NiZA-medewerkster bezoekt Beira vlak na de cycloon
Impressie uit Beira |
In opdracht van NiZA verbleef Nini van Driel twee maanden in Beira, waar zij een start maakte met de wederopbouwprojecten uit het noodfonds van Amsterdam, meewerkte aan de fototentoonstelling, de culture uitwisseling, en het installeren van het steunpunt in Beira. Wat was haar indruk van de stad toen zij anderhalve maand nadat de cycloon de stad getroffen heeft aankwam? Een paar dagen nadat ik in Beira aangekomen ben, ontvang ik e-mails met de vraag hoe ik Beira heb aangetroffen. Het vreemde is dat ik daar diep over moet nadenken. In september 1999 kwam ik voor het eerst in Beira en ik schrok van de staat waarin de stad verkeerde, namelijk enorm verwaarloosd. De vanuit de lucht imposante flats bleken kaal, verveloos, en onbewoonbaar, hoewel meestal toch bewoond door vele mensen. In de grote Portugese huizen zijn meerdere grote Mozambikaanse families gehuisvest; de huizen worden helemaal uitgewoond. Onderhoud wordt er niet gepleegd. Daar is geen geld voor. Als het in de ene kamer lekt, verhuis je naar de andere. Wat was het verschil met voor de cycloon? Ik denk dat ik nu meer huizen met nauwelijks nog een dak erop zie; de gaten in de wegen zijn beduidend dieper en groter in getal. Ik zie helemaal kaalgehakte boomstronken. Omgevallen bomen zijn in een wip verdwenen. De mensen weten er wel raad mee met hun hakken en bijlen. Hout is schaars en zo'n omgevallen boom is een gift uit de hemel. Er vallen slachtoffers, er wordt geweend en getreurd, maar het leven gaat door en er moet gegeten worden. Wie weinig heeft, heeft weinig te verliezen. Veel tijd om bij de pakken neer te zitten, is er niet. De stad is dan ook gevuld met dezelfde mensenmenigte die zich verplaatst van de ene plek naar de andere. Mensen die naar hun winkels en kantoren gaan om te werken; mensen die allerhande waar op straat proberen te verkopen. Daar is het jongetje dat zich altijd bij de markt ophoudt met de hand van zijn blinde vader op zijn schouder: hij smeekt me om een paar centjes. De jongen op de markt begroet me vol enthousiasme en breed lachend, terwijl hij me zijn groenten aanprijst. Voor de oppervlakkige blik van de vreemdeling lijkt er niet veel veranderd. Lijkt, zeg ik. Want voor mij is het moeilijk het verschil te zien en te voelen tussen ellende en nog meer ellende. Dat hoor en zie ik als ik wat beter kijk en luister. Mensen die beetje bij beetje een huisje bij elkaar gescharreld hadden, zijn dat door de storm kwijtgeraakt. Ze kunnen weer opnieuw beginnen en het zal misschien jaren duren eer ze weer een fatsoenlijk dak boven hun hoofd hebben. Zoveel mensen hebben familie in de overstroomde gebieden; slachtoffers van het water. Voor de gemeente geldt hetzelfde. Weer zoveel verder achterop geraakt. Het is om moedeloos van te worden. ![]() Amsterdam heeft geld uitgetrokken om haar zusterstad te helpen de geleden schade te herstellen. Reken maar dat dat gewaardeerd wordt. Fantastisch om in nood terug te kunnen vallen op een rijke zus! En wat er allemaal gedaan kan worden voor dat geld! Om te beginnen worden de daken van de vele getroffen scholen aangepakt. De directeur van het lager onderwijs van Beira, de heer Januário, heeft een inventarisatie gemaakt van de getroffen lagere schooltjes. Op zijn lijst staan 17 scholen. Bij allen heeft de cycloon delen van het dak meegetrokken. Samen met hem bezoek ik een aantal scholen en bekijken we de kapotte daken. Hij heeft een lijst in z'n hand waarop staat wat de scholen aan materiaal krijgen om de daken te repareren. Daar waar het nodig is, pakken ze meteen ook de constructie aan, waardoor het dak stormbestendiger zal zijn |
![]() |
![]() |
![]() |