Sinds 1998 is advocaat Jeff Handmaker (28) gedetacheerd bij NiZA. Hij is deskundige op het gebied van vluchtelingen- en migrantenproblematiek in Zuid-Afrika, en werkte de laatste vijf jaar bij de Zuid-Afrikaanse mensenrechtenorganisatie Lawyers for Human Rights (LHR).
Joost Hartog sprak met hem.
Begonnen in 1979 als advocatencollectief is LHR nu met ruim zeventig medewerkers uitgegroeid tot een krachtige landelijke organisatie die opkomt voor de meest kwetsbare groepen in Zuid-Afrika. LHR ondersteunt vrouwen, kinderen, vluchtelingen, gevangenen en mensen met AIDS.
Veel tijd gaat zitten in lobbywerk, corruptiebestrijding en voorbereiding van wetgeving, maar ook zijn de LHR advocaten als rechtshulpverleners te vinden tot in de verste uithoeken van Transkei. In dorpen op het Zuid-Afrikaanse platteland, waar geen enkele rechtsvoorziening is, komen zij met jeeps om te adviseren bij uiteenlopende kwesties zoals arbeidsrecht, klachten over politieoptreden of grondrechtproblemen.
Waarom ben je bij Lawyers for Human Rights gaan werken?
'Al vroeg was ik zeer geïnspireerd door de strijd in Zuid-Afrika tegen apartheid. Ik vind iets van diezelfde bevlogenheid terug bij Lawyers for Human Rights. Opkomen voor mensenrechten is erg belangrijk, want met alleen het afschaffen van apartheid ben je er niet. Gelukkig is Zuid-Afrika een land met een traditie van een sterke mensenrechtenbeweging. Ik heb me vooral bezig gehouden met de positie van vluchtelingen in Zuid-Afrika. Samen met onder meer NiZA hebben we in maart 1998 de eerste landelijke conferentie georganiseerd over het vluchtelingenbeleid. Een mijlpaal: deskundigen en hulpverleners uit heel Zuid-Afrika en van de omringende landen waren aanwezig om te praten over duurzame oplos-singen, remigratie, de rol van de overheid.'

Johannesburg, Zuid-Afrika. Illegale Mozambikanen worden teruggestuurd naar huis |
Hoe is het vluchtelingenbeleid in Zuid-Afrika geregeld?
'De overheid in Zuid-Afrika bemoeit zich nauwelijks met vluchtelingen. Sinds 1994 is er wetgeving. Daarbij gaat het uitsluitend om de vraag of iemand al dan niet erkend wordt als vluchteling. Sinds 1994 zijn er ruim 50.000 aanvragen voor de vluchtelingenstatus genoteerd, waarvan er tot nu toe 10.000 toegekend zijn. De overheid is zeer slecht toegerust voor deze taak: te weinig mensen, die bovendien slecht opgeleid zijn. Aan hulp en zorg doet de overheid helemaal niets. De positieve kant daarvan is dat het de zelfstandigheid van vluchtelingen bevordert, maar de meest kwetsbare mensen zijn aangewezen op liefdadigheid. Opmerkelijk is dat sommige vluchtelingen met succes zelf opvanghuizen zijn begonnen. Verder tref je veel spontane solidariteit, zoals kerkelijke groepen die vluchtelingen opvangen en lokale initiatieven die in de loop der tijd sterker worden.'
Hoeveel vluchtelingen zijn er in Zuid-Afrika?
'Moeilijk punt. Het onderscheid tussen "echte" vluchtelingen, mensen die voor geweld en oorlog vluchten en "economische vluchtelingen", die voor armoede vluchten, is eigenlijk kunstmatig. Het is razend moeilijk om vanuit de armoede van landen als Rwanda en Angola Zuid-Afrika te bereiken. Dat lukt meestal alleen de goed opgeleiden en sterken. Aan de andere kant: uit Mozambique kwamen van 1985 tot 1992 tussen de 200.000 en 300.000 mensen. Daarvan zijn er nu officieel 42.000 gerepatrieerd.
Duizenden Mozambikanen werden ook geronseld als tijdelijke arbeidskrachten voor de goudmijnen, terwijl Zuid-Afrika tegelijkertijd een geheime oorlog met Mozambique voerde. De grens werd beschermd met een dodelijk elektrisch hek, de beruchte "muur van vuur". Daar zijn vele malen meer doden gevallen dan bij de Berlijnse Muur. Het hek staat er nog, maar nu alleen als detectiehek dat de politie alarmeert als de grens wordt overgestoken. Al met al is het moeilijk te zeggen om wat voor aantal vluchtelingen het nu eigenlijk gaat in Zuid-Afrika.'
Hoe gaat de samenwerking tussen NIZA en LHR verder?
'Versterking van de verschillende regionale organisaties in Zuid-Afrika staat boven aan de lijst. Daarom heeft met steun van Vluchtelingenwerk Delft en Novib een proefproject plaatsgevonden waarbij hulpverleners over en weer kennis hebben opgedaan.
Wij denken dat uitwisseling met Nederlandse vluchtelingenwerkers goed kan uitpakken. Je moet niet vergeten dat voor vluchtelingen de situatie in Zuid-Afrika gelijk is aan de Nederlandse: beide landen worden gezien als veilig, rijk, met veel mogelijkheden. Mensen vluchten overal om dezelfde soort redenen.
Nederlandse hulpverleners zien vluchtelingen als een Nederlands probleem, door uitwisseling zullen ze zien dat het een wereldwijd probleem is. De Nederlanders kunnen veel van hun kennis overdragen op het gebied van de omgang met vernederde, getraumatiseerde mensen.
Nederland heeft langzamerhand een traditie van zorg en overheidsteun voor vluchtelingen, hoeveel kritiek daar vaak in Nederland ook op is. De Zuid-Afrikanen hebben daarentegen geleerd met zeer weinig middelen, soms alleen eigen geld, toch veel te bereiken.'