4 oktober 2004
Wat levert ontwikkelingshulp op?
Door Bianca Looman

Helpt de Nederlandse ontwikkelingshulp bij de bestrijding van armoede in de wereld? Is de hulp wel effectief? Of moet de hulp niet liever worden vervangen door handel? Tijdens het Levend Jaarboek Zuidelijk Afrika gingen Europarlementariër Max van den Berg (PvdA) en Tweede Kamerlid Zsolt Szabó (VVD) met elkaar in debat. De NiZA-verslaggeefster tekende het volgende uit de zaal op:

Debatleider John Jansen van Galen poneert de eerste stelling: het saldo van vijftig jaar ontwikkelingssamenwerking is negatief. De mening van het publiek is duidelijk: een overgrote meerderheid steekt verontwaardigd een rood bordje omhoog.

Van den Berg (l) en Szabó in debat


Kabbelend beleid

De VVD-er Szabó verdedigt de stelling. Hij noemt ontwikkelingssamenwerking helemaal niet effectief: “Als het zo door gaat worden de Millenniumdoelstellingen pas in 2147 misschien gehaald. Zo kan het dus niet. We moeten stoppen met het beleid dat af en toe een beetje links is, en dan weer een beetje rechts. We kunnen zo niet blijven doorkabbelen.”

Max van den Berg is het oneens met de stelling. Hij geeft voorbeelden van dingen die volgens hem wel heel goed gegaan zijn: de kindersterfte is gehalveerd, de levensverwachting verdubbeld en de deelname aan onderwijs is in veel landen een stuk hoger geworden. De PvdA-er geeft echter toe dat de westerse hulpverlening in het verleden te weinig rekening hield met de behoeften van de Afrikaanse bevolking zelf.


Voorwaarden voor groei

Volgens Van den Berg gaat ontwikkeling over mensen die toegang hebben tot bepaalde zaken zoals schoon drinkwater, huisvesting en onderwijs. Szabó reageert: “Dat klinkt allemaal leuk en aardig, maar daar kun je toch geen toekomst op bouwen. Wat heb je er aan dat je niet zo vroeg meer dood gaat als je toch geen toekomst hebt.”

“Hou eens op met die onzin!” reageert Van den Berg gepikeerd. “Schoon drinkwater en onderwijs zijn essentiële voorwaarden voor economische groei. Natuurlijk zijn ook andere zaken belangrijk. Eerlijke handel in de landbouw, bijvoorbeeld maar daar wil de VVD niet aan. Als er een keer een motie komt om de handel eerlijker te maken, dan stemt die partij steevast tegen.”
De zaal applaudisseert instemmend.

Volgens Szabó wil ook de VVD af van regelingen die westerse bedrijven bevoordelen. Hij geeft toe dat de VVD de Nederlandse boeren altijd verdedigd heeft, maar, zegt hij: “We zien nu ook wel in dat dat zo niet langer door kan gaan. Het zal nog zo’n tien tot vijftien jaar duren maar het zal zeker veranderen. Per saldo gaat het niet goed in Afrika. We moeten organisaties onder loep nemen en handelsverdragen veranderen.” Szabó is groot voorstander van een verkleining van het aantal landen dat hulp van Nederland krijgt: "Overal iets doen, is overal niets doen."


Hulp of handel

Daarna de tweede stelling: handel helpt beter dan hulp. Voor Van den Berg is het niet een kwestie van of/of: “Afrika, dat zijn de Afrikanen. Het gaat hier dus om mensen. Ik vraag me af of meer handelsmogelijkheden voor Afrikaanse landen alléén wel helpt voor veel van die mensen.” Beiden zijn nodig. Hij erkent dat hij het belang van eerlijke handel pas laat heeft ingezien, maar vindt dat Afrikaanse landen de kans moeten krijgen hun markt te beschermen. Hij wijst er nogmaals op dat het vooral de VVD is, die de eigen boeren wil beschermen en daarmee eerlijke handel tegenwerkt.

Van den Berg vraagt Szabó of hij bereid is om de regels aan te passen zodat de handel eerlijker wordt. Szabó aarzelt maar antwoordt toch instemmend. Luid applaus klinkt op uit de zaal.

Bianca Looman is afgestudeerd journalist en werkte via NiZA’s Mediaprogramma zes maanden bij diverse media in Zuid-Afrika.