatsbedrijf Endiama om gewonnen diamanten, was volgens het Britse The Economist een van de redenen dat De Beers in 1992 zijn dividend moest verlagen, wat nog maar één keer eerder was voorgekomen.

Unita

Angola beschikt over naar schatting elf procent van de wereldreserves aan diamant en is na Zuid-Afrika, Botswana en Rusland de grootste producent qua waarde. Vorig jaar juni kreeg De Beers toestemming om diamanten te zoeken in drie gebieden in Angola, maar niet in de Cuango-vallei, waar de beste stenen liggen. Unita heeft het grootste deel van deze vallei, gelegen in de Lunda's, nog in handen. Deze verzetsbeweging verdient daardoor - na opkopen, smokkel en verkoop van de stenen - jaarlijks tussen de 430 en 500 miljoen dollar, drie keer zoveel als de staat aan de diamanten overhoudt.

Op dit moment wint De Beers geen enkele diamant in Angola. Het moet toestemming krijgen van Unita om zelfs maar over diens gebied te vliegen. Het concern liet folders drukken met afbeeldingen van zijn vliegtuigen - met twee witte kruizen geschilderd op de onderkant - om wantrouwige strijders ervan te weerhouden hun geweren leeg te schieten op de toestellen.

Maar zelfs als het staatsbedrijf Endiama een akkoord zou sluiten met Unita en er een eind komt aan de illegale diamantwinning, staat nog niet vast dat de Angolese regering in zee gaat met De Beers. De regering onderhoudt verschillende contacten met andere mijnbouwers, zoals het Australische Ashton en het Braziliaanse Odebrecht.

Het enige wat De Beers en de CSO dan ook kunnen doen om te voorkomen dat Angolese stenen de diamantprijs bedreigen, is te trachten de 'oogst' op te kopen, in Antwerpen of in zijn drie inkoopkantoren in Angola zelf. "Er is geen controle, het is erg zwaar werk. We moeten de hele wereld langs om ze op te kopen", aldus James McLuskie in The Economist, die voor de inkoopoperatie verantwoordelijk is. Van "normale tijden" is duidelijk geen sprake meer en in werkelijkheid controleert de CSO dan ook niet de geclaimde tachtig, maar slechts zeventig procent van de wereldmarkt.

Overleven

Ook al kost het haar een half miljard dollar per jaar, de CSO slaagt er toch maar in driekwart van de totale opbrengst van Angola op te kopen. Ook de meeste van de diamanten die uit het even chaotische Zaïre worden gesmokkeld, komen bij de opkopers van De Beers terecht. Betrokkenen denken dan ook niet dat dergelijke diamantstromen het kartel kunnen bedreigen.

"Ik krijg hier drie keer per week een fax van mensen die me ruwe diamanten willen verkopen, maar misschien één keer per jaar komt het zo tot een aankoop", zegt Benno Leeser (41), directeur van Gassan Diamonds, een van de twee grootste diamanthandelaren in Amsterdam. "Meestal zijn hun vraagprijzen zó laag, dat er wel fraude in het spel moét zijn. Of juist zó hoog, dat je de stenen beter in Antwerpen kunt kopen. Vaak trekt de aanbieder zich terug zodra ik zeg zijn paspoortnummer te willen noteren. Tegen de negentig procent van de ruwe diamanten die we kopen, hebben dan ook nog altijd de CSO als achtergrond."

"Ik verwacht dat de CSO altijd zal blijven functioneren", vervolgt Leeser. "Alle betrokkenen hebben er nu eenmaal belang bij dat de prijs van diamanten zo hoog mogelijk blijft."

De Beers-kenner Hamel valt even stil na de vraag of de CSO in de verre toekomst alsnog zou kunnen instorten. Dat de Australische mijnonderneming Argyle vorige zomer uit de CSO stapte om een eigen marketing-organisatie op te zetten, vindt hij geen voorteken ervan - ook al zag de CSO zich door de stap van Argyle gedwongen de prijs voor kleine, kwalitatief mindere diamanten te verlagen. "Australië is in hoeveelheid de grootste diamantenproducent, maar het overgrote deel is industriediamant of sierstenen van lage kwaliteit. Kijk maar naar het laatste jaarverslag van De Beers: in waarde vertegenwoordigde Australië slechts zes procent van de diamanten die de CSO verkoopt."

"Argyle heeft nu een eigen verkoopkantoor in Antwerpen opgezet, en naar ik heb vernomen hebben ze tamelijk veel problemen om hun stenen kwijt te raken. Nee, uiteindelijk denk ik niet dat de CSO ooit zal instorten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog lag de handel in diamanten geheel stil, maar de CSO was in staat de productie te blijven opkopen, vijf jaar lang. De Beers en de CSO zijn zo kapitaalkrachtig, dat ze elke storm zullen overleven."


Enkele feiten over De Beers en apartheid

Zoals vrijwel elke grote onderneming in Zuid-Afrika, heeft De Beers geprofiteerd van het apartheidssysteem door op grote schaal gebruik te maken van goedkope zwarte arbeidskrachten. Cecil Rhodes, de grote kolonisator en topman van De Beers in de beginjaren, hielp de fundamenten leggen voor de latere apartheid. Het ad-hoc actiegroepje Splijt Apartheid, dat via een inbraak de administratie in beslag nam van een Amsterdamse vestiging van Rhodes' mijnbouwbedrijf Anglo-American, schreef erover in 1986 in een speciale bijlage van het krakersblad Bluf!.

Toch is nooit op grote schaal actie gevoerd tegen De Beers, zoals wel tegen Shell of de Makro. "Mensen die diamanten aanschaffen, zijn niet bepaald mensen die gevoelig waren voor onze argumenten", herinnert Conny Braam, voorvrouw van de Nederlandse anti-apartheidsbeweging, zich. "Een oproep tot een boycot zou geen zin hebben, vonden we toen."

De diamantairs in Nederland hielden bij hun reclame-uitingen wel rekening met de anti-apartheidssentimenten. "We waren terughoudend, vooral als het ging over de herkomst van diamanten", zegt Benno Leeser van Gassan Diamonds. "Je kon het ook zien aan de promotiefilms van De Beers uit die tijd", herinnert edelstenentaxateur George Hamel zich. "Ze hadden dan een kaart van Afrika met een glinsterend diamantje op de plek waar zij hun stenen vandaan hadden. Heel Zuidelijk Afrika was dan bedekt door zo'n diamantje, zodat Zuid-Afrika als zodanig er niet uitsprong." Volgens Hamel voerde De Beers overigens een vrij sociaal beleid, met veel voorzieningen voor de mijnwerkers en hun familie in de directe omgeving van de mijn. Het gehate migrant labour-system - vrouwen en kinderen in de verre thuislanden en de mannen in de mijnen - gold volgens hem dan ook niet voor de De Beers-mijnwerkers. "Je kwam ook al vroeg veel namen van zwarten tegen in hoge functies."

Enige ongerustheid over de toekomst onder het ANC heeft De Beers wel gehad. Vandaar dat het concern alle niet-Zuid-Afrikaanse belangen in 1990 onderbracht in De Beers Centenary AG, gevestigd in het Zwitserse Luzern. Maar wie het laatste jaarverslag doorneemt, ziet foto's van ANC-premier Tokyo Sexwale die de Premiermijn van De Beers bezoekt en van bisschop Tutu die een door De Beers gefinancierde school opent. "De Beers voeren een heel zorgvuldig beleid, als het gaat om milieu en sociale kwesties", aldus Hamel. "De CSO wordt toch altijd met een kartel geassocieerd, wat als iets negatiefs wordt beschouwd. Vandaar ook De Beers' zorgvuldigheid."


terug terug

NiZA home   terug naar boven